Protest tegen splitsingsvrijstelling in overdrachtsbelasting
De Accountantskoepel SRA heeft zich uitgesproken tegen de voorgestelde aanpassing van de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting. De organisatie pleit voor het behoud van de bestaande vrijstelling en ziet geen reden om de voorgestelde beperking door te voeren, zoals het ministerie van Financiën van plan is.
- SRA tegen aanpassing splitsingsvrijstelling
- Behoud van bestaande vrijstelling
- Geen aanpassing voor 2025
De splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting is een belangrijk onderwerp voor hogere financiële managers. Het ministerie van Financiën heeft voorgesteld om deze vrijstelling aan te passen, maar de SRA is hier geen voorstander van. Tot en met maandag 6 mei hadden belanghebbenden de mogelijkheid om te reageren op dit voorstel.
Standpunt van de SRA
De SRA is van mening dat de bestaande vrijstelling gehandhaafd moet blijven. Daarnaast pleiten ze voor uitbreiding van de vrijstelling tot de verkrijging van aandelen in een verkrijgende rechtspersoon bij een splitsing, mits deze rechtspersoon als onroerendezaakrechtspersoon kwalificeert. Dit zou de toepassing van de splitsingsvrijstelling duidelijker maken voor betrokken partijen. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Voorafgaande beschikking
Een ander belangrijk punt voor de SRA is de invoering van de mogelijkheid om voorafgaand aan een splitsing duidelijkheid te krijgen over de toepassing van de vrijstelling. Dit zou moeten gebeuren door middel van een voorafgaande beschikking, waarbij bezwaar en beroep mogelijk zijn. De SRA benadrukt dat deze mogelijkheid zowel in de huidige als in een eventueel aangepaste vrijstelling moet gelden.
Overgangsperiode
Tot slot benadrukt de SRA dat splitsingen langdurige trajecten zijn. Als er alsnog een aanpassing komt, zou deze niet eerder dan in 2025 moeten ingaan. Een ruime overgangsperiode is volgens hen noodzakelijk om betrokken partijen voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan eventuele nieuwe regels.
Lees ook: