Nederland kan de internationale slag niet winnen
Sport is een bijzondere bedrijfstak. Het is een spel en er zijn tegenstanders nodig. Hebben bedrijven in de reële economie vaak het liefste zo weinig mogelijk concurrentie, in de sport ligt dat anders. Clubs nemen elkaar niet zo snel over: tegen wie moet je anders straks spelen in de competitie? Supporters zijn er niet happig op, want zijn vaak al jaren fan. In toenemende mate hebben investeerders interesse in de voetbalwereld.
Volgens hoogleraar sporteconomie Ruud Koning is deze interesse voor voetbalclubs niet nieuw. Artiest Elton John kocht al in 1976 de Engelse voetbalclub Watford. En ook in Amerika heeft de sportwereld al de nodige ervaring met M&A. ‘Maar het aantal overnames in de voetbalwereld is de afgelopen tijd verder toegenomen.’ Vooral miljardairs uit het Midden- Oosten en Rusland hebben interesse in voetbalclubs. Daar is Abramovitsj, die in Chelsea investeerde, een goed voorbeeld van. ‘Dat is ook niet zo vreemd, investeerders kunnen een goed rendement behalen’, verklaart Koning. ‘De aankoop van een voetbalclub is een redelijke investering als je de club lang genoeg aanhoudt. Zo heeft de Amerikaanse honkbalclub de New York Yankees een behoorlijk rendement behaald. Al is een sportclub niet echt een liquide investering. Je kunt pas verkopen wanneer de club sportieve successen heeft behaald en in waarde is toegenomen.’
Knieval Wat basketbal in Amerika is, is voetbal voor Europa. Vooral in Groot- Brittannië is de sport populair. ‘Het commerciële voetbal loopt in Europa ver voor op de rest van de wereld’, zegt Koning. ‘De kansen voor de investeerders zitten dan ook in de televisierechten, het vermarkten ervan aan buitenlandse televisiestations en merchandising.
’ Een extra waarde is ‘netwerken’. Volgens de hoogleraar sporteconomie fungeren de stadions als netwerkplatformen, waar de grote namen – investeerders en sponsoren – elkaar ontmoeten. ‘Maar ze vinden het vaak ook gewoon leuk om naar voetbal te gaan.’ Waarom hebben voetbalclubs geld nodig? Om talent aan te kopen, en talent is duur. ‘Transfers zijn vaak duur door de naam van een club’, vertelt Koning.
‘Het winnen of op het laatste moment verliezen – zoals AZ dat deed, waardoor de club net geen kampioen werd – heeft invloed.’ De investeerder brengt een bak met geld mee, waardoor de club kan investeren en sportief succes kan kopen. ‘Helaas ligt in de voetbalwereld de focus voornamelijk op de korte termijn en minder op de lange termijn. Dat heeft soms verstrekkende gevolgen. Feyenoord ging bijvoorbeeld een aantal leningen aan die de club niet kon terugbetalen. In 2007 deed de commissie Coronel onderzoek naar het huidige bestuursmodel en het voetbaltechnische beleid van Ajax van de afgelopen tien jaar. Maar bij de aanstelling van een nieuwe trainer werd er al snel een knieval naar de sportieve kant gedaan.’
Schaduwzijde
De schaduwzijde van een investeerder is dat de club zijn zeggenschap kwijtraakt. ‘Bovendien herkennen de fans zich minder goed in de club’, aldus Koning. ‘Dat Ajax naar de beurs ging, heeft de Amsterdamse voetbalclub geen goed gedaan. Deze wordt nu als een kille club gezien. Ze dachten erover weer van de beurs te gaan, maar besloten voorlopig toch te blijven. Ook het aangaan van leningen kan een voetbalclub op termijn in de problemen brengen. Het is niet verstandig plotseling snel te groeien. Ook als je veel aankopen doet, moet je de schakeling kunnen maken. Bovendien blijft voetbal een spel. Je kunt nog zoveel talent aankopen, geluk speelt ook een rol.’
Toezicht
De voetbalwereld kent niet een specifieke toezichthouder. In eerste instantie is er wel de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) die vooral toezicht op de sportieve kant van het spel houdt. De voetbalclubs dienen hun begrotingen bij de KNVB in en degenen met financiële problemen worden in de gaten gehouden. Maar de bond heeft geen inspraak bij een overname en hoeft geen toestemming te geven. Koning: ‘Wil je aandelen Ajax kopen, dan mag dat. Wel gelden de financiële regels die voor het bedrijfsleven gelden.’ Volgens Koning is het financiële toezicht in Nederland heel goed. ‘Dat voorkomt problemen, zoals dat in sommige andere landen in Europa het geval is.
In Engeland vroeg een club al surseance van betaling aan, in Italië en Spanje komen ook regelmatig clubs in de financiële problemen en de balans van Real Madrid vertoont grote schulden. De KNVB gaat verstandig te werk, maar de genoemde landen willen geen voorbeeld nemen aan het Nederlandse model. Dat hoeft ook niet, als ze een steenrijke eigenaar hebben, dan helpt die hen wel uit de problemen. Tegelijkertijd maakt dit voor ons het spel tegen buitenlandse clubs tot een scheef speelveld. De Union of European Football Associatons (UEFA) probeert dat wel recht te krijgen.’ Koning vraagt zich af of er voldoende geld in Nederland is om aan te kunnen sluiten bij Europese clubs. ‘Het is en blijft een vreselijk moeilijk verhaal. In Engeland zijn meer mensen bereid om veel geld voor televisie te betalen.
De Nederlandse competitie is toch minder interessant voor de internationale markt. Dat ligt in Groot-Brittannië, Spanje en Italië anders. Een Engelse club heeft meer exposure in bijvoorbeeld Azië. Die slag hebben we in Nederland verloren.’ tot een scheef speelveld. De Union of European Football Associatons (UEFA) probeert dat wel recht te krijgen.’ Koning vraagt zich af of er voldoende geld in Nederland is om aan te kunnen sluiten bij Europese clubs. ‘Het is en blijft een vreselijk moeilijk verhaal. In Engeland zijn meer mensen bereid om veel geld voor televisie te betalen. De Nederlandse competitie is toch minder interessant voor de internationale markt. Dat ligt in Groot-Brittannië, Spanje en Italië anders. Een Engelse club heeft meer exposure in bijvoorbeeld Azië. Die slag hebben we in Nederland verloren.’
Toekomst
Hoe ziet de toekomst van het voetbal eruit? ‘Als er minder geld bij een club binnenkomt, zullen de salarissen moeten worden aangepast’, stelt Koning. ‘Het is voor veel clubs verleidelijk om daarmee te wachten. Ze hopen dat een andere club eerder overstag gaat en daarmee hun voordeel te kunnen doen. Het is de game of chicken (een belangrijk conflictmodel in de speltheorie. Bij voorkeur geef je niet als eerste toe, waardoor de situatie waarbij geen van de spelers toegeeft voor beide spelers het slechts mogelijke resultaat geeft).
Mijn verwachting is bovendien dat er minder nieuwbouw van stadions gaat plaatsvinden. En op lange termijn hebben we meer competities op Europees niveau. Bijvoorbeeld een Nederlands/ Belgische competitie. Daar zijn televisie en internet debet aan. De toegankelijkheid is daardoor toegenomen en zorgt ervoor dat de kijkers ook kieskeuriger over het niveau worden.’
door Nynke Wielenga