Rijnlandse model achterhaald?

Er is de laatste tijd een verhevigde discussie over de voor- en nadelen van het Rijnlandse model, met name in de Volkskrant. VVD Leider Mark Rutte schrijft in een artikel op de opiniepagina van die krant dat hij dit model onnuttig acht.

Dit is een reactie op een artikel van Premier Balkenende in dezelfde krant. Hij pleit juist voor een vernieuwd stakeholders model. Ook Donald Kalff, in zijn recent verschenen boek over ‘Modern Kapitalisme’, doet een oproep afstand te nemen van een eenzijdige focus op shareholders value.

Beschermingsmaatregelen moeten weer uit de kast gehaald worden, zo wordt ondermeer door Burggraaf bepleit, wederom in dezelfde krant. Loyaliteitsdividend staat ook weer op de agenda. De pijlen richten zich daarbij met name op hebzuchtige korte termijn aandeelhouders.

Dat is niet zo verwonderlijk na het ABN Amro-debacle, die door de befaamde brief van éénprocentaandeelhouder TCI zou zijn ingezet en de huidige financiële crisis. Korte termijn aandeelhouders liggen ernstig onder vuur. Is er in ons land dan een kentering gekomen in een eenzijdige focus op aandeelhouderswaarde? Ik meen van niet.

In de rechtspraak is er geen aanwijzing te vinden dat ons stakeholders model onder druk is komen te staan. Dat leek even het geval na de uitspraak van de OK in de zaak die de VEB aanspande tegen ABN Amro in verband met de verkoop van La Salle aan de Bank of America.

De Hoge Raad heeft echter elke vorm van onzekerheid weggenomen door in die zaak te bepalen dat ons stakeholders model in alle opzichten nog steeds onverkort van toepassing is. Een primaat van aandeelhouders is volgens ons hoogste rechtscollege bepaald niet aan de orde.

Zoals ook in de Stork-zaak werd bepaald ligt het beleid en de strategie van een vennootschap in handen van de directie onder toezicht van commissarissen. Aandeelhouders kunnen derhalve weten dat zij zich niet met het beleid van de ondernemingsleiding kunnen inlaten.

Tegelijkertijd mogen aandeelhouders erop vertrouwen dat hun belangen moeten worden meegewogen en dat deze niet mogen worden genegeerd. De belangen van aandeelhouders zijn aldus gewaarborgd, ook in geval van een overname. Dat geldt dus ook indien de ondernemingsleiding beschermingsmaatregelen overweegt in geval van een poging tot een minder vriendelijke overname.

Indien de ondernemingsleiding overweegt daartoe over te gaan, gelden daarvoor bepaalde voorwaarden. Ter bescherming van aandeelhouders moeten beschermingsmaatregelen proportioneel, adequaat en tijdelijk zijn.

Dit wapen kan overigens een onderdeel zijn voor de instandhouding van ons stakeholders model. De behartiging van de belangen van andere stakeholders zou in geval van een onvriendelijke overname namelijk de rechtvaardiging kunnen zijn voor een beschermingsmaatregel.

Mocht een partij zonder medewerking van de doelwitvennootschap een overname willen bewerkstelligen, dan kan deze met een poison pill worden geconfronteerd indien aan de genoemde criteria wordt voldaan. Kortom, van een eenzijdige focus op shareholders value is in ons land geen sprake.