Hyperinflatie aan de grenzen van Europa

Geldontwaarding Turkije breekt door de grens van 20 procent.

Turken waren voor hun dagelijkse inkopen vorige maand nog duurder uit dan economen hadden voorspeld. De prijzen die consumenten moesten betalen voor goederen en diensten stegen met ruim 21 procent ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar.

Turkije kampt al maanden met een steeds hogere inflatie, waar president Recep Tayyip Erdogan met zijn ongebruikelijke economische denkbeelden aan lijkt bij te dragen.

Consumentenprijzen stegen volgens het Turkse nationale statistiekbureau gemiddeld 21,3 procent in november, wat meer is dan de toch al fikse inflatie van 19,9 procent in oktober. Economen hadden in een peiling van financieel persbureau Bloomberg gerekend op prijsstijgingen van 20,7 procent.

Nederland en Turkije zijn belangrijke handelspartners. In 2020 importeerde Nederland bijna 3,8 miljard euro aan goederen uit Turkije. De export naar Turkije bedroeg dat jaar bijna 5,7 miljard euro.

Turkije is de zevende grootste importeur naar de EU en de vijfde grootste exportmarkt voor de EU. Verder komt 75 procent van de buitenlandse directe investeringen in Turkije uit de EU.

De Turkse lira is de afgelopen maanden fors minder waard geworden, wat het leven voor Turken duurder maakt. Geïmporteerde producten worden daardoor duurder. Wat meespeelt is dat Erdogan ondanks de prijsstijgingen telkens pleit voor renteverlagingen, terwijl centrale banken doorgaans de rente verhogen om hoge inflatie tegen te gaan.

Erdogan, die met een reeks ontslagen zijn grip op de centrale bank heeft versterkt, zei eerder deze week nog jarenlang de rente laag te willen houden. Daarop zakte de lira weer fors. Inmiddels heeft de president zijn minister van Financiën (die kritisch was over de renteverlagingen) de laan uitgestuurd.