Indicatietarieven in IE-zaken
Deze wijze van proceskostenveroordeling in IE-zaken is in Nederland van toepassing vanaf 1 mei 2007. Sindsdien zijn er door rechters zeer uiteenlopende en soms extreem hoge proceskostenvergoedingen toegewezen.
Indien de in het gelijk gestelde partij naast een dure advocaat ook nog deskundigen had ingeschakeld, kon de proceskostenveroordeling voor de verliezende partij behoorlijk in de papieren lopen (wel tot € 50.000 of zelfs € 100.000,-).
Ook werd het voor een advocaat niet meer mogelijk om een goede kostenschatting te geven voor een procedure met betrekking tot IE-zaken, zoals bijvoorbeeld voor een merkinbreukprocedure.
Om tegemoet te komen aan deze problematiek hebben de rechtbanken in samenspraak met de Orde van Advocaten indicatietarieven vastgesteld, die door de rechters vanaf 1 augustus jl. zullen worden gehanteerd in IEzaken in eerste aanleg (met uitzondering van octrooizaken).
De tarieven geven een indicatie van het maximale bedrag dat als redelijk en evenredig kan worden aangemerkt. De proceskostenveroordeling moet wel nog expliciet en onderbouwd worden gevorderd.
Een eenvoudig kort geding mag nu maximaal € 6.000 bedragen en een eenvoudige bodemzaak met repliek en dupliek maximaal € 10.000,-. Een niet eenvoudig kort geding maximaal € 15.000,- en een niet eenvoudige bodemzaak met repliek en dupliek maximaal € 25.000,-.
De rechter mag afwijken van deze maximum tarieven, maar dan zal de partij die een hogere vergoeding eist de kostenoverschrijding wel zeer gedegen moeten motiveren. Aangezien de rechtspraak op dit vlak nog in ontwikkeling is, zullen de uitgangspunten en de tarieven halfjaarlijks worden geëvalueerd en indien nodig worden aangepast.
Bron: Tijdschrift Financieel Management: Legal Update ism Banning Advocaten