‘Ingrijpende gevolgen nieuwe IFRS 10 voor consolidatie’
Onder de nieuwe standaard ‘Consolidated Financial Statements’ moet een onderneming een deelneming consolideren wanneer deze een effectieve beleidsbepalende invloed heeft, zelfs wanneer er geen sprake is van een meerderheidsbelang. Wanneer de overige stemrechten verspreid zijn over een groot aantal partijen, kan een aandeel van bijvoorbeeld 45% in de stemrechten van voldoende dominant belang zijn om tot consolidatie over te gaan.
De nieuwe standaard betrekt bovendien meer aspecten bij de afweging of sprake is van beleidsbepalende invloed, zoals opties en converteerbare leningen. In combinatie met andere belangen kan dit leiden tot consolidatie van een deelneming, zelfs voordat deze rechten kunnen worden uitgeoefend.
Gevolgen IFRS 10
Volgens Egbert Eeftink, partner bij KPMG’s Department of Professional Practice, heeft de vraag of een deelneming al dan niet wordt geconsolideerd vaak belangrijke gevolgen voor de activa, passiva, opbrengsten en kosten in de jaarrekening.
Eeftink: “Als een onderneming een beleidsbepalende invloed heeft, worden alle financiële gegevens van de dochteronderneming opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Als consolidatie plaatsvindt terwijl slechts een minderheidsbelang bestaat in de stemrechten, kan er een significant belang van derden binnen het eigen vermogen ontstaan. Overigens is de nieuwe standaard ook van invloed op ondernemingen die gebruik maken van zogenaamde ‘special purpose entities’, zoals financiële instellingen en andere ondernemingen met securitisatie structuren. IFRS 10 bevat richtlijnen voor een aantal factoren die de doorslag kunnen geven om tot consolidatie van dergelijke structuren over te gaan.”
Volgens Eeftink heeft de IASB met de nieuwe standaard de regels voor consolidatie voor alle vormen van deelnemingen fors herzien. “Ongeacht de vorm of structuur moet één model worden gebruikt om af te wegen of er geconsolideerd moet worden. Naar aanleiding van de wereldwijde financiële crisis zijn niet alleen veel vragen gesteld over de toepassing van consolidatieregels op special purpose entities, ook zijn er zorgen geuit over het gebrek aan informatie in de jaarrekening over niet-geconsolideerde structuren.”
“Ik zie echter”, vervolgt Eeftink, “behoorlijke uitdagingen in de praktische toepassing van deze nieuwe standaard, waaronder de voortdurende afweging van de feitelijk beleidsbepalende invloed. Met het nieuwe model wordt in ieder geval wel geprobeerd om de verschillende benaderingen van consolidatie, zoals juridische zeggenschap versus feitelijk beleidsbepalende invloed, in de praktijk weg te nemen. De nieuwe standaard kan daarom leiden tot betere vergelijkbaarheid ten aanzien van het al dan niet consolideren, ongeacht de vorm en structuur van een deelneming.”
Bron: KPMG