Nobelprijs economie naar onderzoek welvaartsverschillen
De Turkse onderzoeker Daron Acemoglu en de Amerikanen Simon Johnson en James Robinson winnen de Nobelprijs voor Economie 2024 voor hun onderzoek naar welvaartsverschillen tussen landen. Dat heeft de Zweedse nationale bank en de Zweedse Koninklijke Academie voor Wetenschappen eerder vandaag bekent gemaakt. Het werk van de economen is bruikbaar voor bedrijven die internationaal opereren, aangezien het inzicht geeft in de institutionele factoren die economische groei beïnvloeden. Dit kan leiden tot betere investeringsbeslissingen en risicoanalyses voor multinationals.
- Nobelprijs Economie 2024 voor onderzoek naar welvaartsverschillen
- Acemoglu, Johnson en Robinson delen prestigieuze prijs
- Onderzoek benadrukt belang instituties voor economische groei
De drie economen hebben zich gericht op de historische wortels van welvaartsverschillen tussen landen. Ze onderzochten hoe economische en politieke instituties, ontstaan tijdens de Europese kolonisatie vanaf de 16e eeuw, de langetermijnontwikkeling van landen hebben beïnvloed. Hun onderzoek toont aan dat samenlevingen met een zwakke rechtsstaat en uitbuitende instituties geen economische groei of positieve verandering genereren. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Het boek ‘Why Nations Fail’ beschrijft hoe democratisering kan plaatsvinden wanneer elites vrijwillig macht afstaan om revolutie te voorkomen
Impact op internationale bedrijfsvoering
Voor bedrijven die internationaal actief zijn, kan het onderzoek waardevolle inzichten bieden. Het benadrukt namelijk het belang van het begrijpen van lokale institutionele structuren bij het maken van investeringsbeslissingen. Landen met sterke, inclusieve instituties bieden mogelijk een stabieler en gunstiger klimaat voor zakelijke activiteiten. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Erkenning
De Zweedse Koninklijke Academie van Wetenschappen heeft de prijs toegekend aan Acemoglu en Johnson van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en Robinson van de University of Chicago. Juryvoorzitter Jakob Svensson benadrukte dat het verkleinen van inkomensverschillen tussen landen een van de grootste uitdagingen van onze tijd is. Eerder schreven twee van de winnaars het boek “Why Nations Fail” over de verschillen in welvaart.
Centrale these
De kernboodschap van het boek is dat landen floreren wanneer ze goedwerkende instituties hebben en falen wanneer ze extractieve instituties hebben. Volgens de onderzoekers schieten geografische verklaringen tekort. De auteurs gebruiken voorbeelden zoals de gedeelde stad Nogales (Arizona/Sonora) om aan te tonen dat geografische factoren niet voldoende zijn om economische verschillen te verklaren. De economen benadrukken dat duurzame economische groei innovatie en creatieve vernietiging vereisen, processen die vaak worden belemmerd in extractieve systemen.
De huidige economische en politieke situatie van een land is daarom vaak het resultaat van historische ontwikkelingen, zoals kolonialisme waarin die voorwaarden geremd worden. Het boek beschrijft verder hoe democratisering kan plaatsvinden wanneer elites vrijwillig macht afstaan om revolutie te voorkomen. Landen met ‘extractieve instituties’ kunnen korte periodes van groei ervaren, maar deze zijn meestal niet duurzaam op de lange termijn.
Door middel van talrijke historische voorbeelden en case studies onderbouwen Acemoglu en Robinson hun theorie, waarbij ze benadrukken dat inclusieve politieke en economische instituties essentieel zijn voor langdurige welvaart en ontwikkeling.