Money Matters: Afscheid van een wijndrinker
Volgens de befaamde zanger, componist en gitarist Frank Zappa waren er twee soorten mensen: bierdrinkers en wijndrinkers. Bierdrinkers zijn agressief: voetbalhooligans, opgeschoten jongens en slecht volk drinken bier. Wijndrinkers zijn daarentegen contemplatief van aard. Wijn is de drank van dichters en filosofen. De wijndrinker is van tijd tot misschien een tikje zwaar op de hand, maar hij heeft zelden een kwade dronk. “Wino’s don’t march.”
De bij Heineken opgestapte topman Anthony Ruys was een wijndrinker. Op recepties werd hij vaak gezien met een glas wijn in de hand, weinig minder dan een doodzonde voor een bierbrouwer. Zijn voorgangers Freddy Heineken en Karel Vuursteen maakten die fout niet. Zijn waren ook in andere opzichten veel ‘getapter’ dan Ruys. Joviale mannen, grappenmakers, praters. De ‘aristocratische’ Ruys (hij is telg uit een gelacht van Rotterdamse havenbaronnen) is veel afstandelijker, een veel minder ‘bierig’ type.
Die afstandelijkheid kwam het concern de afgelopen jaren goed van pas. Hij voerde rücksichtslos enkele zeer welkome kostenbesparingen door en reorganiseerde het hoofdkantoor – saneringen die zijn goedlachse voorgangers waarschijnlijk heel wat zwaarder zouden zijn gevallen dan hem, die ze daarom misschien niet eens tot een goed einde hadden gebracht.
Ruys hield het hoofd ook koel toen de beurs enkele jaren geleden naar astronomische hoogten steeg en Anhuser-Busch en andere concurrenten tegen woekerprijzen bedrijven opkochten. Heineken deed aan die fusie- en overnamegekte niet mee, maar wachtte rustig tot de beurshausse was afgelopen. Toen – toen de prijzen voor brouwers waren gezakt en de Anheusers van deze wereld niet meer met geld konden smijten – kocht het bedrijf voor een prikkie de Oostenrijkse BBAG. Een strategie waarvoor CFO René Hooft Graafland nog de prijs ‘CFO van het jaar’ voor kreeg van het tijdschrift Chief Financial Officer.
Alleen de laatste maanden gaat het wat minder met Heineken. Wat enkele jaren geleden nog een verdienste was – zeer kostenbewust, zeker als het om fusies en overnames gaat voorzichtig – lijkt nu een tekortkoming. De resultaten van Heineken blijven achter bij die van de concurrenten. De beurskoers wil maar niet naar oude hoogten stijgen. Beleggers roepen om spraakmakende aquisities.
En dus moet Thony Ruys inderdaad weg. Niet omdat hij in het verleden slecht heeft gedaan. Wel omdat Heineken in het huidige klimaat een agressievere topman nodig heeft. Om in dranktermen te spreken: zijn houdbaarheidsdatum is verstreken. Heineken heeft weer een bierdrinker nodig, niet een wijnliefhebber.