Miljarden in netbeheer en toch meer problemen

Netbeheerder Stedin heeft in 2024 voor een recordbedrag van ruim één miljard euro geïnvesteerd in de uitbreiding van het steeds vollere stroomnet. Ondanks die forse investering ziet Stedin steeds meer knelpunten op het net.
Wat is precies het probleem?
Door het volle stroomnet kan stroomstoring vaker voorkomen. Kabels en transformatoren worden vaker zwaarder belast om nieuwe klanten nog aan te sluiten. In bepaalde gebieden is de vraag naar elektriciteit in de winter soms zo groot dat er een risico op stroomuitval is als de netbeheerder niets doet. Stedin zet dan de reservecapaciteit in. Normaal gesproken zetten netbeheerders deze capaciteit in bij onderhoud of grote storingen.
Hoeveel geld ging er naar het stroomnet?
Stedin investeert ieder jaar meer in het stroomnet. Zo trok de netbeheerder in 2023 ruim 800 miljoen euro uit en het jaar daarvoor ruim 700 miljoen euro. De uitbreidingen zijn nodig omdat de vraag naar extra capaciteit snel stijgt door de verduurzaming, waarvoor mensen warmtepompen, laadpalen en zonnepanelen installeren.
Waar leidde dat toe?
De netbeheerder legde vorig jaar ruim duizend kilometer nieuwe kabels aan en installeerde 353 nieuwe transformatorhuisjes, ongeveer een derde meer dan in 2023. Transformatorhuisjes zetten hoge spanning van het elektriciteitsnet om naar lage spanning die geschikt is voor het stopcontact. Tot en met 2030 plaatst Stedin vijfduizend van deze huisjes.
En verder?
De netbeheerder verkortte vorig jaar de procedures voor het plaatsen van een transformatorhuisje van negen naar drie maanden door nauwer samen te werken met gemeenten. Maar het resultaat van die versnelling verwacht Stedin pas over een paar jaar echt te merken.
Wat moet er gebeuren?
De netbeheerder herhaalt dat het noodzakelijk is de capaciteit van het net beter te benutten, bijvoorbeeld door tussen 16.00 en 21.00 uur minder stroom te gebruiken.