Middenbedrijf houdt zich nauwelijks bezig met ‘megatrends’
De bedrijven hebben vooral aandacht voor zaken die van directe invloed zijn op hun positie in de markt, zoals de kracht van de concurrentie, de huidige economische tegenwind en de toenemende wet- en regelgeving.
Uit onderzoek van KPMG onder middelgrote bedrijven in Nederland blijkt dat een meerderheid van de bedrijven de kracht van de concurrentie als de belangrijkste bedreiging ziet voor toekomstig succes. Ruim 70% ziet de kracht van de concurrentie als de belangrijkste bedreiging, gevolgd door de economische tegenwind (58%) en de negatieve effecten van de wet- en regelgeving (51%).
“Hoewel deze zorgen begrijpelijk zijn, is het opvallend dat de ondernemingen nauwelijks aandacht hebben voor een aantal andere ontwikkelingen die het succes in de toekomst voor een belangrijk deel gaan bepalen”, constateert Ernst Groenteman, partner bij KPMG.
Groenteman: “Slechts 16% van de bedrijven geeft aan de schaarste aan grondstoffen als een toekomstige bedreiging te zien en niet meer dan 9% verwacht een belangrijke impact van de geografische verschuiving van de welvaart. Bovendien gaat slechts één op de vijf bedrijven ervan uit dat de technologische vernieuwing van invloed zal zijn op de bedrijfsvoering. Dat is op zijn minst zorgwekkend, want een aantal van deze maatschappelijke veranderingen zal grote invloed hebben op zowel de bedrijfsvoering van de ondernemingen als de verhoudingen met de concurrentie. De ervaring leert dat langdurig ondernemingssucces afhangt van de mate waarin de bedrijven in staat zijn zich aan te passen aan fundamentele veranderingen in de omgeving.”
De onderzochte bedrijven blijken zich ook in beperkte mate bezig te houden met duurzaamheid. Bijna de helft van de ondernemingen is bezig met duurzame productie en 40% gebruikt duurzame energie in de bedrijfsvoering. Groenteman: “Het is duidelijk dat duurzaamheid bij een meerderheid van de bedrijven nog geen integraal onderdeel uitmaakt van de bedrijfsvoering. Als bedrijven er al aandacht aan besteden, gebeurt dit met name vanuit marketingoverwegingen of vanwege de persoonlijke motieven van de ondernemer. Daarnaast is het opvallend dat internationalisatie bij de meeste bedrijven niet op de bestuursagenda voorkomt en dat de inzet van sociale media bij slechts 20% van de ondernemingen deel uitmaakt van de strategie. Veel middelgrote bedrijven worstelen met het succesvol integreren van sociale media in hun dagelijkse werkzaamheden en kiezen er dan ook in het algemeen voor om de inzet ervan maar te negeren.”
Het is volgens Groenteman duidelijk dat de bedrijven te weinig bezig zijn met de grote, maatschappelijke ontwikkelingen die in de toekomst hun succes zullen bepalen. Hij pleit er dan ook voor dat ook middelgrote bedrijven hun horizon verleggen en inspelen op de toekomstige verschuiving in zowel de maatschappelijke verhoudingen, de veranderende markten als de snel opkomende nieuwe technologieën.
Groenteman: “Daarvoor is meer nodig dan de strakke en efficiënte organisatie en de klantgerichte mentaliteit die veel van deze bedrijven karakteriseert. Het gaat vooral om permanente aandacht voor de omgeving en de vertaling van de ontvangen signalen naar strategie en bedrijfsvoering.”
Bron: KPMG