Lichte daling kwaliteit accountants
Vorig jaar voldeed de interne kwaliteitscontrole van 77 procent van de SRA-leden. In 2017 was dat nog 83 procent, meldt het vandaag verschenen onderzoeksrapport van de SRA. De belangrijkste reden voor een onvoldoende is een tekortschietende vrijwillige controle, zowel bij Wta-vergunninghouders als kantoren zonder Wta-vergunning.
De kantoren van de SRA-leden, een Nederlandse vereniging van accountanstkantoren met meer dan 3.000 accountants, hebben vrijwel allemaal een intern kwaliteitssysteem. Ondanks dat er al een wettelijke toezichtcyclus is van zes jaar, bezocht de onderzoekscommissie van de SRA in 2018 bijna de helft van de leden, om het kwaliteitssysteem bij de kantoren te inventariseren. Het kantoor wordt dan getoetst op de opzet en het bestaan van de kwaliteitsbeheersing. Dit gebeurt elke twee jaar bij een kantoor met, en elke drie jaar bij een kantoor zonder Wta-vergunning. Een kantoor dat meer dan 50 wettelijke controles per jaar doet, wordt elk jaar geïnventariseerd.
Op het Wta- c.q. wettelijke controledomein voldoet 84 procent, 72 procent voldoet op alle andere domeinen: vrijwillige controle, samenstellen, beoordelen en overige accountantsopdrachten. Ook het fiscale domein werd getoetst. Op het domein van de vrijwillige controle voldoet slechts 69 procent. Vooral kantoren zonder Wta-vergunning scoren hierbij ondermaats. “De overall-resultaten betekenen dat een op de vijf toetsingen tot een onvoldoende leidt. Als beroepsgroep moeten we dit nog steeds te veel vinden,” reageert Willem van Wijngaarden, voorzitter van de commissie die het onderzoek heeft gedaan. Zijn doel is om dat terug te brengen tot vijf procent.
Lees ook: Digitalisering dwingt tot samenwerking accountant en IT-auditor.
(bron: SRA)