Loonsverhoging met 3,6 procent hoogste in 13 jaar
De loonsverhogingen die werkgevers en vakbonden afspreken in cao’s, lopen de laatste tijd hard op. In april ging het al om het hoogste maandgemiddelde in circa dertien jaar, maar in mei werd dat record al weer gebroken. Dat meldt AWVN, adviseur van Nederlandse werkgevers op het vlak van arbeidsvoorwaarden.
Er werden in mei 26 nieuwe cao-akkoorden afgesproken. De gemiddelde loonsverhoging kwam uit op 3,6 procent op jaarbasis, van 3,4 procent in april. Zo’n hoog maandgemiddelde is volgens de gegevens van AWVN sinds de financiële crisis van 2008 en 2009 niet meer voorgekomen.
De gemiddelde loonsverhoging van 3,6 procent is volgens AVWN wel iets lager dan een eerder in de media verschenen voorlopig cijfer, dat op 3,8 procent uitkwam. Dat komt omdat er tegen het einde van mei nog een aantal cao’s met kleinere loonsverhogingen zijn afgesloten. Die waren eerder nog niet in het gemiddelde verwerkt.
Volgens de organisatie is er eigenlijk al sinds het voorjaar van vorig jaar sprake van een opwaartse trend in de loonafspraken. Dit is te danken aan het economisch herstel uit de coronacrisis. Het zou gaan om een ‘vrij normaal patroon’. De lonen gaan doorgaans met enige vertraging omhoog als de economie weer begint aan te trekken.
Hoofdeconoom Olaf Sleijpen van De Nederlandsche Bank (DNB) merkte eerder deze week op dat er bij veel bedrijven momenteel ook ruimte is voor het verhogen van de lonen. Dat komt goed uit want de inflatie is de laatste tijd erg hoog en hogere lonen zouden de impact van de prijsstijgingen iets kunnen opvangen.
Maar tegelijkertijd moet volgens Sleijpen worden voorkomen dat lonen automatisch en volledig meestijgen met de inflatie. Dit zou de prijsstijgingen juist verder kunnen aanwakkeren en op die manier schadelijk kunnen zijn voor de economie.
Vicevoorzitter van vakbond FNV Zakaria Boufangacha noemde de angst voor zo’n loon-prijsspiraal eerder overigens onterecht. “Wij zien vooral een winst-prijsspiraal, als je ziet dat de Shells en Aholds nog hoge winsten behalen terwijl de prijzen hard stijgen”, aldus Boufangacha, die ook van mening was dat de loonstijging nog ver achterblijft bij bedrijfswinsten.