Nederlandse economie groeide niet in eerste kwartaal
In de voorgaande drie kwartalen was er nog wel sprake van duidelijke groei. Door het einde van de coronalockdown eind januari ging er in het eerste kwartaal meer geld naar de horeca, de cultuur- en recreatiesector en sportscholen, maar tegelijk gaf de overheid veel minder uit dan aan het einde van 2021. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De overheid gaf 4 procent minder uit aan salarissen, goederen of diensten dan in het vierde kwartaal van 2021. Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen wijst er in een toelichting op dat eind 2021 nog een recordhoeveelheid overheidsgeld opging aan onder andere vaccinatiecampagnes tegen corona en coronatests. “Daarna zijn die uitgaven sterk afgebouwd naar een normaler niveau, en die uitgaven lagen veel lager.” Krimp in onder andere de zorgsector drukte volgens het statistiekbureau sterk op het bruto binnenlands product (bbp).
Naast de overheid gaven huishoudens niet meer uit dan voorheen, ondanks dat de maatschappij weer van het slot ging. Ten opzichte van het vierde kwartaal van vorig jaar gaven ze zelfs 0,1 procent minder uit.
Het is volgens het CBS nog moeilijk te zeggen wat de invloed van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland is op de economie. Nederland voerde minder in en uit. Van Mulligen merkt op dat de export van in Nederland gemaakte producten op jaarbasis niet groeide, mogelijk omdat door de oorlog ook minder Nederlandse olieproducten werden uitgevoerd. Ook de zware lockdowns in grote Chinese steden spelen daarbij mogelijk een rol
De export bleef wel groter dan de import. Dat positieve handelssaldo droeg bij aan de economie. Daarnaast investeerden bedrijven meer, wat gunstig uitpakte voor het bbp. Ook groeiden bouwbedrijven en zakelijke dienstverleners – waar bijvoorbeeld uitzendbureaus onder vallen – hard.
Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar groeide de Nederlandse economie met 7 procent. In het hele eerste kwartaal van 2021 gold nog een harde lockdown. Vergeleken met die periode gaven consumenten in het voorbije kwartaal veel meer uit aan onder andere etentjes, theaterbezoeken en kleding.
Volgens minister van Economische Zaken Micky Adriaansens ligt de afkoeling onder meer aan “de hoge inflatie, economische onzekerheid en tekorten op de arbeidsmarkt en in de aanlevering van goederen en halffabricaten”. De hoge kosten en langere levertijden zijn vervelend voor bedrijven en huishoudens, aldus de bewindsvrouw. “Met name voor de meest kwetsbaren wegen de stijgende kosten zwaar”, zegt Adriaansens. Ze wijst op de maatregelen die het kabinet al heeft genomen om de pijn van het dure leven te verzachten.