Geen beperkte verliesverrekening ondanks overdracht activiteiten
Hiermee probeerde de fiscus de handel in verlieslichamen tegen te gaan.
Op 23 november vorig jaar oordeelde de Hoge Raad in een zaak waarbij de vraag was of het ging om staking van een onderneming. De casus kwam in het kort op het volgende neer.
Belanghebbende was als hoofd van een fiscale eenheid belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Eén van de dochtermaatschappijen binnen de fiscale eenheid had verliezen geleden. Omdat het om een fiscale eenheid ging, kon belanghebbende deze verliezen verrekenen.
Tijdens een herstructurering waren de aandelen in belanghebbende overgedragen. Ook had belanghebbende de verliesgevende activiteiten van de dochtermaatschappij overgedragen aan een derde. Enige tijd later waren deze activiteiten echter weer in het bezit van belanghebbende en werden winsten behaald.
De aandeelhouder van belanghebbende was dus niet hoofdzakelijk ongewijzigd gebleven. Daarom was de vraag, of de ondernemingsactiviteiten waren gestaakt door de tijdelijke verkoop aan een derde partij en verliesverrekening om die reden niet mogelijk was.
De Hoge Raad vond dat er geen sprake van staking is als een lichaam tijdelijk in moeilijkheden verkeert of stilligt, en daarna de voormalig verliesgevende activiteiten voortzet.
Onder de huidige wet zou de conclusie dezelfde zijn geweest. Verliezen zijn niet meer verrekenbaar als het uiteindelijke belang in het verlieslichaam in belangrijke mate is gewijzigd. Hierop wordt alleen een uitzondering gemaakt als de werkzaamheden niet tot minder dan 30% van de oorspronkelijke werkzaamheden zijn ingekrompen.
Als een actieve vennootschap haar activiteiten na de overdracht ongewijzigd voortzet, leidt dit ook nu dus niet tot verval van compensabele verliezen.
BRON: Legal Update – Tijdschrift Financieel Management ism Banning Advocaten