Rabo: lagere groei, maar geen recessie
De inflatie in Nederland blijft voorlopig hardnekkig hoog, constateren economen van Rabobank in een nieuw rapport over de Nederlandse economie. Ze wijzen erop dat de energieprijzen voor consumenten volgend jaar waarschijnlijk hoger zullen liggen dan het huidige energieprijsplafond van de overheid. Ook zal de economische groei volgens hen volgend jaar flink inzakken.
Door het plafond voor de energieprijzen wordt de energierekening van huishoudens de laatste tijd juist gedrukt. Op de gasmarkt zijn de prijzen ook lang niet meer zo hoog als net na de Russische inval van Oekraïne.
Voor heel 2023 rekenen de economen op een inflatie van 5 procent. Volgend jaar neemt de toename van het algehele prijspeil waarschijnlijk maar licht af tot 4,4 procent, waarschuwen de kenners van Rabobank.
Ze nemen in hun raming aan dat het kabinet het prijsplafond in 2024 wel doorzet, maar dan met hogere plafondprijzen. Dit betekent dat loonstijgingen voorlopig niet kunnen voorkomen dat huishoudens met koopkrachtverlies te maken hebben.
Bij hun voorspellingen houden de economen wel een slag om de arm. “Uiteraard is deze verwachting met veel onzekerheid omgeven, omdat het lastig is om de volatiele olie-, gas- en elektriciteitsprijzen te voorspellen en we ook niet precies weten óf en zo ja, met welke maatregelen het kabinet huishoudens en bedrijven volgend jaar zal ondersteunen.”
Nederland belandt nu evenwel niet in een economische recessie, volgt uit het rapport. Dat komt doordat de Nederlandse economie in het laatste kwartaal van vorig jaar beter presteerde dan aanvankelijk gedacht. “De dip in de uitgaven van huishoudens die we gezien de hoge inflatie hadden verwacht, bleef uit”, legt RaboResearch-econoom Michiel van der Veen uit.
Voor 2023 voorzien de economen nog een relatief sterke economische groei van 2 procent. Volgend jaar zwakt de groei wel flink af, naar verwachting tot een plus van 0,9 procent. Dat zou onder meer komen doordat bedrijven blijven kampen met tekorten aan personeel en materiaal, en door de inzakkende woningbouw.