IMF waarschuwt tegen achteroverleunen
“De volgende recessie kan dichterbij zijn dan we denken, en de munitie waarmee we deze kunnen bestrijden is veel beperkter dan een decennium geleden'', aldus IMF-hoofdeconoom Maurice Obstfeld.
De belangrijke internationale organisatie heeft haar economische groeiprognoses verder opgeschroefd. De huidige opleving is echter voor een deel te danken aan het stimulerende beleid van centrale banken in de afgelopen jaren.
Daar zit hem ook de crux. Er kan zomaar iets gebeuren, bijvoorbeeld een onverwacht hogere inflatie, waardoor de gunstige financiële omstandigheden sneller afgebouwd moeten worden. Dat kan voor een schok op de beurzen en tal van andere problemen zorgen.
Door de lage renteniveaus zijn overheden, bedrijven en ook particulieren de laatste jaren makkelijk schulden aangegaan. Dat maakt ze erg kwetsbaar en beperkt hun bewegingsvrijheid. Obstfeld vindt dat nu de tijd is om belangrijke hervormingen door te voeren om aan dit soort zaken wat te doen. Ook klimaatverandering, cyberdreigingen en tal van politieke spanningen vormen uitdagingen.
In de VS heeft de overheid onlangs grootscheepse belastinghervormingen doorgevoerd. Daardoor valt de economische groei er komende jaren hoger uit dan eerder gedacht. Tot en met 2020 leveren de wetswijzigingen de Amerikanen waarschijnlijk wel zo'n 1,2 procent extra groei op.
Maar kijken we iets verder vooruit dan zal de economie in de VS waarschijnlijk minder hard groeien, denken de rekenmeesters van het IMF. Sommige van de maatregelen zijn maar tijdelijk van aard en de Amerikaanse overheidsfinanciën gaan er door de belastingenverlagingen juist op achteruit.
In het eurogebied houdt het IMF het nu op 2,2 procent groei dit jaar en 2 procent volgend jaar. Vooral voor Duitsland zijn de vooruitzichten een stuk rooskleuriger dan bij de vorige raming, in oktober. Ook in Nederland is te zien dat het beter gaat, stelt het IMF zonder daarbij exacte cijfers te melden. De wereldeconomie als geheel gaat in 2018 en 2019 waarschijnlijk 3,9 procent vooruit, in beide jaren 0,2 procent meer dan eerder voorspeld.