Portugal staat de komende weken in de belangstelling.
En dat is ook hard nodig. Portugal was in de afgelopen jaren de “zieke man” van Euroland. Vorig jaar kromp de economie met ruim 1,3%. De werkloosheid was de hoogste in zes jaar met een percentage van 6,4%.
Als lid van het Europees monetair stelsel moet Portugal zich aan de voorwaarden van het stabiliteitspact houden. Door de slechte economische situatie lukte dat niet en had het land de kwalijke eer om als eerste op de vingers te worden getikt door de Europese commissie. Maar het land is sinds afgelopen mei weer van de zwarte lijst afgehaald. Volgens minister van Financiën Manuela Ferreira Leite komt het land nu uit de crisis. Groei dit jaar ligt in de buurt van de 0,8%. En dat is de meest conservatieve schatting. Sommige economen verwachten een hoger groeipercen-tage vooral door de Europese kampioen-schappen. Voor 2005 wordt er een groei verwacht van rond de 2,5%.
De afnemende economische groei heeft Portugal hard getroffen. In de jaren tot 2000 groeide de buitenlandse vraag naar Portugese producten met gemiddeld 9%. In 2001 was deze groei nog slechts 1,8% en in 2002 0,8%. De reden hiervoor was dat Portugal tot de eeuwwisseling het voordeel had van een lage lonen land. De export was met name gebaseerd op producten als kleding en schoenen. Maar fabrikanten van dergelijke producten zoeken net als water het laagste peil. Ze trokken dus weg uit Portugal richting landen als Turkije, Marokko of Roemenië.
Dit wordt onderkend door de huidige centrumrechtse regering. Zij kwam in maart 2002 aan de macht en tracht hervormingen door te voeren. Dit vooral op het gebied van minder regels, belastingvoordelen voor investeringen en een verlaging van de vennootschapsbelasting. Volgens minister van Economische zaken Carlos Tavares zullen Portugese bedrijven zich met name moeten richten op landen als Brazilië, China en Rusland. Een moeilijke opdracht omdat Portugal niet het enige land is die zich op deze gebieden richt. Net als een voetbalteam moet het land eerder uitgaan van haar eigen kracht. En daar kan men een voorbeeld nemen aan bijvoorbeeld Florida. Deze Amerikaanse staat is ook niet bekend om haar exportindustrie maar toch een van de sterke groeiers binnen de Verenigde Staten. Dit komt omdat veel gepensioneerde Amerikanen zich vestigen in deze staat met alleen zonneschijn. Dat voordeel heeft Portugal ook. Het aantal uren zon is een van de hoogste in Europa. Daarnaast heeft het land, mede door de EK, ook een goede infrastructuur. Veel voetballie fhebbers zullen na een bezoek aan dit land wellicht ook gaan overwegen na hun werkzame carrière hier neer te strijken. De economische toekomst van Portugal ziet er ook na het EK er zonnig uit.
“Wellicht was hij het beste dat de obligatiemarkten ooit is overkomen” zo sprak een handelaar nadat het bekend was geworden dat Ronald Reagan was overleden. Een dergelijke uitspraak is niet geheel en al vreemd. Grijpen de economen in hun verhalen allemaal terug naar de oplopende tekorten die de regering Reagan veroorzaakte, obligatiehandelaren zagen de andere kant van de medaille. En dan een veel positievere kant.
Inderdaad liep het begrotingstekort snel op. In 1983 bijna 6% van het bruto nationaal product. Keerzijde was dat er dus ook steeds meer obligatieleningen werden uitgegeven voor de overheid. In 1986 kwam er voor een bedrag van $1200 mrd aan nieuwe staatsleningen naar de markt. En nieuwe leningen zorgen voor handel. Obligatiehandel, eens het gebied voor grijzende heren, werd het domein van snelle handelaren. Zij zorgden er voor dat de enorme hoeveelheid leningen toch altijd nieuwe beleggers vonden. In het boek Liar’s Poker staat het allemaal mooi opgeschreven. De beroemdste zin werd “Join Bonds and kick ass like Rambo”. Netjes vertaald: een obligatie-handelaar is als Rambo. Naast de grote hoeveelheid leningen veroorzaakte de liberalisering van de kapitaalmarkt ook voor een enorme interesse vanuit buitenlandse beleggers. Met name Japanse beleggers kwamen op de hoge rendementen af als vliegen op de stroop. Maar de liberalisering zorgde ook voor een nieuw soort obligaties. Leningen op basis van hypotheken werd een nieuwe markt. De handel hierin is daarna fors gegroeid. Maar ook de zogenaamde Junkbonds kwamen in zwang. Dit soort leningen zorgden ervoor dat diverse overnames steeds gemakkelijker te financieren waren.
Een reden voor de hoge rente kwam ook voort uit de torenhoge inflatie. Bij het aantreden van Reagan in 1980 was deze 13,5%. Deze hoge inflatie kwam door de stijgende olieprijs. Deze oliecrisis werd veroorzaakt door de revolutie in Iran. Om de inflatie te beteugelen gaf de voorganger van Reagan, Carter, het Fed voorzitterschap in handen van Paul Volcker. Deze zorgde voor een krap geld monetair beleid. De rente werd opgeschroefd om de inflatie te beteugelen. Reagan nam dit beleid duidelijk over. En het lukte Volcker om de inflatie richting de 2% te brengen in 1986. Hoewel Reagan de democraat Volcker op zijn plaats wilde houden (hij had hem al herbenoemd) had Volcker daar geen zin in. Hij werd in 1987 opgevolgd door Greenspan. Wel heeft Volcker dankzij Reagan de centrale bankpresident een van de meest prominente beleidsmakers gemaakt in de Amerikaanse economie. Duidelijk was dat een onafhankelijke bankpresident een van de zegeningen van de economie is. En dat is iets waar Alan Greenspan van profiteert.
Reagan kan dus niet alleen worden gezien als lieveling van beurshandelaren. Zijn economische politiek heeft een welvaartsgroei in gang gezet die wellicht heden ten dagen nog altijd voortduurt. Het vrije marktdenken dat hij heeft geïmplementeerd heeft de rente en valutamarkten sterk beïnvloed.
De Amsterdamse beurs heeft wederom een rustige week achter de rug. De koersbewegingen zijn beperkt. Wellicht de opmaat voor forse bewegingen. Uit de weerkunde is immer de bekende wet van de stilte voor de storm. Die storm kan de koersen neerwaarts brengen maar kan ook voor de, zeker door ons, langverwachte uitbraak zorgen.
We zijn overigens niet de enige die een opwaartse beweging verwachten. Volgens de gegevens van het centraal bureau voor de statistiek bezitten de pensioenfondsen voor EURO242 mrd in aandelen. En dat is EURO5 mrd meer dan in september 2000 toen de AEX index op een niveau van 700 stond. Per saldo kochten de pensioenfondsen in het eerste kwartaal 2004 voor ru im EURO4 mld bij. Nu kan een zwartkijker natuurlijk anders redeneren. Als al die pensioenfondsen vol in aandelen zitten zullen zij bij een lichte opgaande beweging ook hun belang gaan afbouwen. Voorlopig zullen dus de koersen op zijn best stabiel blijven. Bij forse politieke onrust daarentegen zullen zij aan de verkoopkant opereren. Een wat kort door de bocht redenering. Pensioenfondsen zijn niet de grote handelaren zoals soms wordt beweerd. Zij hebben een beleggingshorizon van meer dan twintig jaar. Een paar jaar tegenvallende resultaten maakt de meeste fondsen niet zenuwachtig. Zeker zo lang hun rendementen maar in lijn liggen met de wereldindexen. Conclusie is derhalve dat druk op de koersen door verkopende pensioenfondsen niet mag worden verwacht.
Een andere partij die fors aan het kopen is geslagen zijn de verzekeraars. Zij kochten in het eerste kwartaal van dit jaar voor EURO3 mld aan aandelen. Hierdoor kwam het totaal belegd vermogen uit op EURO94 mld in aandelen. Relatief gesproken kocht deze marktpartij veel meer. In de diverse analyses die er zijn geweest over de dalingen in de aandelenmarkten in 2001/2002 wordt met name deze groep aangewezen als verantwoordelijk voor de koersdalingen. Het voert te ver om alle ins en outs van het beleggingsproces van verzekeraars aan te geven maar simpel gezegd hebben zij een kortere beleggingshorizon. Om deze reden heeft deze sector ook minder belegd in aandelen. 38% zit in deze beleggingscategorie versus 47% bij de pensioenfondsen. Door hun kortere beleggings-horizon stappen verzekeraars veel eerder in en uit aandelen.
Zij zullen bij een crisis in de wereld dus snel weer wat aandelen ten gelde maken. Toch geven de cijfers aan dat men meer in de markt durft. Want het eerste kwartaal kan niet worden gezien als politiek rustig. Wellicht zullen zij net als veel particulieren hun posities via derivaten hebben afgedekt. Dat kost natuurlijk rendement maar geeft ook rust in de portefeuille. Daarom verwachten wij ook niet dat zij fors zullen verkopen. Zowel uit fundamentele factoren als uit deze markttechnische analyse mag worden verwacht dat de kans dat koersen fors (meer dan 15%) zullen dalen steeds minder aan het worden is. Naarmate steeds meer aandelen in vaste handen komen te zitten neemt de kans op verdere koersstijgingen natuurlijk toe. Alleen het tijdstip waarop valt zo moeilijk aan te geven.
De Amerikaanse effectenbeurs was afgelopen vrijdag gesloten als teken voor respect voor oud-president Ronald Reagan. Net als de obiglatiemarkt heeft men veel te danken aan hem. De “Reagan years” van 1980 tot 1988 waren de eerste jaren dat effectenbeurzen weer meer in de belangstelling kwamen. Vlak na zijn verkiezing als 40e president van de Verenigde Staten noteerde de Dow Jones index op 21 november 1980 boven de 1000 punten.
De euforie duurde niet al te lang. Want pas twee jaar later in december 1982 kwam de index weer duidelijk boven de 1000 uit om daar ook nooit meer onder te dalen. Toen Reagan het Witte Huis verliet begin 1989 stond de index op 2239. En dat ondanks de beurskrach van 1987. De ontwikkeling van de beursindex geeft aan dat beleggers alle vertrouwen hadden in het economisch beleid van Reagan. Dat beleid was voor een groot deel gebaseerd op de denkbeelden van Milton Friedman hoogleraar aan de universiteit van Chicago. Deze universiteit staat bekend als aanhangers van het monetarisme. Friedman kreeg in 1976 de Nobelprijs voor economie. Zijn standpunt was dat de overheid zo weinig mogelijk moest doen om de economie te sturen. Veel meer moest de overheid ondernemers de ruimte geven om hun initiatieven te kunnen ontwikkelen. Hierdoor krijgen economieën meer dynamiek en is de groei ook veel beter. Reagan geloofde in deze opvatting en trachtte ook zoveel mogelijk ondernemers de kans te bieden. Het is altijd onmogelijk te bepalen of door hem het vrije ondernemersschap weer waarde kreeg of dat hij de juiste man was op de juiste plaats was om deze nieuwe ontwikkeling een impuls te geven.
Feit is dat tijdens de regeringsperiode van Reagan veel nieuwe bedrijven naar de beurs kwamen of werden opgezet die nu als hoofdfondsen worden gezien. Het bekendst is natuurlijk Microsoft. Maar ook Intel en Cisco horen bij deze bedrijven. De Amerikaanse industrie kreeg steeds meer kans om het verloren terrein in de jaren zeventig op met name Japanse bedrijven terug te winnen. Men zou zonder meer kunnen stellen dat de huidige dominantie van Amerikaanse bedrijven in vele sectoren haar oorsprong heeft bij de vrijheid die men kreeg onder het bewind van president Reagan. En met de nieuwe vitaliteit van het bedrijfsleven kwamen ook de aandelenbeurzen tot leven. Het aantal fondsen groeide net als de omzet. Ook kwam er groei in de derivaten zoals opties en futures. Zoals een handelaar het omschreef, slechts een dag dicht uit respect voor Reagan is eigenlijk te weinig.
Terug nog naar het Reagan aandeel Microsoft. Deze week werd bekend dat er gesprekken zijn geweest met het Duitse SAP. Deze gesprekken waren vorig jaar maar leidden tot niets. Wellicht was Microsoft te beducht voor alle problemen die overheden zouden hebben met een dergelijke samenvoeging van de activiteiten. Toch was het geen slechte combinatie geweest. Een andere Amerikaans-Duitse samenwerking, Daimler-Chrysler floreert ook nog altijd. Wel is het duidelijk dat Microsoft nog altijd groter wil worden.