Tijd, geld en kennis fnuiken verduurzaming familiebedrijf

Veel bedrijven willen wel maar vrezen dat de kosten te machtig zijn.

Familiebedrijven worstelen met duurzaamheid. Ze hebben weinig houvast om af te wegen welke investeringen in duurzaamheid verantwoord zijn. Aan de wil ontbreekt het niet, wel soms aan de tijd, kennis en financiële middelen. Niet alle familiebedrijven hebben de luxe om grote investeringen voor de lange termijn te doen, waarvan het rendement op korte termijn onzeker is.

Toch zet een groep familiebedrijven de stap om in duurzaamheid te investeren, ook al zijn de exacte voor- en nadelen nog niet altijd zichtbaar en financieel duidelijk. Zo hebben van de 27 familiebedrijven in het onderzoek, die in 2025 formeel moesten rapporteren over hun duurzaamheidsbeleid binnen de CSRD-richtlijn, elf dat al gedaan in 2024 ter voorbereiding.

Dat komt naar voren in onderzoek naar (ecologische) duurzaamheid bij familiebedrijven door Maastricht University Center for Entrepreneurship and Innovation (CEI), samen met BDO Accountants & Adviseurs en AFAS Software.

Familiebedrijven willen zich aan duurzaamheid wagen voor bijvoorbeeld de opvolging door de volgende generatie, maar zijn ook beducht dat de kosten het bedrijf te machtig zijn. Een duurzaamheidsmanager kan uitkomst bieden, maar de meeste mkb-bedrijven hebben die niet. Daarom ligt duurzaamheid op het bordje van de directeur.

Familiebedrijven nemen weliswaar maatregelen op het gebied van duurzaamheid, maar vooral als deze direct gunstig uitwerken op de cashflow. Denk daarbij aan fiscaal aantrekkelijke energiebesparende maatregelen die zeker de afgelopen jaren voor veel bedrijven noodzakelijk waren vanwege de exorbitant gestegen energiekosten.

Ze hebben moeite om een goed zicht te krijgen op de kosten en de baten van duurzaamheid. Zo is het bijvoorbeeld eenvoudig uit te rekenen wat zonnepanelen kosten en hoeveel geld ze besparen, maar niet wat ze beteken voor reputatie, arbeidsmarkt of klantrelaties.

Een tweede remmende factor is het overheidsbeleid. Niet zozeer de regels en ambities zelf zorgen voor problemen, maar vooral de voortdurende veranderingen en onduidelijkheid rondom het beleid. Bedrijven willen weten waar ze aan toe zijn.

Een voorbeeld hiervan is de huidige onzekerheid over de rapportageverplichting over de milieu- en sociale impact van bedrijfsactiviteiten. Zo is het bijvoorbeeld onduidelijk welke bedrijven in 2025 precies moeten voldoen aan de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De Europese Commissie heeft aangekondigd de rapportagevereisten te vereenvoudigen met als doel regeldruk en administratieve lasten voor bedrijven op het gebied van duurzaamheidswetgeving te verminderen. Wat dit concreet betekent voor bedrijven die nu onder de rapportageplicht vallen, is nog vaag, aldus de onderzoekers.

Het grote voordeel van de meeste familiebedrijven is wel dat ze minder dan bijvoorbeeld beursgenoteerde ondernemingen onderworpen zijn aan grillen van externe aandeelhouders. Dat maakt dat ze zich kunnen veroorloven investeringsbeslissingen te nemen die niet tot achter de komma zijn doorgerekend, maar die wel goed aanvoelen.

Gerelateerde artikelen