SEPA-conversiediensten: noodzaak of obstakel?
Bedrijven halen SEPA-deadline niet
Veel bedrijven onderschatten de impact van SEPA, omdat ze moeilijk kunnen overzien welke gevolgen de verandering in het betalingsverkeer met zich meebrengt. Hierdoor beginnen ze te laat met de SEPA-migratie en halen ze de deadline van 1 februari 2014 niet. Dit is niet alleen voor deze bedrijven zelf een probleem, maar ook voor de Nederlandse banken.
Banken zijn mede verantwoordelijk voor de migratie van hun klanten en uiteindelijk de Nederlandse economie, die valt of staat met het goed functioneren van het betalingsverkeer.
Lange tijd raadden de ECB en de DNB het gebruik van conversiediensten af en verboden zij banken om deze diensten aan te bieden. ‘Als het gebruik van conversiediensten eenmaal goedgekeurd is, gaan bedrijven niet meer over op SEPA’, was het argument. Nu blijkt dat we de deadline van SEPA niet dreigen te halen, stellen regelgevers hun standpunt bij. Tijdens het nationale SEPA congres 18 september jl. werd er door de DNB zelfs nadrukkelijk gezegd dat conversiediensten in sommige gevallen noodzakelijk zijn. Blijkbaar is het halen van de deadline voor regelgevers nog steeds een harde eis, ook als hiervoor conversiediensten benodigd zijn.
“Met conversiediensten gaan we voorbij aan het doel van uniforme betaalmarkt”
Bedrijven hebben om verschillende redenen moeite met de migratie naar SEPA en aanbieders van conversiediensten springen hier handig op in. Maar, gaan we met conversiediensten niet gewoon op de oude voet verder en daarmee voorbij aan het oorspronkelijke doel van SEPA; het creëren van een uniforme betaalmarkt? Los van de veranderende positie van de regelgevers over dit onderwerp, is het antwoord hierop niet eenvoudig.
5 redenen waarom de migratie naar SEPA zo moeilijk is voor bedrijven 1. SEPA is niet zo uniform als het lijkt. Ieder land binnen de SEPA-zone heeft eigen toevoegingen op de SEPA-standaarden. Daarnaast bestaan er verschillen tussen banken. 2. Bedrijven zijn sterk afhankelijk van de mogelijkheden in de softwarepakketten die zij gebruiken. 3. SEPA-versies van softwarepakketten zijn niet eenvoudig te implementeren en bovendien vaak kostbaar. 4. Iedere bank kent zijn eigen rapportage-formaat; bijvoorbeeld GMU, MT940 of CAMT.053. 5. Voor het verdwijnen van de VerwInfo moeten veel bedrijven hun reconciliatieproces opnieuw inrichten. |
“Bedrijven hebben geen behoefte aan Europees betalingsverkeer”
Voorstanders zeggen dat bedrijven die gebruik maken van conversiediensten voldoen aan de eisen van SEPA. Ze gebruiken hiervoor weliswaar een ‘extra’ systeem, de conversiedienst, maar ze voldoen keurig aan de eisen die overheden en banken stellen. Tegenstanders, vinden dat deze bedrijven niet echt klaar zijn voor SEPA en dat zij de voordelen van een Europese betaalmarkt niet benutten. De meeste conversiediensten zijn namelijk gericht op de Nederlandse markt en daarmee verdwijnt het internationale karakter van SEPA.
Maar, is dit werkelijk een probleem? Het merendeel van de Nederlandse bedrijven doet geen zaken over de grens en heeft zijn betalingsverkeer in Nederland ondergebracht. Het is daarbij ook maar zeer de vraag of bedrijven echt eenvoudig aan het Europese betalingsverkeer deel kunnen nemen. Zelfs als ze wel volgens de SEPA-standaarden hun betaal- en incassobestanden aanleveren hebben de bedrijven te maken met land- en bankspecifieke eisen.
Niet optimaal, maar noodzakelijk
Kortom, de meningen over conversiediensten lopen uiteen. Deze diensten bieden geen optimale oplossing, zeker niet met het oog op de totstandkoming van de Europese betaalmarkt. Toch zijn ze in dit stadium van de SEPA-migratie voor veel bedrijven noodzakelijk om de deadline te halen. Het benutten van voordelen van SEPA lijkt daarmee ondergeschikt de noodzaak om te voldoen aan regelgeving. De vraag die blijft, is of Nederlandse bedrijven überhaupt zitten te wachten op Europees betalingsverkeer.
-Daniëlle Bollen, Pieter Druif & Iris van Kleef zijn werkzaam als consultants bij Enigma Consulting