Ontregeld door een zwarte zwaan
Bij Amazon is het meest verkochte boek in de categorie businessmanagement The Black Swan van Nassim Nicholas Taleb. In dit boek stelt Taleb de (on-)mogelijkheden van forecasting aan de orde.
In zijn opvatting voldoen klassieke kwantitatieve benaderingen niet, omdat ze niet in staat zijn te kijken naar bijzondere gebeurtenissen met een grote invloed, wat Taleb noemt de Black Swan.
Een zwarte zwaan, omdat we ervan uitgaan dat er alleen witte zwanen bestaan, maar de vondst van slechts één zwarte zwaan die assumptie teniet kan doen. Doorgaans worden bijzondere gebeurtenissen (outliers) uit datasets verwijderd omdat ze niet passen in een model.
Met zichtbaar plezier wijst Taleb dan ook naar de gebeurtenissen rondom Long-Term Capital Management (LTCM), waar in zijn ogen het failliet van de moderne portfoliotheorie wordt aangetoond.
LTCM was gebaseerd op academische ‘kwaliteiten’ en berekeningen van een tweetal Nobelprijswinnaars in de economie, maar was niet in staat bepaalde gebeurtenissen mee te nemen in de modellering, zodat LTCM uiteindelijk over de kop is gegaan. Een ander voorbeeld van de beperkingen van modellering is afkomstig uit Scenario development in times of discontinuity van Philip van Notten (te vinden op dissertation.com).
Hij laat zien dat NASA-computers uitschieters van hoge en lage O3-waarden in eerste instantie uitfilterden, omdat een bepaald model dit voorschreef. Totdat duidelijk werd dat de lage O3-waarden duidden op het verminderen van de ozonlaag boven Antarctica.
Het paradigma bepaalt het model en de meting. Modellen hoeven niet verkeerd te zijn, maar dat is pas ‘achteraf’ bekend, terwijl fouten wel zware gevolgen kunnen hebben. Het is al lastig genoeg om een bouwproject goed (tijdig en binnen het budget) af te ronden.
Black Swans zoals de val van de Sovjet-Unie en 9/11 worden genegeerd, totdat ze realiteit zijn, en daarna wordt de kans op herhaling in het laatste geval te groot geschat.
LOSERS
Niet alleen traditionele modellering schiet tekort. Ook kennis van de geschiedenis voldoet niet als indicator voor wat er zou kunnen gebeuren. Volgens Taleb kan de geschiedenis geen betrouwbare basis bieden, omdat verklaringen achteraf over de gang van zaken gemakkelijk zijn en het relaas van dat wat anders had kunnen gebeuren verloren gaat, omdat het alternatieve verhaal nu eenmaal onbekend is.
‘Losers’ zijn niet meer zichtbaar. Een factor hierbij is ook dat informatie niet logisch te analyseren valt, maar alleen vanuit het perspectief van degene die de informatie analyseert.
Voor Taleb is een te groot vertrouwen in de geschiedenis te vergelijken met munten verzamelen. Ook een derde mogelijkheid, het inschakelen van experts, zoals aandelenanalisten, biedt in zijn ogen geen soelaas, omdat zij vanuit een kader redeneren. Meer kennis is niet hetzelfde als meer inzicht. “We forget about unpredictability when it is our turn to predict.”
Hier speelt ook een rol dat experts de neiging hebben om naar elkaar toe te redeneren. Niemand wil een verkeerde forecast doen en dus liggen de meeste forecasts relatief dicht bij elkaar, terwijl het statistische nut van voorspellingen door experts te gering is gebleken.
Een andere factor hierbij is dat de reputatie van de expert meespeelt, hoe groter de reputatie, hoe slechter de voorspelling. Mensen of instituties die zich aan economische of sociale forecasts wagen zijn volgens Taleb dan ook entertainers. Beroepsforecasters zoals overheden worden door hem gewantrouwd.
Overheden zijn goed om te vertellen wat ze doen, maar geven niet goed aan wat ze dan niet doen. “Forecasting by bureaucrats tends to be used for anxiety relief rather than for adequate policy making.”
Taleb wijst op ‘toeval’ als factor. Een gebeurtenis kan een oneindige reeks mogelijke oorzaken hebben. Hoe vaak is een product niet uitgevonden omdat de uitvinders met iets anders bezig waren? Of blijkt iets succesvoller dan gedacht en is dat binnen korte tijd een kerndivisie van een bedrijf?
Of krijgt een product heel andere toepassingen? “We build toys. Some of these toys change the world.” We zijn blind voor de rol van toeval en willekeur en houden vast aan prognoses gebaseerd op verkeerde modellen, omdat we niet anders kunnen. We denken dat het slimmer is om redenen te zoeken dan om om te gaan met toevalligheden.
Taleb geeft aan dat hij niet weet welke Black Swans er zullen komen, alleen dat ze zullen komen. Positieve Black Swans ziet hij in segmenten als biotechnologie, film, uitgeverijen, wetenschappelijk onderzoek en venture capital, waar het verlies beperkt kan zijn, maar er ook een kans is op groot succes.
Negatieve Black Swans zijn gebeurtenissen met onverwachte en zware gevolgen, zoals op veiligheidsgebied. Taleb wil niet investeren in het voorspellen van de Black Swans, maar alleen in het erop voorbereid zijn.
Je kunt je wel een voorstelling maken van de gevolgen als er iets gebeurt, maar niet de kans bepalen dat het gebeurt. Een complicerende ontwikkeling hierbij is dat globalisering afhankelijkheid schept en daarmee neemt de kans op de zware gevolgen van een negatieve Black Swan toe.
WILDCARDS
Scenarioplanning kan mijns inziens een nuttige aanvulling zijn op de problemen die Taleb aanstipt. Het gaat hierbij vaak om kwalitatieve beelden van mogelijke toekomsten en daarmee wordt recht gedaan aan de fundamentele onzekerheid in de samenleving.
Het mentale kader kan worden opgerekt om sneller de positieve of negatieve elementen van een Black Swan of andere ontwikkelingen in te zien. Het moet dan alleen niet uitsluitend gaan om de klassieke 2×2 matrix van scenario’s, waarbij de twee meest onzekere trends met de grootste impact als basis worden genomen voor het bouwen van een viertal uiteenlopende, logisch consistente en waarschijnlijke scenario’s.
Er moet ruimte zijn om in te gaan op de ‘wat als’-vragen, op wildcards of bijzondere gebeurtenissen (disruptive events). Niet alleen aandacht besteden aan trends en mogelijke tegenreacties daarop, zoals een deregulerende of reregulerende overheid, maar ook met een frisse blik kijken naar ‘gebeurtenissen’ met mogelijk grote gevolgen, zoals de opkomst van een nieuwe technologie, een nieuwe concurrent of een ‘onverklaarbare’ financiële crisis.
Tot dusverre gebeurt dit te weinig. Zo heeft Philip van Notten een dertigtal scenarioprojecten onderzocht op de mate waarin discontinuïteit aan de orde komt. De helft besteedt hier geen aandacht aan.
Dit wijt Van Notten aan de focus op positieve beelden (het is goed of slecht nu en het zal alleen maar beter gaan), het zoeken naar consensus, waarmee outliers vanzelf verdwijnen, en soms de institutionele onmogelijkheid om buiten kaders te denken, omdat dit indruist tegen de belangen van de organisatie.
The Black Swan – The impact of the highly improbable maakt duidelijk dat we een manier moeten vinden om te accepteren dat we niet alles kunnen verklaren en voorspellen, maar flexibel moeten leren omgaan met veranderingen in de vorm van positieve Black Swans (ondernemersinstinct) en passende maatregelen moeten zien te treffen om de gevolgen
van een mogelijk negatieve Black Swan te beperken.
Scenario’s kunnen hierbij een rol spelen. Louis Pasteur gaf het al aan: “Le hazard ne favorise que les esprits préparés”, oftewel het toeval begunstigt alleen hen die erop voorbereid zijn.
Politicoloog en scenarioplanner MARC SUTERS is werkzaam bij Ernst & Young. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel. The Black Swan – The Impact of the Highly Improbable van Nassim Nicholas Taleb is uitgegeven door Random House, ISBN 9781400063515