‘Niet alles dat van belang is, kun je meten’
De afgelopen jaren hebben veel bedrijven prestatiemanagement doorgevoerd. De basisgedachte hierachter bij veel grote private ondernemingen én non-profitorganisaties is volgens hoogleraar Vosselman dat het goed is om targets te stellen. ‘Veel organisaties zijn gaan meten of afspraken worden nagekomen. Dit doen zij ook met afschrikmiddelen, om managers te motiveren en te prikkelen. Die ontwikkeling zet door. Niet alleen met vaste targets, want zij worden ook aangepast aan de snelle ontwikkelingen aan de markt.’ Onmogelijk Vosselman vindt deze ontwikkeling ‘opvallend’. ‘Het getuigd volgens mij van ideeën waar je een vraagteken bij kunt zetten. Met de balanced scorecard zou je beter vat op de organisatie en meer en dieper informatie kunnen naar boven kunnen halen. Is dat echter wel mogelijk met enkel het meten van financiële factoren? Niet alles dat van belang is, kun je meten. De belangrijkste factoren van een bedrijf krijg je er naar mijn mening zelfs niet mee naar boven.’ Orkest ‘Als je niet oppast, ontstaat door de nieuwe prestatiemeetsystemen nieuwe armoede’, vervolgt Vosselman. ‘Waarom is de prestatie van het ene orkest beter dan die van een ander orkest? Tezamen maken de leden een bepaald toontje dat heel moeilijk meetbaar is. Hele specifieke dingen bepalen de kwaliteit.’ Tegenvallen Hoewel de financiële prestaties en metingen bij bedrijven vaak wijzen op het nut van prestatiemanagement, kan de prestatie van de organisatie volgens Vosselman wel eens tegenvallen op de (middel)lange termijn. ‘Als medewerkers hun bezieling en motivatie kwijtraken omdat zij alleen maar werken om straffen te ontlopen en beloningen te ontvangen, is dat op den duur natuurlijk zorgelijk voor elk bedrijf. Betrokkenheid is nodig. Zeker voor de creativiteit die nodig is om voorop te blijven lopen, zoals Nederland dat wil.’