‘Coronaherstelfonds had meer moeten doen voor bedrijven’
Er had meer voor bedrijven in de Europese Unie gedaan kunnen worden met de miljarden uit het coronaherstelfonds, vindt de Europese Rekenkamer (ERK). In ruil voor geld uit het fonds beloofden landen hervormingen en investeringen ten bate van het ondernemingsklimaat. De waakhond van de Europese financiën ziet dat dit nog onvoldoende heeft opgeleverd.
Na de grote economische schade door de coronapandemie en lockdowns kwam de EU met een fonds dat lidstaten 650 miljard euro aan leningen en subsidies verstrekte om te helpen bij bijvoorbeeld digitalisering en vergroening. Om in aanmerking te komen voor het geld moesten EU-landen plannen opstellen met bepaalde doelstellingen.
Al voor de coronapandemie had de EU tientallen aanbevelingen aan lidstaten gedaan om hun ondernemingsklimaat te verbeteren, zoals het verbeteren van toegang tot financiering, het vereenvoudigen van belastingstelsels en het verminderen van de regeldruk. In hun nationale herstelplannen hebben alle lidstaten in totaal ruim vierhonderd hervormingen en investeringen opgenomen die verband houden met deze aanbevelingen. De kosten van die maatregelen bedragen ongeveer 109 miljard euro.
Slechts een klein deel van die hervormingen heeft resultaten opgeleverd, stelt de ERK. Het grootste deel van de hervormingen heeft vertraging opgelopen en het merendeel van de resultaten laat nog op zich wachten, volgens ERK-lid Ivana Maletić. “Met het fonds zou het gemakkelijker moeten worden om zaken te doen, maar het potentieel ervan wordt niet volledig benut.”
Eerder dit jaar bracht de ERK nog een kritisch rapport uit over het Europese coronaherstelfonds. Daarin schreef de rekenkamer dat het nog maar zeer de vraag was of lidstaten beloofde prestaties leverden in ruil voor het geld. Ook waren er risico’s op een ongelijke behandeling van verschillende lidstaten. Daarnaast voorzag de ERK dat de kosten voor het coronaherstelfonds, dat voluit de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) heet, gaan oplopen. (ANP)