Ondernemers zien belastingplannen niet zitten
Bijna de helft van Nederlandse ondernemers en financieel verantwoordelijken (45%) kijkt nu al op tegen het werk dat zij moeten verzetten door de verwachte fiscale veranderingen door het Belastingplan 2023. Dat blijkt uit onderzoek van de leverancier van aangiftesoftware Nextens in aanloop naar Prinsjesdag 2022. Op die dag zal de regering het Belastingplan 2023 presenteren. Het onderzoek is uitgevoerd onder 900 financieel verantwoordelijken.
Een deel van de fiscale veranderingen in 2023 is al bekendgemaakt in het coalitieakkoord van eind 2021. Daarnaast heeft het kabinet een groot aantal wijzigingen aangekondigd in verschillende beleidsstukken, zoals de Voorjaarsnota en enige Kamerbrieven van de staatsecretaris van Financiën. Zo wil het kabinet de zelfstandigenaftrek van 6.310 euro afbouwen naar 1.200 euro in 2030.
Bijna de helft van de financieel verantwoordelijken (48%) is het niet met deze wijziging eens. Zij vinden de versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek onnodig. Ook de aangekondigde verlaging van de tariefopstap in de vennootschapsbelasting van 395.000 naar 200.000 euro kan op gefronste wenkbrauwen rekenen. De helft (51%) van de financieel verantwoordelijken vindt dit een abrupt sterke verhoging van de belastingdruk.
Uit de Voorjaarsnota bleek daarnaast dat personen met een zogeheten ‘aanmerkelijk belang’, zoals bijvoorbeeld een directeur-grootaandeelhouder, vanaf 2024 moeten werken met twee tarieven in box 2. Momenteel wordt er enkel gebruik gemaakt van het tarief van 26,9 procent.
39 procent van de financieel verantwoordelijken verwacht niet dat dit zal helpen in het gelijktrekken van de belastingdruk tussen ondernemers met of zonder bv. En nog eens 31 procent weet niet of dit wel het verschil gaat maken. Daarnaast denkt 46 procent dat het innovatief vermogen van Nederlandse start-ups gevaar loopt als directeur-grootaandeelhouders van innovatieve start-ups hun belastbare loon niet meer mogen vaststellen op het wettelijk minimumloon.