Prinsjesdag: dit moet u weten over arbeid
Deze punten zijn relevant voor u uit de Rijksbegroting 2019 – Sociale Zaken en Werkgelegenheid:
• Het kabinet wil dat alle werkenden het economisch herstel gaan merken in de portemonnee. Werken moet lonen. Ook staan er nog te veel mensen langs de kant. Mensen die mee willen doen maar onvoldoende kansen krijgen, of mensen die het niet helemaal op eigen kracht redden op de arbeidsmarkt.
• Om te bevorderen dat het MKB weer meer personeel in (vaste) dienst durft te nemen slijpt het kabinet ook de scherpe randen van de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding. Zo is er in het regeerakkoord al geld gereserveerd om de transitievergoeding voor kleine werkgevers te compenseren bij ontslag als gevolg van bedrijfsbeëindiging, pensionering of ziekte. Deze regeling komt bovenop de reeds aangenomen wet waarin de transitievergoeding gecompenseerd kan worden indien een werknemer wordt ontslagen na 2 jaar ziekte.
• Met de wet Arbeidsmarkt in Balans wordt het voor werkgevers weer aantrekkelijk om mensen in vaste dienst te nemen. De sleutel voor een evenwichtigere arbeidsmarkt is een gelijktijdige beweging, waarin het minder risicovol wordt om mensen in vaste dienst aan te nemen, maar er ook ruimte is voor flexibiliteit. In het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (WAB) stelt het kabinet een serie maatregelen voor op het terrein van flexibele arbeid, het ontslagrecht en de financiering van de WW. Dit wetsvoorstel gaat in het najaar van 2018 naar de Tweede Kamer.
• Enerzijds wordt het aantrekkelijker om een vast contract aan te bieden. Daartoe worden de mogelijkheden om een proeftijd aan te gaan verruimd, wordt er een cumulatiegrond toegevoegd aan de redelijke gronden voor ontslag en wordt het verschil in de kosten van ontslag tussen flexibele en vaste contracten verkleind door de opbouw van de transitievergoeding voor vaste en flexibele contracten gelijk te trekken. Bovendien krijgen werkgevers die vaste contracten aanbieden een steuntje in de rug: voor vaste contracten gaan zij een lagere WW-premie afdragen dan voor flexibele contracten.
• Dit kabinet komt met maatregelen die meer duidelijkheid geven over het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking. Hierbij kan ook aan de bovenkant van de arbeidsmarkt meer zekerheid worden gegeven aan zelfstandige ondernemers die werken tegen een hoog uurtarief. Het maken van nieuwe wetgeving rond zzp is echter geen eenvoudige opgave. De afgelopen maanden is gestart met de uitwerking van maatregelen. Het kabinet is daarin verder gekomen, maar heeft ook nog werk te verrichten. In de kamerbrief Uitwerking maatregelen werken als zelfstandige is aangegeven welke stappen het kabinet de komende periode zet in het wetgevingsproces. Met deze maatregelen pakt het kabinet prangende problemen rondom schijnzelfstandigheid en onzekerheid over.
• Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG) krijgt de partner van de moeder in het eerste half jaar na de geboorte recht op zes weken geboorteverlof. Ook verlengt het kabinet het adoptie- en pleegzorgverlof voor ouders van vier naar zes weken. Het moet voor ouders niet alleen mogelijk, maar ook normaler worden om langer van geboorteverlof te genieten.
• Het kindgebonden budget voor paren met middeninkomens gaat vanaf 2020 omhoog met bijna € 500 miljoen. Daarnaast verhoogt het kabinet het budget voor de kinderopvangtoeslag met € 248 miljoen per jaar. Ouders die blijven werken of meer gaan werken, zullen zo ook meer geld overhouden.
• Het is van belang dat het pensioen transparanter wordt voor deelnemers. De herverdeling via de zogenaamde doorsneesystematiek verdwijnt, zodat een ieder op elk moment de pensioenopbouw krijgt die past bij de premie die voor hem of haar is ingelegd. Daarmee wordt het aantrekkelijker voor zzp’ers om mee te doen en gemakkelijker om keuzemogelijkheden te introduceren. Zo onderzoekt het kabinet of het mogelijk is om mensen bij pensionering een deel van hun pensioenvermogen als bedrag ineens op te laten nemen. Het kabinet heeft de SER gevraagd om advies uit te brengen over het pensioenstelsel. Sociale partners hebben hierin een belangrijke rol en verantwoordelijkheid, gezien het arbeidsvoorwaardelijke karakter van het aanvullend pensioen. Het kabinet hoopt en vertrouwt erop op korte termijn samen met de partners de noodzakelijke stappen te kunnen zetten om ons pensioenstelsel te vernieuwen. Na jaren van gezamenlijke probleemanalyse en gemeenschappelijk overleg is nu de tijd gekomen om samen aan de slag te gaan om ons pensioenstelsel klaar te maken voor de toekomst.
• Garanderen van een basisbescherming aan werknemers. Nog steeds worden veel werknemers ernstig ziek doordat zij op hun werk in aanraking komen met bijvoorbeeld kankerverwekkende stoffen. Beroepsziekten en arbeidsongevallen leiden tot (onnodige) uitval. In het belang van duurzaam inzetbare werknemers moeten deze misstanden worden tegengegaan. Dat kan onder meer door meer informatie en bewustwording bij werknemers en werkgevers. Het kabinet start hiervoor een meerjarige campagne om het aantal beroepsziekten terug te dringen.
Daarnaast moeten werknemers die ziek zijn door hun werk sneller en eenvoudiger dan nu het geval is een schadevergoeding kunnen claimen. Dit stimuleert bovendien de werkgevers om meer bescherming te bieden. Het kabinet roept de letselschadebranche op om claims van mensen met een beroepsziekte sneller af te handelen.
• Het kabinet versterkt de dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers om meer mensen aan het werk te helpen. Onderdeel van het Actieplan Perspectief op werk is verbetering van het matchen op werk voor alle werkzoekenden die daarbij publieke ondersteuning nodig hebben. Werkgevers willen bediend worden vanuit één regionaal werkgeversloket, met een regionaal pakket van instrumenten en voorzieningen en met een inzichtelijk bestand van alle werkzoekenden. Om dit voor elkaar te krijgen, zal het kabinet met bestuurlijke afspraken en financiële ondersteuning richting geven aan de samenwerking tussen UWV, gemeenten en andere partijen in de arbeidsmarktregio’s. Het kabinet stelt hiervoor tweemaal € 35 miljoen beschikbaar in 2019 en 2020. Ook stelt het kabinet vanaf 2019 € 70 miljoen beschikbaar voor persoonlijke dienstverlening door UWV aan werkzoekenden met een WW-, WIA- of Wajong-uitkering. Dit geeft UWV de mogelijkheid om de dienstverlening op maat verder uit te breiden en de matching op de arbeidsmarkt te versterken. De persoonlijke dienstverlening is voor UWV belangrijk om mensen te helpen op weg naar werk en daarmee het beschikbare re-integratiebudget volledig te benutten.