Richard van der Meer, CEO Nederland bij HSBC: focus is sleutel tot groei
Soms willen bedrijven tegelijkertijd uitbreiden naar China, opties onderzoeken in India, Brazilië veroveren én andere opkomende markten ingaan, zo heeft Van der Meer gemerkt. “En soms probeert men dat te doen met vijf verschillende divisies tegelijk. Het kan erg moeilijk zijn om dat onder controle te houden. Daarom is focus belangrijk,” zegt de bankier, die in 2011 het mandaat van HSBC kreeg om een volwaardige corporate bank in Nederland te beginnen.
Van der Meer heeft zijn hele, 13 jaar lange carrière gewerkt bij HSBC, de grootste financiële dienstverlener ter wereld. “Mijn ouders waren expats. Mijn vader werkte in het buitenland voor Schiphol en Ballast Nedam. Ik ging vanaf mijn zesde naar internationale scholen en ik ben heel internationaal opgevoed. Het was daarom logisch om in het Verenigd Koninkrijk te gaan studeren, in mijn geval in Edinburgh. Na vier jaar kwam ik terecht in het internationale management programma van HSBC. De bank heeft sterke historische banden met Schotland en haalt er daarom veel afgestudeerden vandaan.” Van der Meer’s grootvader was de voormalige minister van Financiën Pieter Lieftinck, dus het is geen verrassing dat de kleinzoon op de universiteit bedrijfskunde en economie koos.
Als onderdeel van HSBC’s internationale management programma, krijgen deelnemers de kans om diverse divisies en landen mee te maken bij de bank – Van der Meer begon bijvoorbeeld in Sri Lanka. “Ik heb het grootste deel van mijn carrière in corporate banking gewerkt. Het rotatiesysteem is geweldig, maar je wilt ook niet te veel van alles en nog wat doen want dan wordt je een manusje van alles”, aldus Van der Meer, die Nederlands spreekt maar toegeeft het eigenlijk niet te kunnen schrijven – het interview geeft hij in het engels.
Na Sri Lanka verkaste de Nederlander naar de supply chain business in Hong Kong, waar de eerste filialen van de bank ooit al in 1865 opengingen. “Ik werkte voor Amerikaanse en Europese klanten met off shore rekeningen. Daarna ging ik naar New York om de marketing kant te doen en om met onze klanten over supply chain te praten. Vervolgens kreeg ik meer verantwoordelijkheid als senior corporate relatie manager voor de VS.” Na een positie in het Midden-Oosten belandde Van der Meer in Nederland, waar hij al snel CEO werd. “Ik denk dat HSBC vaker van binnenuit mensen promoveert dan bij andere bedrijven. Er is veel complexiteit als je in 80 landen opereert. Het is dan erg waardevol als je mensen kunt laten doorstromen die het bedrijf erg goed kennen.”
Van der Meer noemt New York “één van de mooiste steden ter wereld” en zegt dat hij genoot van de ontmoetingen met CFO’s van de grootste Amerikaanse bedrijven. Hij kwam ook zijn vrouw tegen in New York, maar is nu naar Nederland verhuisd met zijn drie kinderen. “In het buitenland voel ik me heel Nederlands, maar hier in Nederland voel ik me een buitenlander,” zegt hij met een glimlach. “Maar dit is een geweldig land om te wonen en kinderen te laten opgroeien.”
Ondanks zijn goede tijd in de VS, zijn de ontmoetingen met Nederlandse CFO’s een verademing gebleken voor Van der Meer. “Amerikaanse CFO’s hebben veel meer marketing nodig. Nederlanders zijn erg open. Ik wil niet zeggen dat ze eigenzinnig zijn, maar ze weten wel precies wat ze willen. Een typische vergadering met een Amerikaanse CFO draait om advies geven. Hier in Nederland kent men HSBC en de gesprekken zijn vaak veel directer. De CFO’s geven ons merendeels direct de vlakken waarop ze met ons willen werken. Dat is heel goed, want op onze beurt weten wij dan hoe we hun bedrijf van dienst kunnen zijn.”
Het valt niet mee om Van der Meer te verleiden om advies aan CFO’s te geven, maar de bankier noemt wel de Nederlandse decentrale aanpak als iets waar HSBC – als dienstverlener – mee moest leren omgaan. “Als Nederlanders hebben we een zeer decentrale benadering in onze bedrijven. Veel verantwoordelijkheid wordt neergelegd bij de branches. Het gevolg is dat soms vier tot vijf mensen per land contacten hebben met een bank en dat is veel. Het is belangrijk om een goede mix tussen decentralisatie en centralisatie te hebben, zeker als je internationaal groeit en risico’s neemt. Het is daarom belangrijk dat CFO’s genoeg in centrale treasury teams investeren.”
HSBC heeft al jaren een cash management kantoor in Nederland, maar die was tot voor kort louter bedoeld om multinationals te helpen die hier zaken doen. Recentelijk hebben landen als Nederland, maar tevens bijvoorbeeld Zwitserland en België, een volwaardig corporate banking filiaal gekregen. “Ik moet wel benadrukken dat we niet alleen een bank zijn voor opkomende markten of cash management in Azië. Wij begonnen ooit in de 19e eeuw als handelsbank en hoewel de handelsstromen voortdurend veranderen, ondersteunen wij die nog steeds. Uiteraard is er handel van Azië naar het westen, maar er is ook handel binnen Azië en met Zuid-Amerika. Het is belangrijk dat bedrijven deze veranderende handelsstromen begrijpen en de manier waarop dat hun industrie zal raken. HSBC kan helpen daarbij de risico’s te managen.”
Sinds november 2011 – en als onderdeel van HSBC’s ambitie om de nieuwe handelsstromen te faciliteren – is de bank ook open voor Nederlandse klanten die internationaal (willen) groeien. Van der Meer heeft het gevoel dat veel CFO’s de “oude ABN AMRO Bank” missen. “Die bank hielp veel klanten met hun internationale groei. HSBC is met een klantgerichte benadering, een volledig productenaanbod en een ongeëvenaarde internationale aanwezigheid, in de positie om dat soort klanten van dienst te zijn, vooral in cruciale groeimarkten als Azië, Zuid-Amerika en het Midden-Oosten.” “Het is een enorm voorrecht om de kans te krijgen een corporate bank en een nieuw team van de grond af op te bouwen. Ik ben er vrij zeker van dat dit de mooiste baan is die ik ooit zal hebben en het is bovendien speciaal dat ik deze kans krijg in mijn thuisland.” Zakelijk kan Van der Meer ook niet klagen. “Er is bijvoorbeeld een klant waar we slechts zes maanden een relatie mee hebben en die ons benaderd heeft voor een acquisitie, in plaats van de bank waar ze al 15 jaar zaken mee doen. Dat motiveert enorm.”
Terwijl banken zich weer op de basis richten en de nadruk leggen op producten die klanten kunnen begrijpen, breidt Van der Meer de corporate bank uit. “We hebben de CFO’s ontmoet van 90 procent van de bedrijven die op ons lijstje stonden toen we dit filiaal begonnen. De grootte van het bedrijf is daarbij niet altijd leidend. Een groot Nederlands bedrijf dat vooral in Nederland zelf zaken doet kan bijvoorbeeld minder interessant zijn. We hebben klanten in Hong Kong die een filiaal binnen liepen als privépersoon om een bankrekening te openen en die horen nu bij onze grootste corporate klanten.” Hoewel het Britse kantoor van HSBC al enkele Nederlandse klanten had, begon Van der Meer zowat met nul klanten voor zijn branch in Amsterdam – waar inmiddels een team van twintig werkt. “Wij hebben een zeer goed, klantgericht team opgebouwd met bankiers die bij de beste horen waar ik ooit mee heb gewerkt.” Aan de financieringskant ziet Van der Meer dat bedrijven steeds vaker naar de kapitaalmarkt kijken. Daarmee volgen zij de Amerikaanse trend, waarbij minder bedrijven gebruik maken van traditionele bankfinanciering.
Van Der Meer’s visie op de Nederlandse marktpositie is uiterst positief. Met industrieën als scheepsbouw, watermanagement en andere typisch Nederlandse activiteiten, is Nederland in een zeer goede positie om te groeien en floreren binnen de veranderende wereldeconomie, zegt Van der Meer. Volgens Van der Meer doen Nederlandse bedrijven er goed aan om zich nog meer op opkomende markten te richten. “Veel bedrijven zijn nog steeds relatief klein buiten Europa. In Europa zelf gaat het toch nog veel over consolidatie en zijn er alleen wat eilandjes van organische groei. Als je voor zo’n 70 procent hier zit en voor 30 procent in groeimarkten dan profiteer je niet zo veel – zelfs als je bedrijf daar met 20 tot 30 procent per jaar groeit. Voor optimale groei is het cruciaal om je te concentreren op enkele groeimarkten waar je schaalvoordeel kunt bereiken en ondertussen ook de risico’s van internationaal zaken doen binnen de perken kunt houden.”