IFRS: meer ambitie gevraagd

fallback
CFO's kunnen ervoor zorgen dat IFRS daadwerkelijk toegevoegde waarde oplevert voor hun organisatie. Maar hoe zorgt u dat u uw bedrijf met succes afstemt op IFRS? Enkele aandachtspunten.

In de media wordt nogal eens getwijfeld aan het tijdschema waarmee Nederlandse ondernemingen van plan zijn IFRS-cijfers te gaan verstrekken aan de buitenwereld. Een recent NIPO-onderzoek, uitgevoerd in opdracht van KPMG onder Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, laat echter zien dat ‘corporate Nederland’ voortvarend te werk gaat als het gaat om IFRS. Wel lijkt deze voortvarendheid soms ten koste te gaan van de diepgang en kwaliteit van de implementatie van IFRS.

Uit een jaarlijkse steekproef van KPMG onder deelnemers aan de Europese IFRS-conferentie blijkt dat momenteel 44 procent (vorig jaar nog slechts 30 procent) van de ondervraagden hun IFRS-rapportages in eerste instantie met behulp van tijdelijke oplossingen (‘workarounds’) opstelt, en pas in 2007-2008 tot een structurele oplossing (‘embedding’) zal komen. Deze bedrijven richten zich daarmee primair op het halen van de IFRS-deadlines en het verkrijgen van een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening.

Andere belangrijke factoren – zoals een goede verankering van de IFRS-rapportages in de financiële rapportagesystemen (bronsystemen, grootboekpakket en consolidatietool) en een adequate beheersing van de gevolgen van IFRS voor de business – worden vooralsnog naar de toekomst geschoven. Zo’n handelwijze kan ten koste gaan van de kwaliteit, snelheid en duurzaamheid van IFRS-rapportages en ertoe leiden dat de communicatie naar de markt onvoldoende doordacht of zelfs te laat plaatsvindt.

Veel bedrijven erkennen dat overigens ook: 47 procent onderkent het belang van een goede inbedding van IFRS in de organisatie en hoopt hiermee reeds in 2005 klaar te zijn.

FINANCIËLE FOCUS
Deze minimalistische aanpak van veel bedrijven is zeer begrijpelijk. In het verleden lag het zwaartepunt van de IFRS-implementatie meestal bij de financiële functie. De aandacht ging vooral uit naar het in kaart brengen van verschillen tussen IFRS en de huidige verslaggevingsregels, en op basis daarvan nam de projectstuurgroep beslissingen over de toepassing van IFRS. Dat resulteerde in aangepaste waarderingsgrondslagen, financiële rapportage-instructies en veelal werd ook een dummy jaarrekening opgesteld ter voorbereiding op de nieuwe presentatie- en toelichtingseisen van IFRS.

Het IFRS-project heeft daardoor bij veel bedrijven overwegend een financieel stempel gekregen. De invloed van IFRS op de bestaande rapportage- en bestuursfunctie van een onderneming staat nauwelijks in de belangstelling. Veel CFO’s ontdekken nu pas dat IFRS stevige gevolgen heeft voor de business, dat er grote winstschommelingen kunnen optreden als gevolg van ‘fair value’- waardering en dat er ook na 2005 nog forse investeringen nodig zijn om IFRS goed te verankeren in de organisatie.

Het wekt dan ook geen verbazing dat CFO’s in de pers nogal eens hun beklag doen over IFRS. Dit bewijst eens te meer het belang van een actieve betrokkenheid van de CFO voor een succesvolle IFRS-implementatie. Als de CFO zich vroegtijdig verdiept in de gevolgen, komt hij in elk geval niet voor onaangename verrassingen te staan. Bovendien maakt zijn actieve betrokkenheid het gemakkelijker te kiezen uit de opties om de financiële impact van IFRS in een vroeg stadium te mitigeren.

Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de toepassing van hedge accounting. Daarmee kunnen winstschommelingen als gevolg van een mismatch tussen de waardering van de hedged items (zoals een leningsportefeuille of een vordering in vreemde valuta) en de hedging instruments (financiële instrumenten zoals derivaten) worden beperkt.

De CFO speelt dus gedurende het hele traject een sleutelrol bij IFRS. Zijn betrokkenheid is ook essentieel om IFRS structureel in te bedden in de financiële functie. Dat is vaak een ingrijpende operatie. Hierna volgen vijf aandachtspunten voor CFO’s. Deze punten geven CFO’s handvatten om IFRS succesvol toe te passen in hun organisatie, zowel nu als op de langere termijn.

Martijn van Wensveen is partner bij KPMG Financial Services te Amstelveen. Hij heeft de afgelopen zeven jaar ruime ervaring opgedaan in het
begeleiden van IFRS- en US GAAP-implementatieprojecten bij verschillende beursgenoteerde bedrijven in binnen- en buitenland.

Gerelateerde artikelen