Octrooibeleid bij veel organisaties nog in kinderschoenen
Een octrooi kan handig zijn, maar het is vooral duur en veel gedoe. Dit soort negatieve associaties met octrooien komt Thomas Remmerswaal nog wel eens tegen in zijn werk als octrooigemachtigde bij EP&C Patent Attorneys. Zonde, vindt hij. Want als je als innovatief bedrijf een octrooibeleid hebt dat breder leeft in de organisatie, dan levert dit grote commerciële voordelen op. Doe je niks, dan verspeel je zomaar je marktpositie of monopolie.
Remmerswaal roept bedrijven op om octrooibeleid in te bedden in de organisatie: “Het octrooibeleid staat bij veel organisaties nog in de kinderschoenen. Het bewust nadenken over octrooien is nog geen beleid. Neem het mee in je gehele bedrijfsstrategie en zie octrooieren als één van de stappen tijdens het innoveren.”
Eerst meer kennis
Iedereen heeft wel eens van octrooien gehoord en weet in de basis wat je ermee kunt. Dat is binnen een innovatieve organisatie niet genoeg. Door een weloverwogen octrooibeleid sta je stil bij hoe octrooien helpen om een kostenpost – de octrooiaanvraag – om te draaien in iets wat meerwaarde genereert.
Door hier kennis over te delen in de organisatie komt er een mindset waarin innoveren, octrooieren en commercialiseren met elkaar verbonden zijn. Remmerswaal legt uit dat dit begint bij meer begrip over octrooien. “Voordat je aan een octrooibeleid begint, is het belangrijk dat het onderwerp leeft in de organisatie. Dat mensen weten wat een octrooi is en wat je ermee kunt. En welke octrooien je bezit, bijvoorbeeld met een octrooidatabank op intranet. Als de afdeling sales weet van de octrooien, kunnen zij op beurzen hun voelsprieten gebruiken. Wat doen concurrenten, wat zijn trends, zien ze misschien inbreuk op je octrooi? Komen zij dan producten tegen die vergelijkbaar zijn met het product waar je een octrooi op hebt, dan gaat er een lampje branden.”
De voordelen van een octrooi
Bij die kennis over octrooien hoort ook het inzien van de voordelen legt Remmerswaal uit. “Met een octrooi heb je alleenrecht op jouw innovatie. Dit duurt maximaal 20 jaar. Zo lang het interessant is, ben je in die tijd beschermd tegen namaken. Het geeft je een sterke marktpositie en monopolie op je uitvinding. Dit raakt ook aan je bedrijfsstrategie. Deze gaat hand in hand met het octrooibeleid, als je bijvoorbeeld het zwaartepunt van je commerciële activiteiten richt op geoctrooieerde producten.”
Een ander belangrijk voordeel is dat je met een octrooi ook licenties kunt uitgeven en hier geld mee kunt verdienen. “Als je een octrooi hebt in landen waar je bij nader inzien de markt niet op gaat, dan kun je overwegen in die landen licenties uit te geven. Vanaf volgend jaar kun je ook een unitair octrooi aanvragen. Hiermee heb je in één keer een octrooi in 17 landen van de Europese Unie. Stel dat er maar zes interessant zijn voor jouw bedrijf, dan kun je voor de andere landen licenties aanbieden aan partijen die daar actief zijn. Zo verdien je extra geld met je octrooi,” vertelt Remmerswaal.
Octrooien zijn ook goed in te zetten als marketingtool legt Remmerswaal uit. “De marketing- en salesafdeling kan het commercieel benutten. Denk aan het gebruik van ‘patent pending’. Zo zijn potentiële klanten eerder bereid je innovatie te kopen. Een octrooi maakt je ook interessanter voor investeerders. Ze zijn eerder geneigd om hun portemonnee te trekken. De kans dat ze hun geld terugverdienen is namelijk groter, dan wanneer iedereen het product op de markt kan brengen.”
Verantwoordelijkheid te veel bij technische afdelingen
Dat octrooien bij veel bedrijven nog geen vaste plek in het beleid hebben komt volgens Remmerswaal, omdat de verantwoordelijkheid nu nog vaak alleen bij de technische afdelingen of bij R&D ligt. “Dat is op zich niet gek; daar worden tenslotte de meeste innovaties gedaan. Maar techneuten vinden vaak vooral complexe, technische oplossingen interessant om te octrooieren. Dat zijn niet per se de uitvindingen waar het meeste geld mee verdiend wordt. Als een octrooibeleid breder in de organisatie gedragen wordt, dan kijkt bijvoorbeeld een afdeling marketing & sales er met andere ogen naar. Die heeft weer meer zicht op waar de markt behoefte aan heeft en wat commercieel interessant is. Het is daarom goed hen te betrekken en de verantwoordelijkheid voor het beleid bij bijvoorbeeld de directie te leggen. Als je zorgt dat de visie op octrooieren in de organisatie is ingebed, dan voorkom je bovendien dat er vanaf geweken wordt als er wisseling van de wacht is bij bijvoorbeeld de directie of R&D,” aldus Remmerswaal.
Gooi je eigen glazen niet in
Door ervoor te zorgen dat het octrooibeleid breder in de organisatie bekend is, voorkom je ook dat je je eigen glazen ingooit. Remmerswaal legt uit: “Binnen veel bedrijven is er vaak weinig bekend over octrooien. Ook niet bij de mensen die uitvindingen doen. Een techneut vertelt bijvoorbeeld enthousiast op een verjaardag of een beurs over een innovatie waar aan gewerkt wordt. Dan kan octrooieren dus niet meer. Het octrooi moet eerst aangevraagd worden, voordat je er mee naar buiten treedt. Anders is het niet nieuw meer en dat is een hele strikte voorwaarde voor het verkrijgen van een octrooi. Dit ongewenst publiceren voorkom je als er meer kennis is over octrooien.”
Koppel het octrooibeleid aan je innovatiesubsidie
Innovatieve bedrijven maken vaak gebruik van WBSO-subsidies. Deze subsidie ontvangen bedrijven ter aanmoediging van innovatie en zijn gekoppeld aan de tijd die wordt besteed aan R&D werk. Verkoop je een uitvinding die onder WBSO-subsidie is ontwikkeld, dan kan je door middel van de innovatiebox je winstbelasting verlagen. Remmerswaal legt uit hoe het werkt. “Bedrijven krijgen korting op hun winstbelasting over de innovatieve producten; de zogenaamde Innovatiebox. Voor grotere bedrijven geldt dat ze ook daadwerkelijk een octrooi moeten hebben om in aanmerking te komen voor de kortingen van de Innovatiebox. Zij maken weliswaar kosten voor octrooien, maar het levert gezien de korting op de winstbelasting alsnog meer op onder aan de streep. Als je dus je octrooibeleid afstemt op je innovatiesubsidie, dan heeft dit een groot financieel voordeel. Daarnaast kun je overwegen om de complexiteit – en dus de kosten – van het octrooi af te stemmen op het doel: concurrentie inperken of fiscale voordelen. Maar ook dan geldt weer; hou de kennis niet bij de technische afdeling, maar deel dit breder. Met de financiële afdeling in dit geval. Aan hen de taak om gebruik maken van innovatiesubsidies.”
Wat neem je op in je octrooibeleid?
In een octrooibeleid leg je de visie van je bedrijf op het gebied van octrooieren vast. Zo zorg je ervoor dat als er geïnnoveerd wordt, het heel logisch is dat er ook nagedacht wordt over een eventueel octrooi. Remmerswaal legt uit welke vragen je kunt stellen om tot deze visie te komen: “Belangrijk is om je af te vragen is hoe je geld verdient met de vinding. Als de vinding voor jouw bedrijf belangrijk of technisch heel erg vernieuwend is, overweeg dan een octrooi. Doe dit niet voor vindingen die commercieel niet aantrekkelijk zijn.
Denk verder na over wat je met de octrooien wil doen: alleen beschermen of ook licenties uitgeven? In welke landen wil je commercieel optreden, wat is het beleid aan de vervolgkant? En ben je ook bereid om te investeren in het weghouden van overtreders? Maar denk ook na over of de octrooien matchen bij wat je aankunt op het gebied van productie en exploitatie. Dit zijn soms best complexe vragen. Aarzel dus niet om daar expertise bij in te huren. Op de lange termijn is dat het waard.”