Op weg naar Duurzaam Credit Management
Waarom toch netjes blijven, als blijkt dat men in andere landen het even niet meer zo nou neemt met allerlei voornemens over maatschappelijk verantwoord ondernemen? Gedurende de recessie nam de druk op de overheid toe om allerlei regels te versoepelen. Waarom zou je doorgaan met de voordeur te schilderen als het achterhuis in brand staat? Kortom, het leek gedaan met duurzame ontwikkeling en MVO.
Maar niets is minder waar. Nu de economie weer op lijkt te krabbelen, spreken veel ondernemingen uit maatschappelijk verantwoord te willen ondernemen. Bedrijven integreren duurzaamheid in hun bedrijfsprocessen. En dus zal ook creditmanagement er aan moeten geloven. Binnen het maatschappelijk ondernemen draait het om de drie P’s: Profit, People and Planet. Oftewel organisaties streven bij hun opereren naar evenwicht tussen financieel economische resultaten, sociale belangen en het milieu. Dat is uiteraard niet van de ene op de andere dag een feit.
MVO is volgens de Sociaal Economische Raad een proces waarmee een organisatie verantwoordelijkheid neemt voor de consequenties van haar handelen op sociaal, ecologisch en economisch gebied in de hele keten en verantwoording daarover aflegt en de dialoog aangaat met belanghebbenden hierover. Maar welke consequenties heeft het duurzaam ondernemen dan voor het creditmanagement proces? Er valt veel over te zeggen, maar in het kader van deze bijdrage wil ik mij tot een paar zaken beperken.
Rechtvaardigheid en integriteit zijn belangrijke begrippen binnen MVO. Op zich zou dat er toe moeten leiden, dat organisaties gesloten overeenkomsten respecteren en de verplichtingen uit de overeenkomst nakomen. U weet al waar ik naar toe wil. Bedrijven die zeggen duurzaam te ondernemen zouden stipte betalers dienen te zijn. Het meest ideale MVO perspectief is dat er geen organisatie zonder aanwijsbare reden te laat betaalt. En volgens mij resteren er binnen dat perspectief nog maar twee redenen op basis waarvan betaling zou kunnen uitblijven:
1) Men kan niet betalen vanwege gebrek aan liquiditeiten of 2) vanwege niet integer handelen van de wederpartij wordt de betaling opgeschort.
Voor wat betreft het creditmanagement zijn dus twee zaken heel belangrijk. Als de afnemer over liquiditeiten beschikt op de vervaldatum mag men er van uit gaan dat die betaling ook daadwerkelijk plaatsvindt. Binnen duurzaam creditmanagement zal risk assesment een belangrijke plaats in gaan nemen. Met name de vaststelling of de wederpartij op vervaldatum over voldoende liquiditeiten beschikt dan wel afdoende garanties heeft afgegeven wordt een belangrijke.
Het andere punt is de bewaking van de kwaliteit van de geleverde prestatie of goed. Slechts wanprestatie kan een betaling nog in de weg staan. Maar van die ideale situatie vanuit MVO perspectief gezien zijn we nog ver vandaan. Er zijn koplopers en achterblijvers voor wat betreft het duurzaam ondernemen. En dat geeft onevenwichtigheid in de concurrentieverhoudingen aan elkaar. Die onevenwichtigheden vragen om grote alertheid van de creditmanagers vandaag de dag. Wat is hun rol in het proces van MVO? Volgens mij moeten we naar twee zaken kijken: 1) de bijdrage van creditmanagement aan MVO en 2) de wijze van uitvoering in het kader van MVO.
Als eerste staan we stil bij de bijdrage van het creditmanagement aan MVO. Welke bijdrage kun je leveren als creditmanager aan het scheppen van evenwicht tussen financiële resultaten, sociale belangen en het milieu? Integriteit en rechtvaardigheid zijn ook zonder het streven naar duurzaamheid twee belangrijke ingrediënten binnen het creditmanagement. Dat maakt dat een creditmanager vanwege deze ingrediënten wel eens voor grote dilemma’s komt te staan.
Met name in die situaties dat ondanks gesloten overeenkomsten en afspraken over betaaltermijnen, rente en boetes de creditmanager uiteindelijk heeft te bepalen hoe ver hij wil gaan bij het zoeken van verhaal. Vraag je het faillissement aan als er niet betaald wordt, met als gevolg veel nieuwe werklozen? Zet je mensen uit hun huis als de schuld verder oploopt?
In het kader van de discussie over duurzaamheid wil ik hier toch stelling nemen. Het streven naar duurzaamheid zal niet succesvol zijn als er geen hoge morele normering bestaat en gehandhaafd wordt. Hoewel keuzes in dergelijke dilemma’s soms schrijnende consequenties hebben, moeten die toch niet uit de weg gegaan worden.
Juist duurzaamheid is gebaat bij de zekerheid dat afspraken worden nagekomen. Niet nakomen kan dan ook niet zonder gevolgen blijven, omdat niet nakoming inefficiëntie tot gevolg heeft. Niet-nakoming is een breuk in de keten. Een creditmanager zal dan ook altijd op integere wijze nakoming van de overeenkomsten dienen te bevorderen en af te dwingen. Duurzaamheid is gebaat bij een zo voorspelbaar mogelijk proces.
En dan zijn we weer bij het begin van het creditmanagement proces: als er vanwege de risk assesment reeds grote twijfels bestaan of de debiteur op vervaldatum zal kunnen betalen, dient de creditmanager de verantwoordelijkheid te nemen of de levering niet door te laten gaan, of voldoende zekerheden te regelen. Niet-nakoming is verspilling. En juist om dat besef te bevorderen is het noodzakelijk dat mocht er toch niet op vervaldatum betaald worden, de creditmanager ook op een zo effectieve en efficiënte wijze alsnog betaling afdwingt. Waarbij de vervuiler opdraait voor de te maken kosten. Slechts op deze wijze zullen debiteuren worden opgevoed en wordt het morele besef bevorderd dat afspraak, afspraak is.
Ook de overheid heeft hierin een verantwoordelijkheid. Haar regelgeving moet duidelijk zijn en duurzaamheid bevorderen. Daar past ook regelgeving bij dat de consequenties regelt van het niet nakomen van afspraken. Regels die de rechten van crediteuren en debiteuren regelen.
Over duurzaam of maatschappelijk verantwoord creditmanagement is veel te zeggen, waarbij het naar mijn mening verschil kan maken of het business to consumer of business to business betreft. Maar de ruimte in deze bijdrage aan het Jaarboek Credit Management
is daarvoor te beperkt.
Eén ding wil ik daar nog wel over kwijt en dat betreft de laatste ‘P’ binnen de drie P’s in het kader van duurzaamheid, namelijk de P van Planet. Het gevaar bestaat namelijk dat waar gesproken wordt over duurzaam creditmanagement het vooral gaat over de balans tussen Profit en People. Oftewel over de afweging van en de balans tussen de bedrijfseconomische en de sociale belangen. Maar een creditmanager kan door gebruik te maken van allerlei innovaties het proces steeds groener uitvoeren.
Digitaal factureren bespaart een hoop bomen. Via middelen als videoconferenties en Twitter kan het aantal kilometers over de weg en door de lucht flink teruggebracht worden. En hoewel persoonlijk contact voor een creditmanager een ‘must’ is, doet de creditmanager er goed aan alle ontwikkelingen te volgen en daar waar mogelijk innovaties in te zetten om ook het milieuaspect in zijn dagelijks werk mee te nemen.
Ik hoop dat deze bijdrage, maar ook de sessies tijdens het jaarcongres, ons als vakgenoten aan het denken zet. Dat duurzaamheid een wezenlijk en logisch onderdeel wordt van het creditmanagement. Dat ons denken over maatschappelijk verantwoord creditmanagement
fundamenteel veranderd. En je dus nooit geen Credit Manager of the Year meer kunt worden als je niet hoog scoort op de duurzaamheid van je prestaties.