Prinsjesdag: 7 fiscale plannen voor 2026 die je portemonnee raken

Ook in dit politiek turbulente jaar is het de derde dinsdag van september gewoon Prinsjesdag, waarbij veel maatregelen worden genomen die belangrijk zijn voor de portemonnee van Nederlanders. 

Op 16 september presenteerde het demissionaire kabinet-Schoof, of liever gezegd wat daarvan over is, om de Miljoenennota voor 2026 te presenteren.

Onderdeel hiervan is het Belastingplan 2026. Vooralsnog zijn er geen onderwerpen controversieel verklaard voor het demissionaire kabinet en kunnen de voorgestelde maatregelen aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.

De voorgenomen maatregelen zijn al eerder bekendgemaakt in de Voorjaarsnota en de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025. FM zet alvast een aantal fiscale plannen voor 2026 op een rij. Volgende week moet blijken of ze daadwerkelijk aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.

1) Beperkte inflatiecorrectie box 1

Jaarlijks worden de belastingschijven en heffingskortingen in box 1 aangepast aan de inflatie, maar dit jaar gebeurt dat maar voor 42 procent. Dit betekent dat de belastingdruk hoger wordt ten opzichte van 2025. Immers, door de beperkte inflatiecorrectie kom je sneller in een hogere belastingschijf terecht, waardoor je dus meer belasting betaalt.

2) Box 3: heffingsvrij vermogen omlaag

In 2026 is er minder voordeel in box 3 voor vermogen. Het heffingsvrije vermogen wordt per 1 januari 2026 omlaaggeschroefd van 57.684 euro naar 51.396 euro. Voor fiscale partners geldt het dubbele, dus 102.792 euro.

3) Box 3: Fictief rendement overige bezittingen gaat omhoog

Tegelijk wordt in 2026 het forfaitair rendement voor overige bezittingen verhoogd van 5,88 procent naar 7,78 procent. Het fictieve rendement op bijvoorbeeld aandelen, een vordering (zoals een familiehypotheek), een tweede woning of cryptovaluta gaat dus omhoog. Over het (fictief) rendement op vermogen betaal je 36 procent belasting in box 3.

4) Leegwaarderatio verhuurde woning versoberd

Als een woning wordt verhuurd, wordt aangenomen dat deze minder waard is. Daardoor betaal je minder belasting in box 3 of hoeft er minder schenk- of erfbelasting betaald te worden. Er gelden tabellen met percentages waarmee de WOZ-waarde van de verhuurde woning vermenigdvuldigd moet worden. Dit is de leegwaarderatio. De tabel wordt in 2026 geactualiseerd waardoor de leegwaarderatio hoger of lager dan voorheen kan uitvallen.

Als de jaarhuur 5 procent of  meer van de WOZ-waarde bedraagt, geldt een leegwaarderatio van 100 procent. Is er sprake van verhuur aan gelieerde partijen, zoals een kind, partner of eigen onderneming, dan geldt ook een leegwaarderatio van 100 procent. Dit betekent dus dat de WOZ-waarde in deze situaties niet wordt verlaagd.

5) Overdrachtsbelasting tweede woning gaat omlaag

Sinds 2020 worden verschillende tarieven overdrachtsbelasting gehanteerd voor woningkopers. Wie zelf in de woning gaat wonen betaalt een lager tarief dan iemand die de woning koopt voor de verhuur of als vakantiewoning. Het overdrachtsbelastingtarief voor die laatste groep bedraagt nu 10,4 procent. Per 1 januari 2026 wordt dit verlaagd naar 8 procent. Het tarief voor kopers die de woning kopen als hoofdverblijf, blijft 2 procent.

6) Startersvrijstelling overdrachtsbelasting wordt verhoogd

Mensen tussen de 18 en 35 jaar die voor het eerst een woning kopen, hoeven geen overdrachtsbelasting te betalen als ze zelf in de woning gaan wonen. De startersvrijstelling geldt voor woningen tot een bepaalde waarde. Vanaf 1 januari wordt de grens verhoogd van 525.000 euro naar 555.000 euro.

7) Motorrijtuigenbelasting (MRB) elektrische auto’s.

Eigenaren van elektrische auto’s betalen minder motorrijtuigenbelasting dan eigenaren van benzineauto’s. Maar de korting die eigenaren van emissievrije auto’s krijgen wordt afgebouwd. In 2025 krijgen ze nog 75 procentkorting op de MRB, in 2026 zal dat nog 25 procent of 30 procent zijn.

Foto: ANP

 

 

 

 

Gerelateerde artikelen