Leidend worden in ESG-rapportages met data als basis
Partnerbijdrage van:
Toen de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) van de EU op 10 maart in werking trad, ging dat nieuws aan veel bedrijven voorbij, schrijft Bart van Praag, General Manager, EMEA, Workiva. De regeling is immers op het eerste gezicht alleen van toepassing op financieel uitvoerders (vermogensbeheerders, pensioenuitvoerders, verzekeraarsbeleggers etc.) en financieel adviseurs (beleggings- of verzekeringsadviseurs). Maar kijk je verder dan worden de gevolgen duidelijk voor alle bedrijven in de EU en het Verenigd Koninkrijk.
De SFDR streeft naar meer financiële investeringen in duurzamere bedrijven. Dat wil zij bereiken door spelers op financieel uitvoerders en adviseurs te verplichten om ESG-factoren (milieu, sociaal en governance) te publiceren in hun beleggingsadviezen.
Bedrijven met minimaal vijfhonderd werknemers konden 10 maart de belangrijkste nadelige effecten– of PAI’s (price allignment interest)– in kaart brengen voor 30 juni. Financieel uitvoerders en adviseurs moeten bekendmaken hoe zij PAI’s onderbouwen in termen van negatieve en materiële effecten op duurzaamheid. Ook moeten zij in de EU beleid ontwikkelen voor het invoegen van duurzaamheidsrisico’s in hun investeringsbeslissingen of financieel advies.
Verhongerende bedrijven van de zuurstof van kapitaal
Waarom legt de EU geen regulering over duurzaamheid op aan beleggingsmaatschappijen als ze beleggen in duurzaamheid wil stimuleren, in plaats van de regulering aan de organisaties zelf over te laten?
Eigenlijk zijn de regelgevers van de EU juist heel slim door het oplossen van het moeilijkste deel van de ESG-rapportages – de materialiteit – bij de bedrijven neer te leggen in plaats van zelf de eisen te formuleren. Door beleggingsmaatschappijen te verplichten om de ESG-factoren te publiceren in de aanbevelingen voor beleggingen, sturen ze het beleggingskapitaal in feite naar die bedrijven die duurzamer opereren. Ze ontmoedigen juist het beleggen in bedrijven die niet duurzaam handelen, of die het omgekeerde kunnen aantonen in hun ESG-rapportage.
De aanvankelijke focus op de financiële sector zal er op den duur toe leiden dat ESG-rapportages in alle bedrijfstakken ingeburgerd raken, waardoor er hopelijk een einde komt aan greenwashing.
Selectieve duurzaamheidsrapportage vervangen door onweerlegbare data
De huidige duurzaamheidsverslagen zijn vaak het toppunt van gelikte en selectieve corporate storytelling. Glanzende ‘greenwash’-publicaties en websites vol blije mensen, weelderig groene bossen en liefdadigheidsactiviteiten zijn typerend daarvoor. Deze informatie geeft vaak een onvolledig, zo niet onnauwkeurig beeld van de duurzaamheidsinspanningen van een organisatie. Het aantonen van bijvoorbeeld genderdiversiteit in een organisatie is één ding, maar het verzwijgen van een significante loonkloof tussen mannen en vrouwen is zacht gezegd misleidend.
Duurzaamheidsverslaglegging moet verder ontwikkelen, en snel. Echte ESG-rapportage moet uit een heel ander vaatje tappen en gebaseerd zijn op transparante, onweerlegbare en controleerbare data. Als allerlei stakeholders – waaronder steeds meer consumenten – bewijs willen zien van niet-financiële informatie van bedrijven waar ze hun zuurverdiende geld beleggen, is nauwkeurigheid van de ESG-rapportage even cruciaal als die van de financiële rapportage. Veel bedrijven moeten deze uitdaging nog adequaat oppakken.
Rapporteren van buiten de balans
Niet-financiële informatie van ESG bevindt zich overal in een organisatie, variërend van speciale systemen tot bestanden op de desktops van medewerkers. Denk aan de overvloed aan ESG-meetmethoden, frameworks, richtlijnen, protocollen, rankings, registers en standaarden, en je begrijpt de complexiteit van ESG-rapportage.
Het verzamelen en groeperen van deze gegevens is een enorme beproeving voor de kernprincipes van de effectieve ESG-rapportage: de toegankelijkheid en de beschikbaarheid van data. Audit trails, transparantie en de mogelijkheid om data te controleren gaan verloren als data opgeslagen worden op desktoptools zonder verbinding met centrale systemen, wat vaak gebeurt.
Behalve de impact op de effectiviteit van data is werken in ‘silo’s’ de antithese van de collectieve benadering die ESG moet zijn; teamsport die zich steeds vaker afspeelt ergens tussen het domein van de duurzaamheid en het domein van de CFO.
Dit nieuwe gebied beheren gaat niet met verouderde tools. Transparantie van processen en audits worden steeds belangrijker, gezien het groeiend belang van ESG-rapportages aan regelgevers, beleggers en andere stakeholders. Dezelfde nauwkeurigheid en instrumenten die ontwikkeld zijn voor de rapportage van financiële informatie, moeten nu worden toegepast op de niet-financiële factoren van ESG.
Een kans om te leiden
Weinig mensen twijfelen nog aan de grootschalige impact van ESG-kwesties op de wereldbevolking. Maar lastiger is het om vast te stellen hoe diezelfde kwesties doorwerken op de waarde van een enkele organisatie die bijdraagt aan of wordt beïnvloed door ESG.
Om de mate van materialiteit in ESG-rapportages te vergroten hebben de Europese autoriteiten dit vraagstuk gedeeltelijk bij de financiële markten neergelegd. Door kapitaalmarkten te verplichten deze maatregelen in overweging te nemen bij hun investeringsbeslissingen, hebben ze ESG-rapportages van bedrijven steeds belangrijker gemaakt.
Op deze manier zal SFDR bijdragen aan zinvolle informatieverschaffing over duurzaamheid in het Europese bedrijfsleven. Het is een ambitieus programma om ESG-informatie centraal te stellen in veel sectoren, met de financiële dienstverlening als startpunt. Bedrijven zouden de komst ervan moeten verwelkomen.