Inkoop ‘verkopen’ aan interne klanten
Afgestudeerd als organisatieadviseur schopte Arthur Fischer het tot directeur van een bankfiliaal bij een grote financiële instelling. Dat beviel hem niet. Maar dat hij ooit inkoper zou worden, dat lag toen zeker niet in de lijn der verwachting. Tijdens een stage op het hoofdkantoor van de bank raakte Fischer betrokken bij het verbeteren van het fiatteringproces en daarmee had hij zijn stiel gevonden: onderzoeken hoe het beter kan. En met succes.
Het centraliseren van de inkoop bij Atos Origin in Nederland heeft zijn werkgever in de afgelopen jaren een besparing van tien procent opgeleverd. En passant maakte hij voor iedereen meteen duidelijk wat de belangrijkste toegevoegde waarde van gecentraliseerde inkoop is.
‘Kostenbesparing, daar gaat het allemaal om. Een centraal opgezette afdeling inkoop moet je, als het goed is, al snel terugzien in de cashflow van de onderneming. Het is objectief meetbaar. Over het algemeen is een besparing van vier procent realistisch. Met tien procent hebben we uitstekend gepresteerd, vind ik. Daarmee voldoe ik aan de verwachting, de reden waarom ik ben binnengehaald. Dankzij deze kostenverlaging kunnen we in het verkoopkanaal hogere marges realiseren. Datzelfde mag ik nu wereldwijd gaan doen.’
Om begripsverwarring te voorkomen geeft Fischer eerst een korte uiteenzetting van de terminologie in zijn vakgebied. Hij is nu hoofd Purchasing, bij zijn vorige werkgever was hij hoofd Procurement. Het verschil is een talenkwestie.
‘Bij de bank gingen ze uit van het Engels. Engelsen doen altijd alles anders, met procurement bedoelen zij de inkoop in het algemeen. Purchasing is voor hen het orderproces. Voor Amerikanen is het precies andersom. Omdat de automatiseringswereld veel meer uitgaat van het Amerikaanse Engels, ben ik bij Atos Origin vice-president Purchasing.’
Keihard onderhandelen
‘En wat als we twéé kroketten nemen, wat doet u dan aan de prijs?’ vragen Fokke & Sukke de snackbarhouder op een cartoon aan de muur van Fischers kantoor. Is succesvol inkopen puur een kwestie van keihard onderhandelen?
‘Het gaat veel meer om het inschatten van risico’s. Wanneer het gaat om balpennen, kun je de laagste prijs bedingen. Als de aanbieder onder de kostprijs gaat zitten, is dat zijn probleem. Maar als het gaat om bedrijfskritische zaken als een mainframe, dan is ook het servicecontract belangrijk. Wanneer het bedrijf waarmee je onderhandelt onder de prijs gaat zitten en morgen failliet is, heb je een groot probleem. Daar moet je ook rekening mee houden.’
Wie als inkoper zijn vak serieus neemt, erkent dat onderhandelingen nooit tweemaal hetzelfde verlopen, stelt Fischer. ‘Je kunt niet denken, “dit lijkt op dat ene gesprek vorig jaar, dan zal het nu ook wel zo verlopen”. Als je dat doet, wordt het een automatisme. Je moet juist scherp blijven. Mijn vorige baas zei altijd “Ik hoop dat we fouten maken. Daar kunnen we van leren”.
Zolang fouten incidenteel gemaakt worden tenminste, en niet structureel. Dan heb je er niet van geleerd. Ik houd mijn mensen voor dat je als professionele inkoper niet bang moet zijn voor je werk, je moet fouten durven maken. Ze moeten hun verantwoordelijkheid durven nemen, daar heb je als werkgever wat aan.’
Het is dan ook een vak, een argument dat Fischer vaak op tafel legt in gesprekken met mensen van andere bedrijfsonderdelen van Atos Origin. Vooral wanneer het gaat om bedrijfsonderdelen die voorheen de inkoop zelf deden. In de praktijk blijkt het best lastig om medewerkers die gewend zijn hun eigen spullen te kopen, te overtuigen van het belang van een gecentraliseerde aanpak.
‘Atos Origin komt voort uit verschillende bedrijven, onder meer uit delen van Philips, KPN en KPMG. Je hebt hier te maken met verschillende bedrijfsculturen. Omdat wij naast autonome groei ook groeien door middel van overnames, komen er steeds nieuwe bedrijven en dus bedrijfsculturen bij. Ook de inkoop voor deze bedrijfsonderdelen wordt bij ons neergelegd. Dat betekent dat we steeds weer opnieuw mensen moeten overtuigen van het belang van centrale inkoop.’
Mensen die dat belang niet altijd meteen zien, leert de ervaring. Ook al is synergie een belangrijk voordeel van – en dus een reden voor – bedrijfsovernames, wie voorheen zelfstandig aankoopbeslissingen kon nemen draagt die bevoegdheid niet graag over aan iemand anders.
‘Op papier is het zo gedaan, je creëert grotere volumes en daarmee kun je scherpere prijzen bedingen. Deze argumentatie kun je gemakkelijk verkopen aan het management, maar voor de inkopers en de interne klanten bij het nieuwe bedrijfsonderdeel ligt dat anders. Zij voelen zich niet meteen één met het nieuwe bedrijf.’
Geen emoties
De strategie die Fischer volgt om de centrale inkoop geaccepteerd te krijgen, is eenvoudig te beschrijven: hij gaat praten. Legt uit dat het om specialistisch werk gaat waarmee belangrijke kostenbesparingen te realiseren zijn.
Kopen heeft vaak met emoties te maken en een professionele inkoper heeft het voordeel dat hij juist geen emoties voelt bij het product dat hij koopt. Daarmee heeft de inkoper een sterkere onderhandelingspositie. Wat overigens niet wil zeggen dat je beslissingen over aankopen van bovenaf kunt opgeleggen. Inkopers hebben verstand van inkopen, maar kennis over de producten zit bij de mensen die ermee werken.
‘Wij kopen in opdracht van degene die het budget beheert. Wil de opdrachtgever per se een balpen die twee keer zo duur is, dan zal hij me wel ervan moeten overtuigen dat die balpen veel beter is dan een goedkopere pen. Bij balpennen – of hotelovernachtingen – zal dat niet meevallen, maar bij de aankoop van bureaustoelen of mainframes is dat zeer wel mogelijk.’
Om medewerkers van een afdeling mee te krijgen, richt Fischer zich eerst op de medewerkers die wel mee willen werken. ‘Dat is ons interne “verkoopkanaal”, van daaruit bereiken we anderen. Door de uitstraling dat je met ons goed kunt samenwerken, maar ook doordat mensen van functie veranderen en de samenwerking met ons als het ware meenemen. Dit is een proces dat wel twee of drie jaar in beslag kan nemen.
Heel belangrijk in de strategie is de ondersteuning van het management. Bij een organisatie als Atos Origin, die voortdurend uitbreidt door overnames, moet voor iedereen duidelijk zijn dat centrale inkoop een strategische keuze van de organisatie is. Daarvoor heb ik het commitment van het management nodig, en dat heb ik gekregen.’
In zijn nieuwe functie is Fischer officieel gestationeerd op het hoofdkantoor van Atos Origin in Parijs, maar daar zal hij geen vijfdaagse werkweek doorbrengen, zo is de afspraak. Verhuizen naar Parijs was geen optie voor zijn gezin. ‘Mijn kinderen zijn nu 17, 15 en 12. Met name voor de oudste twee zou het heel vervelend zijn om nu te verhuizen, net op het moment dat ze hun middelbare school gaan afronden. Dan zouden ze ook nog eens Frans moeten leren.’
Voor Fischer dé mogelijkheid om gebruik te maken van de techniek die zijn werkgever heeft groot gemaakt. ‘Dit is een it-bedrijf, alle archieven zijn bereikpaar vanaf elke locatie via de pc. Het maakt dus niet uit waar ik zit. Daarom werk ik op vrijdag en maandag vanuit Nederland, op dinsdag, woensdag en donderdag zit ik in Parijs, of waar ter wereld ik ook moet zijn.’
Inkopen verkopen
Inkopen is een vak op zich, maar dat hij andere functies heeft vervuld voordat hij naar Atos Origin ging, werkt zeker in zijn voordeel ervaart Fischer. ‘Doordat ik zelf verschillende rollen heb gehad, weet ik hoe bepaalde processen binnen een bedrijf verlopen en kan ik me goed inleven in andere functies. De knelpunten waarmee mijn medewerkers worstelen, ken ik van dichtbij en daardoor kan ik een gesprekspartner zijn voor de mensen die ik aanstuur.’
Zijn dienstverlening ‘verkopen’ aan interne klanten, alle neuzen dezelfde kant op krijgen – ook van degenen die zich misschien ingelijfd voelen – hoe belangrijk is mensenkennis voor de Group Vice President Purchasing van Atos Origin?
‘Ik heb door de jaren heen verschillende cursussen gevolgd die gericht waren op menselijk gedrag. Gericht op het verkrijgen van inzicht in menselijke gevoelens, maar ook op de omgang met mensen die ander gedrag hebben. Die cursussen waren heel zinvol, daar heb ik geleerd met iedereen te praten.
Wanneer iemand heel stellig is in zijn manier van praten, moet je daar heel anders op reageren dan wanneer iemand juist afwachtend is. Mensenkennis is dus wel belangrijk om mensen op een lijn te krijgen, synergie te behalen, maar het uiteindelijke doel is natuurlijk wel kostenbesparing.
We hebben nu een kostenbesparing van tien procent gerealiseerd en dat is heel mooi. Ik besef wel dat we dit natuurlijk niet jaren achtereen volhouden. Het is een neergaande lijn. Voorlopig zijn er nog afdelingen waar verbeteringen mogelijk zijn. Zou er geen besparing meer mogelijk zijn, dan zit mijn werk hier erop.
Je moet ook af en toe nieuw bloed laten instromen, nieuwe mensen zien toch weer andere dingen. Dat moet je in de gaten houden. Dat is goed voor de organisatie, maar ook voor de medewerkers. Die zien zich in een andere functie voor nieuwe uitdagingen geplaatst, en daar profiteert ook Atos Origin van.’