Nederlandse banken zien PSD2 vooral als een kans

Nederlandse banken zien de komst van de Payment Service Directive II niet als een bedreiging maar vooral als een nieuwe kans om meer toegevoegde waarde aan hun klanten te leveren.

De nieuwe richtlijn zet de banken er met name toe aan om nieuwe betaaldiensten en –producten voor hun klanten te ontwikkelen, zoals op maat gesneden diensten om te bankieren op basis van data & analytics. Maar ondanks het optimisme maken de banken nog onvoldoende geld vrij om zich voor te bereiden op de gevolgen van PSD2, zoals de scherpere veiligheidseisen en het bieden van toegang aan derden tot klantgegevens op basis van de API-technologie. 

Dit blijkt uit het onderzoek Banking Systems dat KPMG iedere twee jaar verricht onder de Nederlandse banken. Ruim 70 procent van de onderzochte banken ziet de komst van PSD2 als een nieuwe kans. 

“Dat geldt vooral voor de grote banken”, zegt Brigitte Beugelaar, partner bij KPMG IT Advisory. Beugelaar: “Kleinere banken zien de nieuwe richtlijn vooral als een verplichte exercitie. Bijna 70 procent van de grote banken ontwikkelt dan ook nieuwe producten en diensten. Ruim 30 procent is bovendien bezig om de bedrijfsvoering digitaal te transformeren. Maar als het gaat om het vrijmaken van geld om de komende veranderingen te financieren hebben nagenoeg alle banken niet meer dan 2 procent van hun IT-omzet gereserveerd.”
 
Onzekere toekomst kleine banken
“Duidelijk is dat PSD2 het speelveld van de Nederlandse en Europese banken ingrijpend gaat veranderen”, constateert Alex Brouwer, partner Digital Advisory bij KPMG. 

Brouwer: “Banken zullen gegevens van klanten met andere partijen moeten delen. Met de nieuwe regelgeving gaat het huidige landschap dan ook volledig op de schop. Nieuwe spelers zullen de markt betreden die hun invloed zullen hebben op de ervaringen van klanten. De minder volwassen banken gaan hiervan de gevolgen ondervinden. In dat kader is het opvallend dat de kleinere banken vanuit concurrentieoogpunt vooral angst hebben voor de grote banken en in veel mindere mate voor FinTechs. De grote banken daarentegen zijn vooral beducht voor de BigTechs, zoals Apple, Amazon en Google. Gezien het feit dat de kleinere banken ook nog eens vooral oog hebben voor het bankieren op zich en veel minder voor de technologie, moeten grote vraagtekens worden gezet bij de toekomst van deze banken. Grote banken groeien in toenemende mate uit tot IT-bolwerken en zien de Tech-bedrijven ook als de grootste uitdagers. Het verschil tussen grote en kleine banken komt ook tot uitdrukking in het soort werknemers dat de banken in dienst nemen. Grote banken werven veel IT-personeel, terwijl de kleine banken het aantal IT’ers juist vermindert. Dit komt vooral omdat zij in het algemeen panklare IT-producten gebruiken waardoor zij minder behoefte hebben aan IT-mensen op de werkvloer. Toch zou je verwachten dat ook de kleinere banken dan meer IT- en data-analisten zouden inzetten in hun bedrijfsvoering. Maar ook dat is niet het geval.”
 
Steeds meer IT’ers door cyber
De grote Nederlandse banken groeien volgens Beugelaar steeds verder uit tot IT-bolwerken. Beugelaar: “Gedreven door de steeds verder gaande digitalisering van processen en de toenemende adoptie van mobiele toepassingen door hun klanten neemt het aantal werknemers met een IT-achtergrond in hoog tempo toe. Nu werkt 25 procent van alle werknemers van de grote banken bij de IT-afdeling. In 2015 was dit nog 22 procent. De toenemende aandacht die de banken hebben voor cyber security speelt hierbij een belangrijke rol. Een meerderheid van de banken geeft inmiddels meer dan 4 procent van het IT-budget uit aan cyberveiligheid. Toch zijn de banken zich bewust van het feit dat de uitgaven aan het voorkomen van internetcriminaliteit niet oneindig kunnen toenemen. Veel banken kijken dan ook naar een mix van maatregelen om de veiligheid tegen lagere kosten te garanderen.“

Gerelateerde artikelen