Sterke verbetering resultaten Petroplus
De resultaten van de operationele activiteiten over de eerste negen maanden van 2003 zijn sterk verbeterd in vergelijking met de resultaten over dezelfde periode in 2002. Het netto resultaat in het derde kwartaal 2003 steeg ook in vergelijking met het tweede kwartaal 2003, maar bleef negatief als gevolg van zwakke raffinagemarges in juli en augustus. De kostenbesparing als gevolg van de reorganisatie van de raffinaderij in Antwerpen, waarvoor een bijzondere waardevermindering van EURO 40 miljoen was voorzien in het tweede kwartaal, zal begin 2004 effectief worden. Alle lopende kosten van de raffinaderij in Antwerpen zullen daarom volledig in de resultaten tot eind 2003 worden verwerkt.
De raffinagemarges in het derde kwartaal waren zwak, met name in juli en augustus, maar verbeterden zichtbaar in september. Ondanks de zwakke industriemarges presteerde de raffinagedivisie in het derde kwartaal aanzienlijk beter zowel ten opzichte van het tweede kwartaal 2003 als het derde kwartaal 2002. De gemiddelde brutoraffinagemarge van Petroplus steeg in het derde kwartaal 2003 naar USD 1,52 per vat tegenover USD 1,24 per vat in het tweede kwartaal 2003 en USD 0,54 per vat in het derde kwartaal van 2002. Niettemin bleven de marges onder de mid-cycle niveaus. De voornaamste oorzaak van de margestijging van Petroplus was de raffinaderij in Cressier, die, na het geplande onderhoud in het tweede kwartaal, weer volledig operationeel was.
Bovendien werd de raffinagemarge opgedreven door de hoge Rijnvrachttarieven waardoor een premie wordt gecreëerd voor de binnenlandse Cressier raffinaderij. Door het lage waterniveau in de Rijn als gevolg van een zeer droge zomer bedroeg de gemiddelde Rijnvracht (van Rotterdam naar Bazel) CHF 31 per MT in het derde kwartaal 2003 in vergelijking met CHF 16 per MT over dezelfde periode vorig jaar. Het resultaat van Teesside werd zowel beïnvloed door zwakke marges op de Ultra Laagzwavelige Diesel (ULSD) als door de kwikcontaminatie die eerder dit jaar werd geconstateerd.
Door gebruik te maken van een bepaalde technologie (guardbed) wordt thans het kwik verwijderd uit de nafta. Petroplus bereidt juridische stappen voor met betrekking tot deze kwikkwestie. In het derde kwartaal waren de premies voor 10 ppm ULSD laag t.o.v. IPE gasolie met een gemiddelde premie van EURO 13,5 per MT. Door een toegenomen vraag in verband met het komende winterseizoen waren de premies in oktober veel hoger. Zoals op 22 augustus 2003 werd aangekondigd wordt de toekomstige exploitatie van de raffinaderij in Antwerpen nader bezien met als doel de winstgevendheid te verbeteren.
Een afwaardering van EURO 40 miljoen, een aanzienlijk deel van de boekwaarde van de Antwerpse raffinaderij, werd hiervoor voorzien in het resultaat over het tweede kartaal. Als onderdeel van de huidige plannen werd de productie-eenheid voor ruwe olie in augustus stilgelegd. Onderhandelingen met de ondernemingsraad en de vakbonden zijn gaande en de verplichte informatiefase werd in oktober afgerond. In de volgende fase zal een sociaal plan worden uitgewerkt voor de medewerkers die zullen worden ontslagen als gevolg van de sluiting van de ruwe olie productie-eenheid.
De resultaten over het derde kwartaal zouden een kostenbesparing van EURO 3 miljoen hebben opgeleverd als het herstructureringsplan reeds volledig zou zijn doorgevoerd. Het eerste effect van de besparingen wordt in het eerste kwartaal van 2004 verwacht en zal per eind 2004 volledig zijn gerealiseerd. De groothandelsactiviteiten hadden een redelijk kwartaal met verbeterde marges in september. De binnenlandse verkopen in Zwitserland profiteerden sterk van de hoge Rijnvrachttarieven. De gerealiseerde marges in het Verenigd Koninkrijk waren lager in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De eerder dit jaar in het Verenigd Koninkrijk gelanceerde introductie van Biodiesel Plus is daarentegen erg goed door de markt ontvangen en de mengcapaciteit zal verder worden vergroot.
Het marketing kantoor in Dubai heeft haar verkoopvolumes gestaag zien toenemen in 2003. In het derde kwartaal van 2003 werd het Dubai kantoor echter met ongunstige marktomstandigheden geconfronteerd met als gevolg een negatieve bijdrage. De contributie van Frisol is goed geweest, ofschoon North Sea Petroleum (NSP) voortdurend geconfronteerd wordt met lagere volumes in vergelijking met vorig jaar. Beide ondernemingen hebben last van de sterke Euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar met als gevolg onder druk staande netto marges in de ARA regio (Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen). De winstgevendheid van Tango blijft goed. Ze handhaaft haar positie als marktleider op de Nederlandse markt van onbemande tankstations met het meest efficiënte netwerk. Tango heeft momenteel in Nederland 59 stations operationeel of in aanbouw en ligt op koers haar doel van 70 stations per einde jaar te realiseren. In België zijn thans 3 stations operationeel en in Spanje is gestart met de bouw van het eerste pilot station.
In het derde kwartaal waren er geen opmerkelijke gebeurtenissen of ontwikkelingen bij de tankopslagactiviteiten van de Divisie Logistiek. De lagere resultaten weerspiegelen de voortdurende backwardation gedurende het derde kwartaal vergeleken met een lichte contango in dezelfde periode in 2002. Zoals op 13 november 2003 werd aangekondigd, heeft Peptroplus met BG Energy Holdings Limited, een dochteronderneming van de BG Group plc (“BG”), een intentieverklaring (Memorandum of Understanding: MoU) getekend voor het in gezamenlijk eigendom ontwikkelen en exploiteren van de terminal voor de import en vergassing van Vloeibaar Aardgas (LNG) in Milford Haven, Wales. BG heeft de intentie een 50% aandeel te verkrijgen in Dragon LNG, een speciale door Petroplus opgerichte projectmaatschappij met als doel de ontwikkeling van het project.
Voorts is het de intentie van BG in eerste instantie één tank met een capaciteit van 3 miljard kubieke meter per jaar te gaan gebruiken. De ondertekening van het MoU is een belangrijke mijlpaal voor het project. Dragon LNG kan zich nu richten op het zoeken naar een tweede doorstroom partner en het selecteren van een constructie- en aannemingsbedrijf, beide essentieel voor de definitieve financiële totstandkoming van het project. Ter assistentie bij dit proces heeft Dragon LNG Société Générale benoemd tot haar financieel adviseur. Er waren geen opvallende ontwikkelingen binnen de Divisie Overige Activiteiten. Het resultaat van Oxyde Chemicals was positief, maar de onderneming kon haar uitstekende resultaten van eerder dit jaar niet handhaven.
Centrale Overhead kosten werden sinds vorig jaar teruggebracht en verdere reducties zullen in 2004 worden doorgevoerd. De eerste fase van de tenderprocedure is met succes afgerond en Petroplus heeft de intentie om op termijn exclusieve onderhandelingen te starten met één van de bieders. Naar verwachting zal Petroplus binnen enkele weken in een positie zijn verdere informatie te geven over de voortgang van de transactie. Als onderdeel van de herweging van de kernactiviteiten en additionele kostenbesparingsmaatregelen zullen een aantal interne organisatorische wijzigingen worden doorgevoerd. Het Executive Committee, dat rapporteert aan de Raad van Bestuur, zal met onmiddellijke ingang worden opgeheven. Tegelijkertijd wordt voorgesteld dat de Raad van Bestuur, thans bestaande uit Marcel van Poecke en Willem Willemstein, zal worden uitgebreid met de benoeming van Paul van Poecke (thans CEO Logistics) en Theo Zwijnenberg (thans CEO Financial Control & Administration).
De benoeming dient te worden goedgekeurd door de Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), die op 19 mei 2004 zal worden gehouden. Ofschoon de benoeming pas plaats kan vinden in de loop van volgend jaar, zullen Paul van Poecke en Theo Zwijnenberg zich tussentijds op hun nieuwe verantwoordelijkheden gaan voorbereiden. Een voorstel voor de verdeling van de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur zal op de AVA worden gepresenteerd. De heren Marcel van Poecke en Willem Willemstein zullen gezamenlijk voorzitter van de Raad van Bestuur worden. Op 24 oktober 2003, heeft het credit rating bureau Standard & Poor’s Petroplus van CreditWatch gehaald. De corporate credit rating werd bevestigd (B+) met een stabiel vooruitzicht. De debt rating op de obligatielening werd verlaagd met één graad (van B naar B-) als gevolg van de achtergestelde schuldenpositie van de obligatiehouders.
Petroplus bevestigt dat het in September 2003 op de open markt ongeveer één procent van haar uitstaande obligatielening heeft teruggekocht. Het mogelijk gedeeltelijk terugkopen werd aangekondigd op 22 augustus 2003 en het wordt niet uitgesloten dat Petroplus doorgaat met het terugkopen van gedeelten van de obligatielening. Gelet op de huidige marktomstandigheden blijft Petroplus voorzichtig met het geven van prognoses. De raffinagemarges en de premies voor ULSD waren weliswaar enigszins beter in oktober en november, maar de marges blijven volatiel. Petroplus geeft daarom geen verwachting voor geheel 2003.
Tot het eind van 2003 en daarna krijgt Petroplus te maken met een aantal belangrijke ontwikkelingen: de volledige effecten van de herstructurering van Antwerpen is nog niet helemaal vastgesteld, gezien de lopende onderhandelingen met de sociale partners; de MoU met BG in samenhang met Dragon LNG dient te worden omgezet in een definitieve overeenkomst en verwacht wordt dat verdere ontwikkelingen in het verkoopproces van Tango de komende weken kunnen worden gemeld. Totdat er meer inzicht is in de resultaten en de timing van de hiervoor genoemde ontwikkelingen is het voor Petroplus niet mogelijk zich uit te laten over een middellange termijn verwachting.