Indexcijfer: uitkering beschikbare premieregeling daalt
De uitkering van de gemiddelde beschikbare premieregeling is in het eerste kwartaal van 2014 met één procentpunt gedaald. Dat blijkt uit de Pensioenvergelijker van Aon Hewitt, wereldwijd marktleider in human-resourcemanagement, consultancy en outsourcing.
Aon verwacht dat een 40-jarige werknemer met een modaal inkomen een pensioen van 795 euro per maand tegemoet kan zien. Vorig kwartaal was dat nog 800 euro per maand. Aon Hewitt rekende ook uit dat een gemiddeld pensioen met een beschikbare premieregeling van een 25-jarige met drie procentpunt daalde ten opzichte van het vorige kwartaal. Dit komt door de daling van de marktrente op de zeer lange termijn.
Vergelijking pensioenregelingen: beschikbare premieregeling in opkomst
Met de Pensioenvergelijker peilt Aon Hewitt elk kwartaal het potentieel van beschikbare premieregelingen voor verschillende leeftijdsgroepen en vergelijkt dit met beschikbare uitkeringsregelingen. De index geeft aan hoe het te bereiken pensioen van een 40-jarig ijkpersoon met een modaal salaris zich ontwikkelt onder invloed van onder andere beurskoersen, inflatie en marktrente.
Bij beschikbare premieregelingen, ook wel bekend als Defined Contribution of DC-regelingen, krijgen werknemers vooraf geen vastgestelde pensioenuitkering, maar een vastgestelde pensioenpremie van hun werkgever. De hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkering hangt af van beleggingen. Bij de tegenhanger van deze regeling, de vaste uitkeringsregelingen (ook bekend als Defined Benefit of DB-regelingen), staat de uitkering in grote lijnen vast (dit betreft eindloon- of middelloonregelingen) en wordt de premie jaarlijks vastgesteld door de uitvoerders (veelal pensioenfondsen).
Door een deel van de risico’s bij de werknemer zelf neer te leggen, bereiken werkgevers met een beschikbare premieregeling kostenbeheersing. Of er ook sprake is van kostenverlaging hangt af van de inhoud van de pensioenregeling. Aon schat in dat in Nederland ongeveer 900.000 werknemers een beschikbare premieregeling hebben. Dit aantal neemt de laatste jaren flink toe: in 2013 waren dit er nog 850.000.
Marktrente en beurzen
De meest invloedrijke factor op de verwachte pensioenuitkomst bij een beschikbare premieregeling is de marktrente. In het eerste kwartaal van 2014 is de marktrente circa 0,1 procentpunt gedaald. Bij een lagere marktrente is het duurder om pensioen aan te kopen en dat zorgt voor een lagere pensioenuitkomst.
Een 40-jarige deelnemer bereikt over 27 jaar zijn AOW-gerechtigde leeftijd. Om te bepalen hoeveel pensioen hij kan bereiken binnen een beschikbare premieregeling moet een schatting worden gemaakt van de ontwikkeling op de beurzen. Aon Hewitt gebruikt hiervoor geavanceerde technieken die niet alleen kijken naar historische rendementen, maar ook naar andere indicatoren. In de economische verwachting is weinig veranderd ten opzichte van vorig kwartaal.
Grotere daling bij lagere leeftijden
De meeste beschikbare premieregelingen houden rekening met de leeftijd van de werknemer. Voor een jongere werknemer wordt vaak risicovoller belegd, omdat er een langere periode is om te herstellen na een slechte periode op de beurs. Hierdoor ontstaat een veel grotere spreiding tussen de inschattingen voor mogelijke pensioenuitkomsten. Gemiddeld genomen is de benchmark voor een 25-jarige drie procentpunt gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal. Dit komt door daling van de marktrente op de zeer lange termijn.
Voor oudere werknemers wordt voorzichtiger belegd, vaak zelfs nog voorzichtiger dan een pensioenfonds doorgaans doet. Zo leidt een slechte periode op de beurs niet tot extreme daling van het pensioen. De risico’s voor een 55-jarige zijn beperkt. Bovendien wordt er vaak rekening gehouden met de grote invloed die marktrente heeft. De benchmark voor een 55-jarige is gelijk gebleven ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Er wordt voor alle maatmensen alleen rekening gehouden met toekomstige opbouw. Een 55-jarige heeft nog een beperkte horizon en bouwt daardoor relatief weinig op.
Middelloonregeling iets gunstiger
Vorig kwartaal was de verwachte pensioenuitkomst van een beschikbare premieregeling iets hoger in vergelijking met een middelloonregeling (bij een gelijk achterliggend opbouwpercentage). Dat beeld is nu omgedraaid, maar de verschillen zijn beperkt. Voor werkgevers die de keuze over type pensioenregeling (her)overwegen is het essentieel dat ook wordt gekeken naar de risico’s in pensioenuitkomst en te betalen premie. Bovendien is het bij een beschikbare premieregeling van groot belang waarin wordt belegd.
De pensioenuitkomst van de middelloonregeling wordt gebaseerd op de Pensioenthermometer van Aon Hewitt, die dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bij houdt.
Bron: Aon Hewitt