Ondernemingen geven te weinig inzicht in risico’s
Slechts één op de tien ondernemingen geeft echt inzicht in de belangrijkste risico’s. En slechts twee derde van de ondernemingen (62 procent) verstrekt informatie over de belangrijkste risico’s die zijn verbonden aan de bedrijfsstrategie.
Grote ondernemingen geven bovendien geen goed inzicht in mogelijke tekortkomingen van hun risicobeheersings- en controlesystemen. Dat alles blijkt uit het onderzoek ‘Inzicht in onzekerheid’ in opdracht van het NIVRA en Eumedion, het corporate governanceforum voor institutionele beleggers.
Het onderzoek biedt inzicht in de verslaggeving over risico’s en beheersingssystemen van beursgenoteerde ondernemingen op basis van de jaarverslagen over 2007. Enkele andere bevindingen: In hun risicorapportages worden operationele en financiële risico’s door de onderzochte ondernemingen het meest genoemd.
Risico’s die te maken hebben met wet- en regelgeving of financiële verslaggeving worden minder vaak vermeld. Geen van de onderzochte ondernemingen geeft aan wat de kans is dat een genoemd risico zich ook echt zal voordoen.
Slechts vijtien procent van de ondernemingen meldt in het jaarverslag iets over het durven nemen van risico’s. Ook wordt vaak geen goede kwantificering van risico’s gegeven en worden mogelijke gevolgen wanneer de risico’s zich daadwerkelijke voordoen niet in kaart gebracht.
De risicoparagraaf in het jaarverslag bevat bijna nooit informatie over eventuele tekortkomingen in de gebruikte risicobeheersings- en controlesystemen. Dit geldt vooral voor grote ondernemingen.
Slechts 4 procent van de ondernemingen zegt iets over eventuele belangrijke tekortkomingen die zijn geconstateerd. Eén op de vijf ondernemingen maakt melding van doorgevoerde of geplande verbeteringen.
De zogeheten ‘in control’-verklaring van de ondernemingsleiding, die betrekking heeft op risico’s in de financiële verslaggeving, wordt over het algemeen goed nageleefd: 85 procent van de ondernemingen heeft deze verklaring in het jaarverslag opgenomen.
Het afgeven van deze verklaring is eerder geadviseerd door de commissie-Frijns, die de werking van de code-Tabaksblat voor goed ondernemingsbestuur heeft getoetst.