Money Matters: Roemloos einde
“Ik lees de Playboy voor de goede interviews”, zei je vroeger. En inderdaad, de interviews waren vaak inderdaad uitstekend. Alleen niemand die ze serieus nam – voorzover iemand ze überhaupt las. Verkeerde medium, verkeerde ‘Umfeld’, verkeerde lezersdoelgroep. Dat kan niets zijn, zo werd er geredeneerd. Goede interviews staan in de New York Times, Time, The New Yorker – dat soort journalistieke instituten. Niet in een verdelde blootblad.
Dergelijke redenaties slaan nergens op, maar vooroordelen zijn nu eenmaal hardnekkig. Menig bestuurder kan erover meepraten. Het meten van prestaties van individuele mensen is vaak ondoenlijk, zeker als hun ‘output’ zo ontastbaar is als die van bestuurders van een grote onderneming. Maar ondertussen wordt bestuurders wel de maat genomen.
Wanneer het slecht gaat met jouw bedrijf, straalt dat op jou af. Hoe goed je ook je best hebt gedaan, hoe goed jij zelf ook hebt gepresteerd – je wordt toch al gauw gezien als een wanpresteerder wanneer jouw onderneming het slecht doet. Omgekeerd is het natuurlijk ook zo: als het goed gaat met een bedrijf, dan word je als bestuurder geprezen. Je salaris stijgt, je krijgt een goede pers en iedereen wil jouw vriend zijn. Terwijl je het misschien eigenlijk helemaal niet zo goed hebt gedaan.
Handige bestuurders weten dit natuurlijk. Wie carrière wil maken, wie roem wil oogsten, wie een maximum aan beloning tegen een minum aan inspanning wil, sluit zich daarom aan bij een succesvolle onderneming. Hij komt binnen als ‘high potential’, zorgt ervoor dat hij ervaring opdoet op de meest winstgevende afdelingen en met de meest producten en plaveit zo de weg naar de top. Hij zal waarschijnlijk minder goed presteren dan iemand die een moeilijker weg heeft afgelegd, die heeft moeten knokken om er binnen matig renderende ondernemingen nog iets van te maken, maar niemand die het ziet.
Kent u miskende bestuurders, die het zelf wel goed hebben gedaan terwijl hun bedrijf slecht presteerde? Er zijn er niet zo veel, maar Kenaad Tewarie van Laurus komt wellicht in aanmerking. Harde werker, deskundig tot en met – dat is de indruk die je krijgt uit een portret in Het Financieele Dagblad van de week naar aanleiding van zijn vertrek bij Laurus. Maar ook iemand die niet de erkenning krijgt die hij eigenlijk verdient, vanwege de belabberde gang van zaken bij Laurus. Als hij zo’n geweldige bestuurder is, waarom doet Laurus het dan zo slecht? Zo wordt er gedacht en gesproken.
Tewarie zal niet gelukkig zijn met die twijfelachtige reputatie. Althans in het FD lezen we dat hij ‘hunkert naar lof’, dat hij ‘een trots persoon ‘is, die ‘hoge eisen aan zichzelf stelt, maar daar ook waardering voor verwacht’. Vreemd dat hij destijds dan toch bij Laurus is komen werken en dat hij het er jarenlang heeft volgehouden. Want het moet hem toch al lang duidelijk zijn geweest dat er viel geen eer te behalen viel?