Scenarioschets van Nederlandse economie na de verkiezingen
In deze notitie van ING Economisch Bureau worden drie scenario’s geschetst.
De verkiezingen zijn achter de rug, volgende week wordt de Miljoenennota gepubliceerd en dan is het wachten op het moment dat er een nieuwe regeringscoalitie is gevormd. Coalitievorming betekent dat er compromissen moeten worden gesloten en dat er tussen de coalitiepartijen een uitruil zal plaatsvinden van partijstandpunten. Hierdoor is het op dit moment nagenoeg niet te voorspellen hoe het overheidsbeleid er in de komende jaren uit zal gaan zien.
Ook voor volgend jaar is het overheidsbeleid, ondanks de publicatie van de Miljoenennota, nog met veel onzekerheden omgeven. De vijf partijen die in april het Lenteakkoord hebben afgesloten – en waarvan de voorstellen in de Miljoenennota zijn verwerkt – hebben nu geen meerderheid meer in de Tweede Kamer waardoor de kans op amendementen op de begrotingsvoorstellen voor 2013 groter is dan gebruikelijk. Een groot deel van de fiscale maatregelen uit het Lenteakkoord is weliswaar al door de Tweede Kamer goedgekeurd, maar over de beperking van de hypotheekrenteaftrek en de afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding moet nog worden besloten.
Scenario’s
Gezien deze onzekerheid worden hieronder drie (politieke) scenario’s geschetst en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse economie(#1).
Het eerste scenario beschrijft een situatie waarin er sprake is van een zeer lange formatie met dientengevolge een lange periode van onzekerheid over het te verwachten overheidsbeleid. Het tweede scenario beschrijft de totstandkoming van een kabinetscoalitie waarin de deelnemende partijen het niet goed met elkaar eens kunnen worden over structurele hervormingen van de Nederlandse economie. In dit scenario wordt er slechts in beperkte mate hervormd. Het derde scenario veronderstelt een kabinet dat voortvarend op een groot aantal terreinen (arbeidsmarkt, woningmarkt, gezondheidszorg) systeemaanpassingen doorvoert.
Het eerste scenario zou de benaming ‘1977 revisited’ kunnen krijgen, verwijzend naar de destijds, na de val van het kabinet Den Uyl in 1977, uitzonderlijk lange formatieduur. Het tweede scenario zou qua beleid kunnen worden gezien als een mix van de kabinetten Balkenende IV en Rutte; twee kabinetten die waar het structurele hervormingen betreft niet echt overtuigend zijn geweest. Het derde scenario ademt de sfeer van het hervormingsgezinde kabinet Balkenende II. Een kabinet dat in de jaren 2003-2006 op een groot aantal terreinen (arbeidsmarkt, sociale zekerheid, gezondheidszorg) flinke wijzigingen heeft doorgevoerd(#2).
Scenario 1
Scenario 2
Scenario 3
#1 Deze scenario’s zijn geen voorspellingen van een bepaalde coalitie en het daarbij te verwachten kabinetsbeleid. De scenario’s zijn gestileerde weergaves en de praktijk zal waarschijnlijk een mengvorm worden van de geschetste ontwikkelingen.
#2 Met deze benamingen wordt geen enkele suggestie gedaan over de mogelijke politieke samenstelling van de in de scenario’s beschreven kabinetten.
Bron: ING Economisch Bureau