Is er toekomst voor private equity?

De economische crisis eist haar tol. Ook private equity ontkomt daar niet aan. Het overleven van de sector als belangrijke schakel in het financiële systeem hangt mede af van twee ontwikkelingen en de welwillendheid van private equity om zich meer te richten op ondernemen en minder op financial engineering.

Eén van de bedrijfstakken die door de kredietcrisis wordt meegezogen in de golf van negativisme die de financiële wereld ten deel is gevallen, is de private equity-branche. Private equity heeft net als een woord als ‘bonus’ een negatieve bijklank gekregen als gevolg van de economische crisis.

Private equity is inmiddels synoniem voor blinde focus op aandeelhouderswaarde op de korte termijn, ten koste van de lange termijn levensvatbaarheid van voorheen gezonde ondernemingen. Net als bij het toekennen van bonussen, is het ook voor private equity onterecht de gehele sector over één kam te scheren.

De sector heeft het als gevolg van slechter toegankelijke kapitaalmarkten en slechter presterende ondernemingen in hun portfolio op dit moment niet gemakkelijk. Deze economische crisis raakt de sector en er verdwijnen private equity-huizen, maar een voorspelling over welke bedrijven wel en welke niet zullen overleven, heeft op dit moment een groot glazen bol gehalte.

ONTWIKKELINGEN
In belangrijke mate bepalen de volgende twee ontwikkelingen de toekomst van private equity:

1. Financiële ontwikkeling van de portfolio bedrijven en de financiële flexibiliteit van de private equity-onderneming
Behalve van de grote (veelal beursgenoteerde) private equity-ondernemingen is betrekkelijk weinig bekend over de financiële situatie van een groot aantal ondernemingen die als belangrijkste bezigheid het beleggen in andere ondernemingen hebben.

Hun resultaten over 2008 zeggen niets over de levensvatbaarheid voor 2009 en daarna. In eerste instantie omdat 2008 voor driekwart best een redelijk jaar was en daarnaast omdat de gevolgen voor de portfolio van bedrijven waar de meeste private equity-huizen in beleggen over het algemeen pas na het tweede kwartaal van 2009 aan het licht komen.

Veel portfolio ondernemingen komen als gevolg van wegblijvende orders in het tweede kwartaal en doorlopende kosten in de zomerperiode in de problemen. Zij moeten een beroep doen op extra cash vanuit de banken door (tijdelijke) verruiming van de kredietlimieten of, wanneer dat niet mogelijk is, vanuit de aandeelhouders.

Door de aanhoudende krapte op de kapitaalmarkt is het voor veel ondernemingen niet mogelijk op dit moment kredietlijnen te verruimen en is een kapitaalinjectie door de aandeelhouders waaronder de private equityondernemingen de enige mogelijkheid tot overleven.

2. Regelgeving
Binnen wat in de publieke opinie als private equity wordt bestempeld, is feitelijk sprake van twee verschillende ondernemingsvormen. Private equity, bedrijven die hun geld verdienen met het houden van risicodragend kapitaal in andere ondernemingen en over het algemeen een beleggingshorizon tussen de drie en vijf jaar kennen.

Doormiddel van invloed via bijvoorbeeld de raad van commissarissen en samenwerking met het management van de onderneming wordt de operationele performance van de portfolio ondernemingen verbeterd. Daarnaast bestaan er de zogenaamde Hedgefunds (activistische aandeelhouders), die door het opbouwen van een belang in beursgenoteerde ondernemingen als aandeelhouder eisen stellen aan het aandeelhoudersrendement van de onderneming.

De bedrijfstak wordt met name door het publieke optreden van deze laatste categorie in een negatief daglicht gesteld en de kans is groot dat private equity-bedrijven onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten of een soortgelijke instantie worden gesteld. De economische crisis heeft geleid tot een ongebreidelde drang tot regelgeving, waarvan de uiteindelijke impact op dit moment nog niet duidelijk is.

OVERHEID
De vraag is in hoeverre een nationale overheid met beperkte internationale invloed beperkingen kan opleggen aan deze hegdefunds, die immers met name hebben kunnen floreren wegens hun internationale karakter en de ondoorzichtige kaders die de internationale kapitaalmarkten omringen. De kans dat regelgeving en toezicht met name de in Nederland gevestigde private equity-ondernemingen treffen en daar voor verhoging van bureaucratie en kosten zullen zorgen, is veel groter dan dat de veelal in het buitenland gevestigde activistische aandeelhouders hierdoor op het rechte pad blijven.

Al met al lijkt het erop dat private equity moeilijke tijden tegemoet gaat. Het lijkt er ook op dat het voor beleggers een stuk minder aantrekkelijk wordt om vermogen via private equity ter beschikking te stellen aan diverse bedrijven door de afnemende rendementen en groter benodigde openheid richting overheid en toezichthouders. Is de crisis de doodsteek voor de sector en vervalt daarmee voor een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven de toegang tot risicodragend kapitaal? Of kan de sector een positieve draai geven aan dit negatieve beeld?

PE VAN DE TOEKOMST
Private equity heeft in zijn huidige publiek bekende vorm waarschijnlijk zijn langste tijd gehad. Ondernemingen die met name hun geld hebben verdiend door de bedrijven in hun portfolio grotendeels met vreemd vermogen te financieren, kunnen hun toekomstige aankopen minder makkelijk financieren door de verminderde beschikbaarheid van bankkrediet.

Bovendien moeten zij wellicht de termijn waarop zij weer afscheid nemen van een onderneming uitstellen, omdat de onderneming meer tijd nodig heeft om de benodigde groei voor een winstgevende exit te kunnen realiseren. Deze private equity-ondernemingen moeten wellicht op een heel andere manier met de ondernemingen in hun portfolio omgaan.

Zij moeten deze beoordelen op hun groeipotentieel, zij moeten sparringpartner van het management worden, zij moeten zitting nemen in de raad van commissarissen, zij moeten de onderneming beoordelen op haar fitness for growth, niet alleen uitgedrukt in de financiële cijfers, maar ook in benodigde operationele middelen, en zij moeten daarin willen investeren.

Dat betekent misschien op korte termijn meer risicodragend kapitaal in plaats van minder. Ook betekent het een aanpassing van de eigen organisatie ten aanzien van een veranderende rol binnen de portfolio van ondernemingen. Private equity moet meer gaan over ondernemen en minder over financial engineering.

PARTICIPATIE
Deze manier van omgaan met portfolio ondernemingen en de sterke betrokkenheid bij de ondernemingsstrategie en de operatie is in Nederland niet nieuw. Private equity in Nederland gaat in heel veel gevallen over participatie, het verstrekken van risicodragend kapitaal, in ondernemingen die een visie op de toekomst hebben.

Ondernemingen die door de participatiemaatschappij als veelbelovend wordt gezien en waaruit op termijn een goed rendement te halen is door middel van dividend. Of het aandeel in de onderneming uiteindelijk wordt verkocht en op welke termijn, staat niet bij voorbaat vast.

Zo lang de onderneming een gezond rendement laat zien en zich blijft ontwikkelen, kan zij een mooi onderdeel van de portfolio van een participatiemaatschappij zijn. Dat er waarschijnlijk uiteindelijk een exit zal zijn, heeft te maken met de levensfase van de portfolio onderneming en minder met de veronderstelde korte tijdshorizon van de private equity-belegger.

Een tijdshorizon van minimaal drie jaar wordt als heel normaal gezien. En in de huidige tijd van snelle ontwikkelingen is dat niet als kort te bestempelen. Vaak volgt dan een overname van de onderneming door een strategische investeerder of een meer gespecialiseerde private equity-belegger, die aan de onderneming in dat stadium van zijn levenscyclus meer waarde kan toevoegen.

Wanneer de private equity-bedrijfstak zijn rol als kapitaalverstrekker voor ondernemingen die beperkte toegang hebben tot bankkredieten en die te groot zijn voor particuliere investeringen, meer voor het voetlicht brengt, wordt duidelijk dat er wel degelijk een toekomst is voor private equity.

Private equity is een noodzakelijke schakel in de financiering van innovatie en vooruitgang. Dat het daar een goed rendement mee weet te behalen, is niet meer dan billijk. Dit hangt immers nauw samen met het risico dat aan deze ondernemingen verbonden is, en wat kapitaalverstrekkers in Nederland, bij uitstek de banken, als te hoog ervaren.


CONCLUSIE

Het is niet zozeer de vraag of er na de crisis nog private equity zal zijn, maar het is meer de vraag in welke vorm participatie door verschaffers van risicodragend vermogen zich in de toekomst zal manifesteren. Net als in alle andere bedrijfstakken zal de crisis waarschijnlijk wel haar tol eisen, maar ook hier zullen de ondernemingen met visie en bereidheid tot tijdig handelen overleven.

Private equity zal net als alle andere bedrijfstakken in Nederland niet kunnen ontkomen aan een zekere mate van openheid en regelgeving. Dit is veel meer een kans om duidelijkheid te verschaffen over de gang van zaken en de positie van private equity als belangrijke schakel in het financiële systeem dan dat het als bedreiging moet worden gezien.

De lobby van de belangenverenigingen voor private equity en ook ondernemend en innovatief Nederland doet er goed aan de onmisbare rol die private equity speelt in de financiering van nieuwe ondernemingen te benadrukken. Daarmee dringt het wellicht ook in politieke kringen door dat niet alles dat nu onder de naam private equity wordt geschaard bijgedragen heeft aan het ontstaan van de kredietcrisis.

Sterker nog, dat veel van deze private equity-bedrijven juist zijn blijven financieren waar banken dat hebben nagelaten. Zo draagt private equity bij aan het overleven van gezonde en innovatieve ondernemingen die door de economische crisis in de problemen (dreigen te) raken.

Anneke Wieling is Associate Director bij Protiviti. Zij is verantwoordelijk voor de dienstverlening op het gebied van Finance, Performance and Restructuring. Protiviti is een wereldwijde dienstverlener op het gebied van Business and Risk Consulting en Internal audit.

Gerelateerde artikelen