Meeste bedrijven geconfronteerd met te late betalingen door zakelijke klanten

Bijna 9 op de 10 Nederlandse bedrijven (88 procent) kregen vorig jaar te maken met achterstallige betalingen door zakelijke klanten. 20 procent van de ondernemers moest hierdoor betalingen aan hun eigen leveranciers noodgedwongen uitstellen. Dit is voor een vijfde van de bedrijven reden om in het komende jaar de betalingshistorie en het kredietrisico van klanten kritischer onder de loep te nemen.

Dat blijkt uit de Betalingsbarometer voor West-Europa waarin kredietverzekeraar Atradius de betalingsmoraal van 3.000 bedrijven in 13 landen heeft onderzocht.
 
Atradius verwacht dat het economische klimaat in Nederland ook in 2016 uitdagend zal zijn. Zo hebben Nederlandse bedrijven (66 procent) vaker dan andere Europese landen (59,3 procent) te maken met oninbare vorderingen, doordat klanten failliet zijn gegaan of hun bedrijf hebben opgeheven. Tegelijkertijd geven meer Nederlandse (27,4 procent) dan West-Europese bedrijven (25,6 procent) aan dat afschrijvingen dikwijls zijn te wijten aan het feit dat de extra kosten om debiteuren te volgen te hoog liggen, vooral op de exportmarkt. Oninbare facturen komen vooral uit de bouw, de sector duurzame consumptiegoederen en de zakelijke dienstverlening.
 
Stevige grip op debiteuren

Late betaling van facturen treedt vrijwel net zo vaak op bij binnenlandse als buitenlandse klanten. In 2015 nam dit met 7,5 procent af en dat heeft mogelijk geleid tot een verbetering van de kasstroom van Nederlandse bedrijven. Het aantal dagen dat facturen gemiddeld in Nederland uitstaan (Days Sales Outstanding) is 42 dagen. Dit is vijf dagen meer dan vorig jaar, maar veel minder dan het Europees gemiddelde (48 dagen). Volgens Atradius wijst dit op een hogere efficiency bij het innen van lang openstaande facturen dan in de meeste West-Europese landen. Ook de betalingstermijnen (gemiddeld 27 dagen) verschillen niet sterk in vergelijking met vorig jaar. Achterstallige facturen worden gemiddeld twee weken na de vervaldatum voldaan. Hiermee scoort Nederland beter dan andere Europese landen, waar gemiddelde sprake is van een betalingstermijn van drie weken.
 
Wisselende vooruitzichten in Europa

In West-Europa zijn de vooruitzichten volgens Atradius wisselend. Maar liefst 90 procent van de bedrijven in West-Europa kreeg vorig jaar te maken met uitblijvende betalingen. Ondernemingen in Italië en Griekenland werden het meest getroffen door achterstallige betalingen door binnenlandse zakenrelaties, terwijl Britse bedrijven het vaakst te maken hadden met de negatieve gevolgen van uitblijvende betalingen door handelspartners in het buitenland. In 2016 kreeg 57,9 procent van de bedrijven in West-Europa te maken met uitblijvende betalingen van binnenlandse facturen vanwege liquiditeitsproblemen van hun afnemers. In 2015 was dit 51,4 procent. Dit geldt vooral voor Griekse bedrijven. Ook kregen meer bedrijven – 40,2 procent ten opzichte van 37,1 procent in 2015 – om deze reden hun buitenlandse facturen te laat betaald. Dit ging vooral op voor bedrijven in Oostenrijk.
 
Negatieve effecten voor de bedrijfsvoering

De teruglopende betalingsmoraal had negatieve effecten voor de bedrijfsvoering van West-Europese bedrijven. Zo was bijna een kwart van de bedrijven niet in staat hun eigen leveranciers op tijd te betalen door betalingsachterstanden van hun handelsrelaties. Zo’n 20 procent zag zich hierdoor gedwongen maatregelen te treffen nemen om de cashflow of gederfde inkomsten te compenseren. Voor 15 procent van de bedrijven was het zelfs noodzakelijk extra financiering of een rekening-courantkrediet aan te vragen. Steeds meer bedrijven zijn zich dan ook bewust van het belang de kredietwaardigheid van klanten te toetsen en hun kredietrisico af te dekken om de winstgevendheid van hun bedrijf te beschermen. 35 procent van de ondernemingen geeft aan van plan te zijn de kredietwaardigheid van klanten strikter te gaan controleren en in Nederland verwacht 1 op de 4 bedrijven dit jaar vaker om een verzekerde vorm van betaling te vragen.
 
“Het economische klimaat in West-Europa blijft in 2016 in verschillende markten uitdagend. Dit komt vooral door de dalende grondstoffenprijzen en de vertraging van de Chinese economie. Dit jaar verwachten we weinig verbetering op het gebied van faillissementen. Het absolute niveau van het aantal faillissementen in de eurozone ligt op dit moment nog steeds 66 procent hoger dan voor de crisis”, vertelt Andreas Tesch, Chief Market Officer van Atradius N.V. “Hierdoor neemt de betekenis van diversificatie in de klantenportefeuille en een stevige grip op het debiteurenbeheer ondersteund door kredietverzekering toe bij het beperken van betalingsrisico’s. Zo kunnen bedrijven hun groei veilig stellen, ook in uitdagende economische omstandigheden.”

Gerelateerde artikelen