IFRS bij Nutreco: hoe duur wordt de zalm betaald?
Onder Dutch GAAP werden de zalmvoorraden gewaardeerd tegen de nettokostprijs, waarin alle variabele kosten zoals voer- en sterftekosten werden meegenomen, of de opbrengstwaarde. Jurgen Pullens, director investor relations bij Nutreco, legt uit dat onder IFRS de zalm gewaardeerd wordt tegen fair value ofwel marktwaarde minus processingkosten. “Maar op dit moment is er nog steeds discussie over de interpretatie van deze richtlijn, die overigens voor alle biological assets geldt.”
Kernpunt in deze discussie is volgens Pullens dat alleen zogeheten ‘oogstrijpe zalmen’ van 6 tot 7 kilogram tegen een marktprijs gewaardeerd kunnen worden. “Voor zalmen van nog maar één kilogram is er simpelweg geen markt. Voor alle vissen geldt dat er tot het moment dat ze oogstrijp zijn, geen prijs kan worden vastgesteld.” Op dit moment is de visindustrie nog met de IASB in overleg over deze richtlijn en Pullens durft niet te zeggen wanneer de besprekingen zijn afgerond. Het standpunt van de zalmindustrie is dat alleen oogstrijpe vissen op de balans tegen marktwaarde mogen worden gewaardeerd, de rest tegen kostprijs.
Pullens verwacht ook onder de voorgestelde richtlijnen van de eigen industrie een grotere fluctuatie van de winst. “De zalmprijs is redelijk beweeglijk. Overigens maakt het feit dat er verschillende markten voor zalm zijn de waardering behoorlijk complex. In Chili is er bijvoorbeeld alleen een markt voor visfilet.” Verder ziet Pullens geen cashfloweffect, maar wel een solvabiliteitseffect. De solvabiliteit zal volgens hem met de zalmprijzen op en neer gaan bewegen. Pullens denkt niet dat de banken van deze papieren mutatie een probleem zullen maken: “Omdat het geen cash-item is, speelt het voor de banken niet zo.”
Pullens vindt de wijziging geen verbetering: “Het voordeel van de huidige methode is dat die heel conservatief is. Je neemt de winst pas als je die realiseert, bij de verkoop van de zalm. Onder de nieuwe regelgeving krijg je winstfluctuaties op basis van wat je in voorraad hebt en niet van wat je verkocht hebt. Dat vind ik niet aansluiten bij de bedrijfseconomische werkelijkheid.”