Nieuwe interpretatie IFRS vraagt extra miljoenenvoorziening bedrijven
Dat blijkt uit een analyse van HR-dienstverlener Mercer.
Tot dusver hoefden werkgevers er volgens accountants geen voorziening te vormen voor de WGA en de uitkeringen wegens ziekte in het publieke bestel. In het publieke bestel kiest een werkgever er voor zich niet privaat te verzekeren voor de WGA (Wet op Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid) en kiest voor een routing via het UWV. Met de modernisering van de ziektewet moet de werkgever een gedifferentieerde premie gaan betalen voor zowel de aan hen toegerekende ziektewet en WGA uitkeringen. Feitelijk betaalt de werkgever daarmee de uitkeringskosten voor de eigen zieken en arbeidsongeschikten.
In de nieuwe visie moet er nu een voorziening worden gevormd op het moment dat iemand ziek wordt voor zowel de uitkeringen aan zieken als de WGA uitkeringen aan vast en tijdelijk personeel. Deze ontwikkeling zorgt er voor dat bedrijven in het publieke bestel vanaf 1 januari 2014 worden geconfronteerd met voorzieningen die in de miljoenen kunnen lopen.
Leo Bil, consultant sociale zekerheid bij Mercer: “Door de ontwikkeling in de interpretatie van de IFRS zien we dat bedrijven een voorziening moeten opnemen voor potentiële uitkeringen op het moment dat werknemers ziek worden. Dat geldt ook als het bedrijf nog in het publieke bestel zit. Deze voorziening kan mogelijk de kredietwaardigheid van het bedrijf aantasten, met alle gevolgen van dien.”
Veel bedrijven die nu privaat verzekerd zijn overwegen om per 1 januari 2014 terug te stappen in het publieke bestel als gevolg van de forse premieverhogingen door de verzekeraars en de optisch lage premie (0,12%) van het UWV. Bedrijven die deze beslissing willen nemen dienen zich te realiseren dat zij deze soms forse voorzieningen op de balans moeten vormen, waarschuwt Bil.
“Het opnemen van een voorziening voor arbeidsongeschiktheid is tot nu toe altijd genegeerd door de Nederlandse accountants, nu is daar een kentering in. Vanuit verlies en winst rekening perspectief wordt hierdoor het private bestel gelijkwaardig aan het publieke bestel. Feitelijk wordt hiermee ook het publieke bestel een soort omslagstelsel dat via de balans van de werkgevers loopt. Hierdoor is er een kans dat het hybride stelsel op langere termijn toch nog op een goede manier gaat werken.”
Bron: Mercer