Meldplicht ongebruikelijke transacties
Met name speelt de vraag of transacties die al zijn geschied voordat de cliënt bij de dienstverlener kwam, maar waarvan de dienstverlener wel op de hoogte wordt gebracht, ook gemeld moeten worden. Op 23 november 2009 is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) geoordeeld dat een belastingadviseur geen ‘lijken uit de kast’ hoefde te melden, omdat die geen verband hielden met de diensten die hij zelf aan de cliënt bood.
Deze zaak moest echter nog worden beoordeeld op grond van de Wet MOT, die op 1 augustus 2008 is vervangen door de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Het BFT (Bureau Financieel Toezicht) heeft de Minister van Financiën gevraagd wat – naar zijn mening – de reikwijdte is van de meldingsplicht in de Wwft.
Minister Bos heeft per (openbaar gemaakte) brief van 21 januari jl. aangegeven dat het irrelevant is voor de meldplicht of de dienstverlener een faciliterende rol heeft gehad bij de transactie. Een passieve betrokkenheid van de dienstverlener is voldoende.
Dat houdt dus in dat een reeds verrichte transactie, waarvan de dienstverlener beroepsmatig kennis heeft genomen, ook gemeld moet worden. De Minister geeft aan dat deze uitleg in lijn is met de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF) en de tweede en derde (Europese) anti-witwasrichtlijnen.
Daarnaast geeft de Minister aan dat ook forensische activiteiten van een accountant of een andere financieel administratieve dienstverlener onverkort onder de Wwft vallen. Het ministerie van financiën werkt momenteel aan een wetsvoorstel met als voorlopige titel Wet herziening integriteitstoezicht financiële markten (Whifm). Daarin zal de Wwft en de Wet toezicht trustkantoren op technische en inhoudelijke punten worden aangepast.
Bron: Tijdschrift Financieel Management, Legal Update ism BANNING Advocaten