Schade energiecrisis vooral bij chemie en metaal
De sterk gestegen energieprijzen krijgen beperkt vat op de winstgevendheid van Nederlandse bedrijven. Zelfs in een extreem scenario blijven de negatieve gevolgen te overzien. Er is geen directe aanleiding voor generieke overheidscompensatie van de hogere energiekosten voor bedrijven.
Dat meldt De Nederlandsche Bank (DNB) op basis van een analyse. Overigens ontspringen niet alle bedrijven de dans. Enkele sectoren, zoals de metaal en de chemie, zullen wel relatief hard geraakt worden. Zo neemt bijvoorbeeld het aandeel verlieslatende bedrijven in de metaalsector toe van minder dan 20 procent naar meer dan 60 procent in het ernstigste scenario.
DNB heeft verschillende scenario’s ontwikkeld om de gevolgen van de stijgende energieprijzen in kaart te brengen. Het percentage verlieslatende bedrijven in het basisscenario stijgt van 22,3 naar 25,5 procent. Zelfs in het ernstigste scenario neemt het aandeel verlieslatende bedrijven slechts met 5,6 procentpunt toe. Ter vergelijking, in 2009, ten tijde van de kredietcrisis, bedroeg het percentage verlieslatende bedrijven 34,6 procent, schrijft DNB.
Het aantal werknemers dat bij een verlieslatend bedrijf werkt, stijgt van 829.000 naar 994.000 in het basisscenario. In het ernstige scenario werkt ongeveer een kwart van de werknemers (1,2 miljoen) bij een verlieslatend bedrijf. De uitstaande schuld bij verlieslatende bedrijven stijgt van 349 miljard euro naar 408 miljard euro in het basisscenario. In het ernstige scenario staat 443 miljard euro (40%) van de totale schuld uit bij verlieslatende bedrijven.
Uit deze cijfers moet overigens niet worden geconcludeerd dat 1,2 miljoen banen op de tocht staan of dat 40 procent van de uitstaande schuld mogelijk niet wordt afgelost, sust DNB. Als een bedrijf tijdelijk verlies maakt, vertaalt zich dat niet altijd in faillissementen, ontslagen of wanbetalingen. Bedrijven behaalden in 2021 en het eerste kwartaal van 2022 hoge winsten, wat ruimte zou moeten bieden om tegenvallers op te vangen.
Daarnaast passen verhoogde overheidsuitgaven niet bij het huidige macro-economische beeld. Er is namelijk sprake van hoge inflatie, een krappe arbeidsmarkt en weinig faillissementen. Zelfs als door aanhoudend hoge energieprijzen sommige ondernemingen niet langer winstgevend zullen zijn, is overheidssteun af te raden omdat die niet doelmatig, stelt DNB.
Er zullen echter ook verlieslatende ondernemingen zijn die door de hoge energieprijzen liquiditeitsproblemen ervaren, terwijl ze wel in de kern gezond zijn. Deze ondernemingen kunnen in eerste instantie extra financiering vragen bij private partijen. Dit geldt ook voor de zwaar getroffen sectoren.