‘Nederland jaagt maakindustrie de grens over’

Directeur Loek Radix van Industrieterrein Chemelot in Geleen vreest dat het wegjagen van de Nederlandse maakindustrie leidt tot verarming van Nederland en verdere verwarming van de aarde. Die industrie zal dan namelijk vertrekken naar landen die het minder nauw nemen met de milieuwetgeving, vreest Radix. En Nederland zal berooid achterblijven. Hij laat dat zaterdag weten in een verklaring, die hij via X (voorheen Twitter) verspreidde.

• Limburgs Chemelot een ‘uithoeken van Dantes Inferno’
• verdwijnen basisindustrie rampzalig voor klimaatproblematiek
• maakbedrijven hebben technologische kennis voor schone industrie

Volgens hem zit de basisindustrie (ook wel zware industrie genoemd) in de hoek waar de klappen vallen. Radix wijst daarbij op de discussies rondom Tata Steel, de zogenaamde fossiele subsidies “en als je sociale media mag geloven is ook Chemelot een van de uithoeken in Dantes Inferno.”

Tijd voor een tegengeluid

Hij vindt het hoog tijd worden voor een tegengeluid. Hij wijst erop dat er een scherp onderscheid binnen de economie bestaat tussen de sectoren waar het geld verdiend wordt en waar het uitgegeven wordt, zoals de ambtenarij, het onderwijs of de gezondheidszorg. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]

“Als politici of demonstranten zeggen dat de industrie weg moet uit Nederland én dat dit gecompenseerd kan worden door meer geld en mensen naar zorg en onderwijs dan liegen ze of lijden ze aan het Dunning-Krugersyndroom.” Dat laatste betekent zo incompetent zijn, dat je zelfs je eigen incompetentie niet herkent.

Armer en warmer

Het verdwijnen van de basisindustrie uit ons land zou rampzalig zijn, stelt hij. Ook voor de wereldwijde klimaatproblematiek. “Bovendien zitten juist wij bovenop een schat aan technologische kennis om de industrie nog schoner te maken.”

“Het wegjagen van de basisindustrie en de landbouw leidt er niet alleen toe dat we met z’n allen in Nederland een heel stuk armer worden, maar dat de wereld desondanks een stuk warmer wordt.”

“Het wordt hoog tijd, voordat het te laat is, dat we ons afvragen hoe we de basisindustrie voor Nederland kunnen behouden en wat voor maatregelen daarvoor nodig zijn om die industrie te helpen bij de verduurzaming. Voor ons eigen belang, voor dat van onze kinderen, voor de kwaliteit van zorg en onderwijs en voor het wereldwijde klimaat.”