Opvolging familiebedrijf moet fiscaal vriendelijker worden
De fiscale regelingen voor de overdracht van familiebedrijven aan een volgende generatie moeten eenvoudiger en minder streng. Daarvoor pleiten ondernemersorganisatie VNO-NCW en het Familiebedrijven Beraad. De kwestie zou ook besproken moeten worden bij de vorming van een nieuw kabinet, menen ze.
In Nederland zijn er bepaalde fiscale voordelen voor bedrijven die van de ene op de andere generatie overgaan. Doorgaans geldt dat over de schenking of het geërfde deel belasting moet worden betaald. Maar als het bedrijf wordt voortgezet, zijn er regelingen waardoor er minder of geen belasting verschuldigd is, de zogeheten BOR-regeling. Evengoed is deze aan verbetering toe, menen de klagers.
Zo is de BOR behoorlijk complex. Zeker voor wat oudere familiebedrijven waarbij het aandelenbezit is versnipperd in de loop van de jaren, is het lastig om van de BOR gebruik te maken. Volgens VNO-NCW en het Familiebedrijven Beraad zou in Nederland, net als in omringende landen het geval is, niet alleen uitgegaan moeten worden van het aandelenbezit per persoon. In plaats daarvan zou het moeten gaan om de aandelen die in bezit zijn van de familie.
Verder zou de BOR bedrijfsopvolgers tot 5 jaar ‘vastzetten’. Zo is het niet toegestaan om tot vijf jaar na de overname onderdelen af te stoten of andere onderdelen toe te voegen. Daardoor is een bedrijf in de periode na de bedrijfsopvolging minder wendbaar. Ook leert de ervaring dat de BOR zorgt voor ellenlange discussie met de Belastingdienst omdat er veel onduidelijk is. Zo zou vooraf meer bekend moeten zijn over de waarde van de onderneming en over de vraag wat tot het vermogen van de onderneming behoort.
(ANP)