Nederlanders sparen het minste
78% van het geld dat Nederlanders sparen en beleggen, staat op een bank- of spaarrekening. Dat blijkt uit BlackRock's wereldwijde 'Investor Pulse'-onderzoek. Dat is meer dan in alle andere Europese landen, maar Nederlanders sparen in vergelijking met andere landen wel het minst; slechts 11 cent van iedere euro.
BlackRock’s wereldwijde ‘Investor Pulse’ onderzoek – één van de grootste onderzoeken naar spaargeld, beleggingen en pensioenplanning ooit – wijst uit dat 78% van het geld dat Nederlanders sparen en beleggen op een bank- of spaarrekening staat. Dat is meer dan in alle andere Europese landen waar het onderzoek werd uitgevoerd.
Ondanks het beeld dat in het buitenland heerst van de ‘zuinige Hollanders’, blijkt uit het onderzoek verrassend genoeg dat de Nederlanders, samen met de Belgen, in vergelijking met de andere Europese landen in het onderzoek juist het kleinste gedeelte van hun inkomen sparen: niet meer dan 11 cent van iedere euro.
Het onderzoek laat ook zien dat Nederlanders tegengestelde gedachten hebben over hun financiële toekomst. De helft (50%) heeft een negatief gevoel, maar 44% van de Nederlanders is juist positief gestemd als het om hun financiële toekomst gaat. Dat laatste percentage is hoger dan in andere Europese landen, zoals België (40%) en Frankrijk (31%). Ruim de helft van de Nederlanders heeft het gevoel controle te hebben over hun financiële toekomst (52%) en vertrouwt erop de juiste beslissingen te nemen als het om sparen en beleggen gaat (54%).
Bijna de helft (46%) van de Nederlanders zegt dat de kosten voor de gezondheidszorg een grote bron van zorg zijn als het om hun financiële toekomst gaat. Dit is niet verassend, aangezien de kosten voor gezondheidszorg in Nederland in de periode van 2000 tot 2012 verdubbeld zijn.* Andere zaken waarover zij zich zorgen maken zijn de staat van de Nederlandse economie (42%), het behoud van hun baan (34%) en belastingstijgingen (32%). Minder zorgen maken ze zich over zaken die minder direct spelen, zoals het effect van de langere levensverwachting (Nederland 4% tegenover 7% voor heel Europa).
Terughoudend om te beleggen, maar eerder geneigd hogere risico’s te nemen?
Gezien het aandeel van spaar- en beleggingsgelden (78%), is het niet verrassend dat slechts 18% van de Nederlanders zichzelf als een ‘actieve belegger’ ziet; 69% belegt helemaal niet en slechts 7% is bereid te beleggen, maar weet niet hoe. Slechts 6 cent per euro wordt door Nederlanders belegd.
Op de vraag wat hen ertoe zou brengen een groter deel van hun spaargeld te beleggen, antwoordde 37% ‘niets’; een kwart (27%) zei wel te willen beleggen als ze zeker zouden weten dat ze hun oorspronkelijke inleg niet zouden verliezen terwijl 23% zou gaan beleggen als ze gegarandeerd een rendement zouden behalen.
Opmerkelijk is dat Nederlanders zich relatief comfortabel voelen bij het nemen van hogere risico’s om een hoger potentieel rendement te bereiken (36%); hiermee staan ze samen met de Belgen aan de top wanneer het om risicobereidheid gaat; het Europese gemiddelde is 24%. In lijn hiermee zegt 35% van de Nederlanders zich comfortabel te voelen bij het beleggen op de beurs (het hoogste percentage in Europa, gemiddelde van 24%). Slechts 32% vindt echter dat zij kennis hebben over sparen en beleggen (het laagste in Europa, gemiddelde is 40%) en slechts 21% voelt zich comfortabel genoeg om zijn eigen beleggingsbeslissingen te nemen, tegenover een Europees gemiddelde van 45%.
Sparen voor de korte termijn ten koste van doelen op de lange termijn?
Het onderzoek wijst uit dat Nederlandse spaarders en beleggers een kortetermijnvisie hebben als het om hun financiën op de lange termijn gaat. Ze kijken vooral naar hun spaarbehoeften op de korte termijn en dreigen daardoor hun financiële doelen op de lange termijn uit het oog te verliezen. Dit wordt geïllustreerd door het feit dat mensen vooral sparen om een ‘appeltje voor de dorst’ te hebben (40%), voor een vakantie (25%) of ‘nergens voor’ (28%). De belangrijkste financiële doelen zijn voor de Nederlander: behoud van vermogen (26%), de hypotheek afbetalen (25%) en vermogensgroei (23%). Het is de vraag of deze doelen verwezenlijkt kunnen worden wanneer het geld op een spaarrekening blijft staan, gezien het afkalvende effect van inflatie en rente op de lange termijn.
Pensioenwensen versus de realiteit
Terwijl steeds meer mensen zich voorbereiden op een langere pensioentijd, veranderen de verwachtingen over hoe het leven eruit zal zien na pensionering in een snel tempo. Veel mensen verlangen naar een actieve invulling van hun pensioentijd en verwachten meer te reizen, meer tijd met hun kleinkinderen door te brengen en zelfs wat betaald werk te blijven verrichten.
Sparen voor een comfortabel pensioen is voor 21% van de Nederlanders een prioriteit, wat minder is dan het Europese gemiddelde van 27%, en slechts een op de twee is daadwerkelijk begonnen met sparen voor het pensioen. Minder dan een kwart (23%) van de Nederlanders begrijpt hoeveel ze moeten sparen om het gewenste pensioen te bereiken en bijna een derde (29%) denkt nooit in staat te zijn volledig met pensioen te gaan. Toch heeft slechts 23% zijn verwachtingen met betrekking tot de levensstandaard na de pensionering naar beneden bijgesteld.
Er bestaat echter een verontrustende discrepantie tussen de verwachtingen die Nederlanders hebben over hun leven na hun pensionering en wat ze ondernemen om die doelen te verwezenlijken. Nederlanders schatten dat een pensioenvermogen van € 280.000 voldoende is om een comfortabel pensioen te hebben en zeggen dat ze gemiddeld een jaarlijks pensioeninkomen voor hun huishouden nodig hebben van € 42.000. De realiteit is echter dat ze meer dan het dubbele van dat pensioenvermogen nodig hebben (€ 611.000)[i].Opmerkelijk is dat slechts 33% denkt dit gewenste jaarlijkse pensioeninkomen te kunnen behalen.
Bob Hendriks, hoofd Retail van BlackRock in Nederland, zegt over deze onderzoeksresultaten: “Uit ons onderzoek blijkt dat vermogen opbouwen voor een comfortabel pensioen voor één op de vijf Nederlanders een prioriteit is en dat ze denken na hun pensionering primair afhankelijk te zijn van hun AOW-inkomen en hun bedrijfspensioen. Nederlanders zeggen gemiddeld € 42.000 aan pensioeninkomen per jaar nodig te hebben, maar slechts 23% begrijpt hoeveel geld ze moeten sparen om dit doel te bereiken. De realiteit is dat ze hiervoor een pensioenpot nodig hebben van € 611.000.”
“Naast hun pensioenregelingen verwachten mensen hun pensioen te financieren door langer te werken en door inkomsten te verwerven uit spaargeld, Misschien wordt het tijd om eens goed na te denken over het effect van rente en inflatie op hun hard verdiende spaargeld en om beleggingen te overwegen die op de langere termijn potentieel een hoger rendement en hogere inkomsten kunnen bieden.”
De Nederlanders zijn het minst van alle Europeanen bezig met hun financiële planning
Slechts 29% van de Nederlanders zegt serieus bezig te zijn met zijn financiële planning, vergeleken met een gemiddelde van 54% in de onderzochte Europese landen. Niet meer dan 29% bekijkt regelmatig het rendement van spaargeld en beleggingen; dit is in Europa gemiddeld 43% en wereldwijd zelfs 49%.
Professioneel advies heeft een positief effect
Nederlanders zijn niet bijzonder geneigd een financieel adviseur te raadplegen om hun financiën op de lange termijn onder de loep te nemen. Ze gebruiken vooral hun eigen visie en ideeën (52%), familieleden en vrienden (23%) of websites (19%) als bron.
Het onderzoek laat echter zien dat Nederlanders die wél gebruik maken van een financieel adviseur, positiever gestemd zijn, het gevoel hebben meer greep te hebben op hun financiën en meer vertrouwen hebben in hun financiële toekomst.
Van de mensen die een financieel adviseur gebruiken zegt:
• 60% zich positief gestemd te voelen (tegen 41% van degenen die geen gebruik maken van een adviseur);
• 61% controle te hebben over hun financiën (tegen 50% van degenen die geen gebruik maken van een adviseur);
• 63% vertrouwen te hebben in hun beslissingen over sparen en beleggen (tegen 53% van degenen die geen gebruik maken van een adviseur).