Torenhoge inflatie in oktober ietsje lager

Hoge energieprijzen werken door in andere prijzen.

De inflatie in de maand oktober is uitgekomen op 16,8 procent op jaarbasis. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van de geharmoniseerde Europese meetmethode. Een maand eerder was de geldontwaarding op jaarbasis nog 17,1 procent. De inflatie is al tijden erg hoog doordat de prijzen voor gas en elektriciteit sterk zijn gestegen. Maar die hogere kosten voor energie werken ook steeds harder door in de voedselprijzen.

Het cijfer volgens de geharmoniseerde, Europese methode valt altijd hoger uit dan de eigen methode van het CBS. Dat cijfer verschijnt later. Daarin worden onder andere de kosten voor wonen bijgehouden, zoals de huurprijzen. De Europese methode laat die buiten beschouwing. De Europese methode is bedacht om de inflatie van verschillende landen makkelijker met elkaar te kunnen vergelijken.

De prijzen van energie worden door het CBS berekend op basis van nieuwe contracten. Dat betekent dat de werkelijke inflatie mogelijk lager ligt omdat lang niet alle huishoudens in september een nieuw energiecontract af hoefden te sluiten. Het statistiekbureau werkt aan een nieuwe methode voor het meten en berekenen van energieprijzen. Daarin moeten de ontwikkelingen van de energieprijzen verfijnder in kaart worden gebracht. De verwachting is dat dit onderzoek in januari vergevorderd is, aldus het CBS.

(ANP)