Ondanks dalend verzuim neemt langdurig verzuim toe
In de afgelopen drie kwartalen (januari tot en met augustus) is er wederom een toename te zien in het aantal werknemers dat langer dan 42 weken ziek thuis zit. Het gaat om een stijging van acht procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
Deze toename blijkt uit cijfers van het UWV en uit de bestanden van inzetbaarheidsspecialist Robidus. Werkgevers moeten een melding doen bij het UWV als een werknemer na 42 weken nog niet (volledig) aan het werk kan vanwege ziekte.
Uit de 42e-weekmelding cijfers van het UWV blijkt dat deze meldingen bij werknemers in de leeftijdscategorie 25 tot 34 jaar opnieuw opvallend hard zijn gestegen. Naast de 42e-weeksmeldingen, blijkt ook uit de WIA-aanvragen dat het langdurig verzuim onder werknemers blijft stijgen. De afgelopen drie kwartalen is het aantal aanvragen met dertien procent gestegen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Werknemers die langer dan twee jaar ziek zijn, kunnen een WIA-aanvraag doen.
Deze cijfers over langdurig verzuim staan in schril contrast met de dalende cijfers over verzuim die CBS heeft bekendgemaakt. Het verzuimpercentagee was in het derde kwartaal van 2023 4,8 procent. Dat wil zeggen dat 48 van de duizend te werken dagen werden verzuimd wegens ziekte. Net als in de eerste twee kwartalen van dit jaar was het verzuim lager dan een jaar eerder.
Van 2013 tot en met 2022 was in elk derde kwartaal het ziekteverzuim gelijk aan, of hoger dan een jaar eerder. In 2023 is er met een verzuim van 4,8 procent, na tien jaar van gelijkblijvende of oplopende verzuim, sprake van een omslag. In 2022 bedroeg het ziekteverzuim 5,0 procent; vanaf 1996 was het verzuim alleen in het derde kwartaal van 2000 en 2001 hoger dan 5 procent.
Ondanks deze lichte afname was het ziekteverzuimpercentage nog wel hoger dan in de coronajaren 2021 (4,6 procent) en 2020 (4,4 procent). Voor corona, in het derde kwartaal van 2019, was dit 4,0 procent.