Inadequaat financieel beleid door schoolbesturen
Een serie blogs over de toekomst van de finance professional.
Ik zou het wel weten als finance specialist die aan het begin van zijn carrière staat. Het onderwijs. En dan niet eens als docent, maar als CFO. Een branche die barst van betekenisvol werk waar je nog echt het verschil kan maken. En geld zat, lees ik in het FD, dat verwijst naar het messcherpe rapport van de Onderwijsinspectie waaruit blijkt dat de meeste scholen zich schuldig maken aan totaal onnodig oppotgedrag van subsidies.
De meeste scholen in het basis- en voortgezet onderwijs geven jaarlijks veel minder uit dan ze krijgen waardoor hun financiële reserves enorm stijgen. Alleen al bij het basisonderwijs blijkt er bijna een miljard euro op de plank te liggen. Bovenop de reserves. Één miljard euro! Bij veel scholen was er bijvoorbeeld ook geen onderbouwde opvatting waarom zij bepaalde reserves aanhielden en werd het zonder duidelijk doel opgepot.
Voor de Onderwijsinspectie is de maat vol. En terecht. Belastinggeld moet worden besteed aan goed onderwijs.
De twee juffen uit Klassen
Als het onderwijs in het nieuws is, gaat het meestal over allerlei tekorten. Er is een chronisch gebrek aan geld, hoor je negen van de tien keer. Dat blijkt wel uit de magistrale documentaire Klassen. Die twee gezellige juffen, op een basisschool in Amsterdam-Noord, zijn voor mij een voorbeeld van hoe elke docent zou moeten zijn. Eigenlijk vangen die twee alles op wat het schoolbestuur laat liggen. Ze ontwikkelen zelfs eigen methodes. Hartstikke goed, maar eigenlijk is dat helemaal niet hun taak. Die methodes hadden allang beschikbaar moeten en kunnen zijn. Geld genoeg, weten we nu dankzij het rapport.
Kijk, schoolbestuurders zijn prima in staat om beleid te maken, maar de meesten gaan nat bij risicomanagement of meerjarenbegrotingen, zo toont de toezichthouder in een tabel. Maar liefst driekwart van de scholen moet dat onderdeel sterk verbeteren. Ook geven ze structureel minder geld uit, dan dat ze binnenkrijgen. Dat betekent dat ze veel te voorzichtig begroten. Conservatief. Zo houden scholen te veel rekening met een peildatum in verband met kinderen die nog kunnen wegvallen of erbij komen. Dit is slecht begrotingsbeleid. Daar heb je de reserves juist voor. Ook blijkt dat in slechts negen procent van de jaarverslagen, interne toezichthouders voldoende verantwoording afleggen over de controle op de goede besteding van het geld. Ook hier schieten scholen te kort.
De directeur die geen begroting leest
Dat veel schoolbestuurders ongezond financieel beleid voeren, verbaast me niets. In mijn omgeving ken ik schoolbestuurders die nauwelijks een begroting kunnen lezen en financieel beleid afdoen als een bijzaak. Maar als je met je school de educatieve doelstellingen wil behalen, dan moet je toch eerst je financiële beleid op orde hebben?
Dat bestuurders die over het onderwijs gaan vooral verstand moeten hebben van onderwijs, snap ik. Het is een vak op zich. Maar zorg dan wel dat er ook een bestuurder bij zit die vanuit de financehoek komt. Ik vraag me af of dit het geval is. Zitten er wel genoeg goed opgeleide finance professionals in het onderwijs? Daarmee bedoel ik moderne, goed opgeleide financiële krachten die als business partner het verschil kunnen maken in je organisatie.
Staat het onderwijs eigenlijk wel open voor financiële experts? Scholen zien finance nog te vaak als de afdeling waar alleen de facturen worden betaald, maar dit is de oude administratierol. Tegenwoordig behelst finance zoveel meer. Aan die ouderwetse boekhouder van vroeger heb je als moderne school helemaal niets. Een goede finance businesspartner denkt mee over je beleid en is in staat de strategie te bepalen. Net als een stevige CFO in het bedrijfsleven.
Zingeving door finance
Mocht je als schoolbestuurder denken dat moderne financiële specialisten helemaal geen interesse hebben in een baan in het onderwijs dan heb je het mis. Ook de jonge generatie finance professionals denkt steeds meer vanuit purpose. Zij zoeken in hun baan naar zingeving. En als er een branche bestaat waar je het verschil kunt maken dan is dat wel het onderwijs.
Als non-profitorganisatie blijf je het liefst zo ver mogelijk uit de buurt van profit, maar toch niet van cash? Ook als school wil je je doelstellingen – lees: omzet – behalen en daar heb je wel geld voor nodig. En iemand die financieel bij de tijd is en weet wat je als school met dat geld kunt doen. Dat er maar liefst 1,4 miljard euro werkloos op een plank ligt, terwijl in de dagelijkse praktijk de problemen boven het hoofd groeien van leerkrachten en hun leerlingen vind ik echt zorgwekkend. Of zoals inspecteur-generaal Alida Oppers – voormalig topambtenaar bij het ministerie van Onderwijs – zegt in het FD: ‘Het lijkt een totaal andere wereld.’
Door Alain Mulder, Senior Director Europe Operations bij , de wereldwijde vereniging van finance professionals. Hij is ook verantwoordelijk voor de Europese groei van het CMA-programma.