Thuiswerk wordt sterk aanbevolen maar wordt geen recht
Werknemers krijgen meer zeggenschap over waar ze hun werkzaamheden uitvoeren. Daarover moeten ze in overleg met hun werkgever. De SER adviseert ook dat werknemers een passende thuiswerkvergoeding moeten krijgen die bijgesteld moet worden zodra de kosten stijgen.
Bedrijven houden daarbij nog wel ruimte voor maatwerk, staat in een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Het polderorgaan vindt dat het hybride werken, waarbij deels thuis wordt gewerkt, zo het beste kan worden vormgegeven.
Welke rechten werkgevers en werknemers daaraan ontlenen is echter nog niet duidelijk. Volgens vakbond FNV adviseert de SER concreet dat “een werkgever een verzoek van een werknemer om thuis te werken accepteert, tenzij de werkgever kan aangeven dat dit niet kan”. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland benadrukken juist dat er geen wettelijk recht komt op thuiswerken.
CNV wil dat werkgevers hun werknemers “maximaal ruimte bieden” om hybride te blijven werken. “Zolang het bedrijfsbelang dit uiteraard toestaat”, zegt voorzitter Piet Fortuin van CNV in een toelichting. De vakbond meldt op basis van onderzoek onder duizend thuiswerkende leden dat 90 procent hybride wil blijven werken. Een derde is ontevreden over het thuiswerkbeleid van hun werkgever.
De SER, waarin vakbonden en ondernemersorganisaties samen adviezen opstellen voor het kabinet, adviseert dat de werkgever verzoeken van de werknemer tot wijziging van de arbeidsplaats binnen de Wet flexibel werken beoordeelt.
Ook vindt de SER het een goed idee om daar collectieve afspraken over te maken met de ondernemingsraad of via een cao. De raad stelt voor het wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’ in lijn met het advies aan te passen.